GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

,,Alle mensch leugenachtig.”

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,Alle mensch leugenachtig.”

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Doch God zij waarachtig, maar alle mensch leugenachtig ; gelijk als geschreven is: pdat Gij gerechtvaardigd wordt in uwe woorden, eu overwint, wanneer Gij oordeelt. Rom. 3 : 4,

Liegen is een verfoeilijk kwaad, en een kwaad, dat tegelijk zoo gemakkelijk is.

Reeds het kleinste kind, dat ternauwernood kan stamelen, is die onheilige kunst reeds machtig. Lieden die in alles dom zijn, soms op het onnoozele af, zijn niet zelden slimme, sluwe leugenaars En er zijn er, die het in deze booze kunst tot zulk een afschuwelijke hoogte gebracht hebben, dat ze zonder blikken of blozen niet alleen kunnen »liegen alsof het gedrukt is", maar ook hun leugenachtige voorstellingen zoo brutaal en zoo geraffineerd kunnen inkleeden, dat er soms geniaal talent toe hoort, om zulk een gedrochtelijk weefsel van leugen en bedrog te ontwarren.

De leugen heeft dan ook haar schandelijke school.

Want al wordt ieder mensch als leugenaar geboren, toch wordt hij ook geboren met in zijn ziel een besef van Gods alomtegenwoordigheid en alwetendheid, en met de wetenschap dat liegen slecht is.

dat liegen slecht is. In het begin kost elke leugen een bange worsteling. Vooral het jonge kind voelt zich dan tusschen twee machten. Eenerzijds de prikkel en de drang om zich door een leugen iets toe te eigenen of straf te ontgaan; en anderzijds de prikkel en de drang om de leugen als een giftige adder van zich af te schudden. Daar redeneert een kind wel niet bij, maar toch is de worsteling, die ook bij zulk een klein kind plaats grijpt, in het wezen der zaak geheel dezelfde als de innerlijke strijd van den volwassene, die zich rekenschap geeft van wat er in hem omgaat.

Het teeken van die innerlijke worsteling is het rood worden van het aangezicht; het zwevend worden van den blik; en de bedremmeldheid of de gedwongen resoluutheid van heel den persoon.

Dit toont dan, hoe deze zedelijke strijd heel het innerlijk wezen van het kind in schudding en ontroering brengt; zijn hart in spanning houdt; zijn bloed sneller door zijn aderen jaagt; zijn oogzenuw van haar gewone spankracht berooft; en soms zelfs trilt door al zijn ledematen.

Maar, gelijk gezegd, de leugen heeft haar school-Ze leert allengs het kind liegen. Ze went het kind aan - het liegen. Ze verhardt het kind tegen de worsteling, die alle onwaarheid spreken eerst met zich bracht.

eerst met zich bracht. En zoo raakt het arme kind dan in de strikken van de leugen verward. Zijn innerlijke strijd wordt zwakker. Al spoedig is het of bij kleine leugentjes die strijd geheel ophoudt. En soms vindt men reeds kinderen van tien jaren en jonger, die volstrekt ongevoelig zijn geworden voor de brutaalste onwaarheden, die ze u voorjokken.

Toch bestaat die school van de leugen nog in iets anders.

Kinderen leeren maar al te dikwijls het liegen aan elkander.

Ze doen dit op drieërlei manier. Vooreerst doen de ouderen dit door hun 'voorbeeld.

Een jong kind, dat met zijn nog zoo teeder geweten voor het eerst raet de lewgen in aaa raking kwam en er voor bezweek, heeft daar van achteren weet van. Zijn leugen jaagt hem na.

Doch als het nu straks zijn andere broertjes of zusjes, of ook zijn schoolmakkers van meer jaren, zoo gemakkelijk jokken hoort, en merkt hoe ze er van achteren nog om lachen en er nog op pochen, dat ze »door maar iets te zeggen, dat niet waar was, " zich zoo mooi uit den brand hebben geholpen, dan stilt dit bij zulk een kind de pijn van binnen, en gaat het al spoedig in »een jokken" iets minder verschrikkelijks zien, soms zelfs een blijk van vaardigheid, van slimheid en van droeven, moed.

Erger nog wordt het in de tweede plaats, als zulk een kind zelf eens iets gedaan heeft, dat verkeerd was; en er nu inzit; en geen raad weet; en bang voor straf is; en een ouder broertje of een oudere schoolmakker merkt dat, en komt hem nu troosten; en zegt »dat het niets is, dat hij maar zeggen moet dat het zóó en zóó gebeurd is", en met dat hij het zegt, een leugen voor hem uitvindt en klaar maakt.

Dat is dan de verleidelijkste leugen, gehuld in het kleed der troostende liefde. Maar het allerergste karakter neemt deze school der leugen aan, als het jonge kind met andere kinderen saam eenig kattekwaad heeft uitgevoerd, en de oudere er nu belang bij hebben, dat het jonge kind ze niet verraadt.

Dan spreken die oudere deugnieten saam af, wat ze tegen vader, wat ze tegen meester zeggen zullen. Niemand zal bekennen. Allen saam zullen ze eenzelfde leugen zeggen. Maar, aeggen ze dan al spoedig, as op dien ^deinen Vent. Die valt dobr de mand.

En op dat zeggen begint dan het ergerlijkst onderwijs in het liegen. Dan wordt die kleine gevleid en gedreigd. Hem wordt gezegd, hoe laf hij zijn zou, zoo hij waarheid ging spreken. Hoe meeliegen zijn plicht is. En op de eere van zijn jongenshart wordt hij opgeroepen, om plechtig te beloven, dat ook hij brutaal weg liegen zal. En doet hij het niet, dan, ja, dan zullen ze hem wel vinden.

En wat doen nu de ouderen? Wat doen vader en moeder ? Wat doen de meesters ? Wat doen de dienstboden, om den invloed van deze onheilige school der leugen tegen te gaan ? Meestal, o, zoo weinig! Eerst vergoelijken ze het kwaad, door als een kind liegt, dat maar »een jokken" te noemen. Een listige onderscheiding, die uit den Booze is, en de zedelijke kracht der opvoeding breekt.

Want jok is één met scherts. Er ontbreekt het karakter van ernst aan. En in zoo'n »kindcrjokken" vindt men dan zelfs iets, dat wel, ja, moet tegengegaan, en waar men kwansuis boos over moet wezen, maar waar men niet werkelijk boos over is.

Een leugen is schrikkelijk, maar een »jokkentje", nu ja, dat zal God een kind niet toerekenen. En hoe dit sjokken" bij het kind niets dan de kinderlijke vorm van dezelfde booze leugen is, die straks karakters vernielt, merkt men niet.

Maar veel erger nog is het, dat het kind bij zijn opgroeien al spoedig ontwaart, hoe er in den omgang van de oudere personen met elkaar allerlei conventioneele leugen bestaat, waar niemand iets in vindt, en, gaat het op volwassen leeftijd de maacschappij in, dan vindt het heel de maatschappij op allerlei manier verlengend.

Er is dan wel onderscheid. Als het bepaalde feiten geldt van eenigszins ernstigen aard, wordt de leugen wel nog gebrandmerkt; maar de gewone conventioneele leugen heet geen leugen meer.'

Vader was niet thuis; die mag er ook niets van weten; en nu spreekt moeder met de kinderen af, om er vader niets van te zeggen, of als vader er naar vraagt, de zaak zóó en zóó voor te stellen.

3> Als ge er naar gevraagd wordt, dan zegje maar dit en dat."

Goddank, zijn er nog tal van ernstige gezinnen, waar men zulk een schandelijke leugenachtigheid nog verfoeit, maar, helaas, ook onder ons Christenen zijn gezinnen, waar diezelfde leugen op die wijs voort en voortkankert.

En natuurlijk, waar zoo de bodem van het leven onderwoeld is, merken kinderen, met hun fijne opmerkingsgave het ook zeer goed, hoe soms vader en moeder, als ze in werkelijke verlegenheid zitten, niet zelden in het bijzijn van hun kroost, samen beraadslagen, hoe ze er zich uit zullen redden, d. w. z. tot welke leugen ze hun toevlucht zullen nemen.

Vooral ook de invloed der dienstboden werkt in dit opzicht hoogst ongunstig; en ouders die hun kinderen liet hebben, mochten als ze »getuigen" van hun aanstaande dienstboden vragen, wel in de eerste plaats onderzoeken, of zulk een meisje gemeenlijk de waarheid spreekt, of dat het vaak liegt.

Want metterdaad, de toestand onzer dienstboden is in dit opzicht bedenkelijk.

Wat op school onder de kinderen heet, dat «meester beliegen" eer een heldendaad dan zonde is, wordt bij onze dienstboden de overtuiging, dat »zijn volk beliegen" geen zonde, maar een natuurlijk middel ter verdediging is.

natuurlijk middel ter verdediging is. Er wordt iets gebroken, er wordt iets vermist, maar de man die het brak of wegnam ligt op het kerkhof.

Vooral waar meerdere dienstboden saam dienen neemt die leugen hand over hand toe; want »het te zeggen" als er naar gevraagd wordt, heet dan laf; en, zoo ook de anderen er bij betrokken zijn, geldt zulk spreken van de waarheid, voor verklikken en verraad.

Die geest heerscht, helaas, onder onze dienstboden. Niet onder allen. Er zijn er-ook beteren. Maar de beteren zijn de minsten in aantal. Ook de kindermeisjes lijden aan hetzelfde euvel. En is het dan zoo wonder, dat de invloed die ook van onze dienstboden op de kinderen uitgaat, vaak allerverderfelijkst is?

En wat doet nu de kerk van Christus tegen dit alles?

Bant, weert, bestrijdt, vloekt zij althans de leugen op alle manier?

o. Het is jammerlijk om het te moeten uitspreken, maar het feit ligt er toe, dat ze zelve, in zoo menigen kring innerlijk, innerlijk verlengend is; en, denk slechts aan onze volkskerken, de leugen tot in de kerk, tot in het heilige voedt, duldt en vergoelijkt.

Vandaar dat er zoo weinig, met diep indringende menschenkennis, tegen de leugen gepredikt en getoornd wordt.

En toch men mag wel toezien. Natiën als de Italiaansche en de Fransche zijn allengs, juist door de leugen in de volkskerken, zoo tot in heur merg en gebeente door de leugen aangetast, dat geheel het nationale leven er op de leugen gebaseerd is.

En dit niettegenstaande God de Heere ons in zijn Woord met zoo doordringenden ernst gewaarschuwd heeft: i> Alle mensch is leugenachtig en God alleen waarachtig!"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1891

De Heraut | 4 Pagina's

,,Alle mensch leugenachtig.”

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 november 1891

De Heraut | 4 Pagina's