Officieele berichten uit de Ned Geref kerken.

Aan allen, die soms nog advies mochten te vragen hebben aan de hiervoor aangewezen juridische commissie, wordt bij dezen medegedeeld, dat van nu af de voor die commissie bestemde brieven aan den ondergcteekende moeten geadresseerd worden.

F. L. RUTGERS.

Nadat de kerkeraad der Herv. Gemeente te Moerdijk door een zijner leden, en in drie verschillende vermaningen door deputati classis, vruchteloos is opgeroepen tot vrijmaking dezer kerk, zijn onder leidmg van deputati classis bij den getrouwen diaken P. van Dam, naar het ambt der geloovigen, ambtsdragers bijgekozen en door Ds. J. H. Feringa van Klundert in hunne ambten bevestigd.

Het eerste werk van den kerkeraad is daarna geweest, de onwettigheid en krachteloosheid der organisatie van 1816/52, waartegen reeds tgdens Ds. Koeken door deze kerk zoo ernstig is gestreden, te constateeren, en de onafgebroken wettigheid der Dordtsche Kerkenordening te erkennen; d larbij voor de gemeente den ouden naam van Nederduitsche Gerefor meerde kerk weer in gebruik nemende. Het tweede was! bestendiging van de beiden onmisbare samenwerking met de Christelijke Gerefoi meerde broederen te Moerdijk te zoeken. Waarvan bij dezen, met verzoek om in hare correspondentie te deelen, aan alle zusterkerken wordt kennis gegeven.

Het adres van den kerkeraad is: A, P. Ardon te Moerdijk.

De kerkeraad voornoemd:

J. H. FERINGA,

consulent.

JAN DEGEMANS.

A. P. ARDON.

P. VAN DAM.

Moerdijk, 16 Febr. 1890.

De kerkeraad der Ned. Geref. kerk te Kooten (Friesland) heeft tot scriba benoemd den heer J. K. Kamstra, aan wien voortaan alle stukl*en, deze kerk betreffende, kunnen verzonden worden.

De kerkeraad voornoemd,

H. K. ZIJLSTRA.

Kooten, 18 Febr. '90.

Kort verslag van de vergadering der classis Amersfoort, op Woensdag 12 Februari 1890.

Na opening der vergadering door Ds. M. J. Bouraan, als praeses van de vorige samenkomst, met gebed en lezing van Psalm 91, worden de geloofsbrieven nagezien en goedgekeurd.

Elf kerken zijn vertegenwoordigd door 20 af gevaardigden.

De afgevaardigden van éen kerk, die geen geloofsbrief hebben, worden voor ditmaal toch als stemhebbende leden toegelaten.

Dr. G. van Goor wordt hierop als praeses en Ds M. J Bouman als assessor, gekozen.

De notulen worden daarna gelezen en goedgekeurd.

De heer B. S. de Beer, van Amersfoort, wordt daarop de vergadering binnengeleid, om te worden onderzocht, of hij bekwaamheid bezit om als oefenaar de kerken te dienen. Ds Bouman ondervraagt hem aangaande zijne kennis der Heilige Schrift, Ds. Adriaanse over de leerstellige godgeleerdheid. Dr. Van Goor over de hedendaagsche ketterijen en beginselen van kerkrecht en Ds. Westerbeek van Eerten over de hoofdmomenten der vaderlandsche kerkgeschiedenis.

Na afloop van het onderzoek wordt besloten, den heer De Beer machtiging te verleenen, om in de kerken der classis te oefenen, mits door de kerkeraden daartoe uitgenoodigd zijnde.

Bij de omvraag naar art. 4r levert de kerk van Nichtevecht een verzoek in van den heer Welman aldaar, om als oefenaar te worden toegelaten. Wordt besloten genoemden broeder te berichten, dat de classis bereid is hem te onderzoeken, doch dat hij zich, zoolang dat onderzoek niet heeft plaats gehad, moet onthouden van in het publiek op te treden.

De eindstemming over de vacatuurgeldenregeling heeft plaats en met algemeene stemmen wordt dienaangaande het volgende vast gesteld:

ART. I, De schadeloosstelling voor iedere beurt in een vacante gemeente bedraagt f 6.—

ART. 2. Voor het leiden van iedere kerkeraadsvergadering, wordt eveneens / 6.— vergoed.

ART. 3. Deze gelden moeten alle drie maanden bij den quaestor der classis tegen kwitantie worden gestort, en worden door dezen onder den naam: kas der vacatuurpenningen afzonderlijk beheerd.

ART. 4. De bedienaren des Woords dienen bij den quaestor hunne opgaven van reis-en verblijfkosten in, en ontvangen die uit de kas der vacatuurpenningen terug.

ART. 5. Hetgïen in genoemde kas, na uitkeering van het volgens Art. 4 verschuldigde, overblijft, wordt alle drie maanden tusschen de verschillende bedienaren des Woords verdeeld naar verhouding van de door hen vervulde vacatutirbeurten en andere door hen bewezen diensten.

ART. 6. Kerken, voor welke de bovengenoemde bedragen in hare schatting te hoog mochten zijn, kunnen zich met hare bezwaren tot de classis wenden, welke, de bezwaren gegrond oordeelende, het recht heeft zoodanige kerken gedeeltelijk van het betalen der verschuldigde gelden te ontslaan In ieder geval moeten alsdan de reis-en verblijfkosten van de bedienaren des Woords worden vergoed.

Als datum voor de volgende vergadering wordt aangewezen Woensdag 14 Mei a.s. Roepende kerk is Bunschoten.

Tot classicale deputaten worden benoemd Ds. G. van Goor en ouderling J. H. de Waal Malefijt.

De vergadering wordt hierop gesloten en Ds, Westerbeek van Eerten eindigt met dankzegging.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen