GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

uit de pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

uit de pers.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Helder en teeder is wat de heer G G. Gijben in de Bazuin over de vereeniging van alle Gereformeerde kerken schrijft, als slot van een breeder stuk: Wel beweert b. v. het Stichtsche Wekkertje, dat het overgaan op het spoor der Doleerenden zou open baren »(^«» goddeloozen moed (oin) de daden Gods iSs4 tot heden te loochenen"; maar ook deze uitval i enkel uit misverstand Uenzij dan uit zeer ver gedreven kerkisme) te verklaren; want geen enkel bezadigd Gereformeerd belijder kan of zal getuigen, dat de heerlijkheid van «Gods daden" sedert 1834 bestond in het separeeren van de belijders in en de belijders buiten het Herv. Genootschap, of wel in het daarstellen van een afzonderlijk contra Genootschap; neen, veeleer za ieder goed gescheidene moeten getuigen, dat de grootheid van »Gods daden" bestond in het vrijmaken van ker kelijke gemeenten uit zondige banden en het verwek ken van kerkelijk leven buiten het onbijbelsch Genootschap van. 1816 (of in •wee/wilys.n de kerkdrukkende en kerkdoodende werking vau dat Genootschap).

En aangezien nu het «overgaan" op het spoor der Doleerenden" in geen gevzl binnen de zondige banden van het Genootschap van i8j.6 terugvoert, raag er van de «verloochening der daden Gods" ook geen sprake zijn; ja, dient integendeel volgehouden te wor den, dat de doleantie van 1886 een vrucht en bevesii ging is van de «daden Gods" in 1834.

Een groep vrije Gereformeerde kerken, die van een andere groep, eveneens vrije Gereformeerde kerken, in haar beschouwingen iets overneemt, verloochent daar mede evenmin de daden Gods, als de etikele Christen zijn persoonlijke bekeering of wedergeboorte zou verloochenen, door iets van zijn medebroeder na te volgen. Daartoe is ïK^verloochening noodig. zeker; maar geen verloochening van het werk Gods. De bekeering blijft er de bekeering om.

Maar hoe dit zij, verloochening of geen verlooche ning, er dient nader te worden onderzocht, welke kerkbeschouwing het best met Gods Woord en de belijdenis overeenstemt: die van de Chr. Geref. of die van de Doleerenden.

Dit is volkomen juist gezegd.

Wie zijn bepaalde wijze van de kerk te regeeren voor Gods werk uitgeeft, staat waar de Paus staat. Dat was juist de valstrik der pauselijke hiërarchie.

»Gods werk" is het werk des Heiligen Geestes, dat tot breken m? t de zonde moed gaf en nu in ons de eere van Koning Jezus deed uitkomen.

Maar met de tegenstrijdige bepalingen of regelen van de alzöo vrijgemaakte kerken heeft Gods werk niets uitstaande. Dat te mee nen is gevaarlijke mystiek.

En dan gaat broeder Gijben voort.

Ea dan zij het ons vergund, hier nog bij te voegen dat, naar onze bescheiden uitgesproken meeaing, de bestaande verschillen voornamelijk oprijjen uit de verschillende begrippen, die men hecht aan het woord yikerk".

Is het waar, staat ot valt een kerk direct niet de va wijze, waarop zij geregeerd wordt door menschen; de ontstaat zij eerst door de mondelinge of schriftelijke pij vaststelling der regels voor de samenleving harer leden; wordt zij ^«voimd ^«-vormd of o»/vormd de alleen naar gelang haar bestuursinrichting is? Zoo ja, O dan hebben Je Roeper en het Stichtsche Wekkertje en ge hun geestverwanten gelijk, d& n is in 1816 het bestaan van alle plaatselijke Herv. kerken als ware herken vernietigd ; dan is het doleeren, zelfs van gemeenten zoo als te Reitsum, Voorthuizen, Bunschoten Maassluis, Zuidland enz. onzin, dan komt geen reformatie meer te pas en rest den gereformeerden belijders alleen het «stichten" van «nieuwe" kerken en het aangeven van die nieuwgeborenen bij de Overheid, overeenkomstig J.e wet van 1853 ; en men geeft liaar bestaan dan aan vau elke kerk apart óf van een massa tezamen al naar men het onderling goedvindt. Dan is het óok onzin, dat men tegelijk in de Herv. kerk en Initen het Herv. Genootschap leeft, want immers buiten het be j/K«^8verband beteekent dan hetzelfde als buiten de kerk. we de ha vo to N w3 vo 43 m

Maar als daarentegen het openbaren en bestendigen van de kerk in eersten aanleg Gods •werk is; als de menschen zich bij hun kerkbc uw hebben te schikken naar den geestelijken groei, die God verwekt; als de kerk van Christus reeds in het zichtbare optreedt overal waar een aantal discipelen van Christus hun belijdenis doen hooren — ook al is er omtrent de wijze hunner saimleving (m. a. w. omtrent de kerkregeering) nog niets naders geregeld —; als het God is, die zijne kerk naar zijn welbehagen tevoorschijn roept aan alle plaatsen, waar het Hem behaagt. — ja dan volgt daaruit nog niet, dat de Doleerenden«» alles het rechte spoor heb ben, dan wil dat nog niet zeggen, dat er onder beklem van het Herv. Genootschap niet een aantal valsche kerken zijn, maar dan moet men toch met de woorden «afscheiding» en «kerkstichting» wat voorzichtig zijn, en is er dunkt ons toch ook nog wel iets te zeggen in het voordeel van de beschouwingen der Doleerenden of van die twee en twintig leden der Chr. Ger. Synode welke bij de behandeling der Concept acte van ineensmelting de Herv. kerken niet «valsch» wilden noemen Genoeg te zeggen ahhans, om een nader onderzoek te rechtvaardigen en "iet a priori aan te nemen : «Wij. Chr. Geref. zijn nu eenmaal oud en wijs genoeg, wij weten wel precies, hoe alles behoort». Anderzijds is de eer voor de Doleerenden, als zij in het een of ander opzidit de lijnen zuiverder getrokken hebben, nog niet zoo bijster groot, daar zij na '54 een halve eeuw tijd namen, om zich op het kerkrecht te kunnen spitsen. t sgew b N w b i w gm k h

Voor dit goede woord zijn we erkentelijk.

Het is en blijft ook onze meening, dat voortgezette studie vanzelf het vereischte licht zal spreiden.

Onverschilligen zullen er altoos overblijven, ook ces pires aveugles qui ne veulent pas voir.

Maar de echte dege mannen gewonnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's

uit de pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 24 november 1889

De Heraut | 4 Pagina's