GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Om zelfs den schijn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Om zelfs den schijn

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

altfsierdam, z6 Dec. 1890.

Om zelfs den schijn te vermijden, alsof we ons uitsluitend op Voetius beriepen, verwezen we D.--. Beuker een vorig maal naar Trigland en Pictet. Toch willen we aan hetgeen door deze beide mannen gezegd wierd, nog bet getuigenis van geen minder dan Calvijn toevoegen.

Calvijn h; efc namelijk in 1537, in den vorm van eeu brief, een soort brochure over deze quaestie geschreven, die in de ediiie van Reuss te vinden is Ï.T het Jde deel, op blz.279—311.

Mogen we nu Ds. Beuker vriendelijk verzoeken, dezen kosteiijken brief eens in zijn geheel te willen lezen ? De quaestie, die hij opwierp, is zoo uiterst gewichtig, dat ze deze kleine moeite hem zeer zeker waard zal zijn.

Deze brief is door Calvijn geschreven aan een pastoor, met wien hij bevriend was, en die onlangs tot bisschop was verheven. Nu verkeerde deze vriend van Calvijn blijkbaar in zekere spancing. liij had wel sympathie voor de reformatie der kerk, maar v^fjst niet, hoe dit met zijn positie overeen te brengen.

En nu komt Calvijn tot dezen aarzelenden vriend, om hem te betoogen: i". dat hij, al heeft hij in een valsche kerk het ambt gekregen door een valsche hiërarchie, toch dit ambt als zoodanig van Christus heeft; 2'. dat hij, zoo hij den moed mist om in dit zijn ambt de reformatie der kerk ter hand te nemen, beter doet het neer te leggen, dan het in strijd met Gods Woord te blijven bedienen; maar ook ten 3". dat hij tot dit nederleggen van zijn ambt nooit met een goede conscientie zal kunnen komen, v/ant dat naar luid van Gods Woord de stellige plicht op hem rust, om met ambtelijk gezag in deze vervalschte kerk de waarheid Gods weer tot eere te brengen.

Plaatsen we ons dus ook nu op het standpunt van Ds. Beuker, dat we de „Ned. Hervormde kerk, " die wij liever een „schijakerk" noemen, als „valsche kerk" hebben te betitelen, dan volgt hieruit, dat volgens Calvijn een iegelijk, die in deze valsche kerk een zekere roeping heeft, hetzij als dienaar des Woords, als diaken, als ouderling of als geloovige, geroepen, en van Godswege gehouden is, het alzoo door hem bekleede ambt tei gebruiken, om de kerk, waarin hij zich bevindt tot reformatie te brengen.

Hieruit blijkt dus, dat het gevoelen in Separatie en Doleantie ten deze verdedigd geheel overeenkomt met wat Calvijn en zijn theologen geleerd hebben; en dat de meening van Ds. Beuker, die tot gegeheel tegenovergestelde conclusie leidt, metterdaad in strijd is met wat onze reformateurs en theologen in gelijk geval op grond van Gods Woord geleerd hebben.

En nu spreekt het wel vanzelf, dat hiermede aan ~£is. Beuker de vrijheid niet ontnomen is, om tegen het gevoelen van Calvijn, Voetius, Trigland, Pictet o. a. in te gaan; maar dit kome dan ook uit, en dan weerlegge hij de gronden die Calvijn en de zijnen uit Gods Woord voor hun gevoelen gegeven hebben.

Iets waaraan we nog een historische herinnering toevoegen.

Ze is deze.

Toen Ds. De Cock, Ds. Van Velzen, Ds, Brummelkamp c, a. met de „valsche" kerk braken, en optraden in de Christelijk Gereformeerde kerk, hebben ook deze mannen er nooit anders over geoordeeld, of ze behielden hun ambt, dat ze in „de valsche kerk", na 1816, ontvangen hadden, en stonden onder de verplichting van Godswege, om dit hun ambt aan te wenden tot i-eformatie der kerk.

Geldt dit nu van het ééne ambt, dan geldt het natuurlijk van alle ambtelijke roepingen.

Niet alleen voor de dienaren des Woords, maar evenzoo voor de ouderlingen, diakenen en geloovigen.

Laat dus dit punt eerst eens door kalme, bezadigde, principieele redeneering tot een conclusie worden gebracht.

Zoo alleen komen we verder, en Ie eren we elkander over en weder verstaan.

De woorden zelven van Calvijn deelen we in een volgend nummer mede.

Thans ontbreekt daartoe de plaatsruicute.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 december 1890

De Heraut | 4 Pagina's

Om zelfs den schijn

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 december 1890

De Heraut | 4 Pagina's