Uit de Pers.

Zoo dikwijls het pas gaf, drongen we aan op steeds verdere uitbreiding van het orgelgebruik in onze Christelijke kringen.

Daarom verraste en verheugde het ons ditmaal ook in de Bazuin een goed woord van Ds. Gispen over het orgel te vinden. Niet alsof we aan de liefde voor het orgel bij de redactie van de Bazuin twijfelden; maar die liefde ook in anderen over te gieten is nog meer dan zelf het orgel lief te hebben.

Ziehier wat hij schreef.

Ik weet niet, of de boekaankondiging, in de Bamin van 13 dezer, uwe aandacht getrokken heeft. Zoo ja, dan heeft u zeker getroffen de gunstige beoordeeling over de onderneming van den heer Breebaart, orgelhandelaar te Amsterdam, van zijne uitgave der klassieke meesterstukken voor het orgel, met aanwijzing van de registers van het Amerikaansch orgel die bij het spelen, voor die stukken, gebruikt behooren te worden, en die tevens onderstellen de uitnemende inrichting der orgels, welke door Breebaarts orgelhandel in tal van huiskamers, kerken en andere plaatsen worden aangetroffen. Een aantal tevredenheidsbetuigingeu zag ik onlangs, en zoo gij den zendeling Nijland te Jeruzalem kent, kunt gij zulk een orgel met eigen oogen aanschouwen.

Doch dit is het eigenlijk niet, wat ik zeggen wilde.

Ik gun van harte alle orgelhandelaars een ruim debiet, goede winst en prompte betaling. De muziek is echter meer dan het orgel. En dat nu, in onze dagen, de muziek, en met name de orgelmuziek, in alle standen der maatschappij en niet het minst in Christelijke kringen zoo zeer gezocht en bemind wordt, zie, dat verblijdt mij. B.et orgel is en blijjt de koning der instrumenten. In zijn beteekenis en volmaking is het een schepping van den Christelijken geest, de uit drukking van de volkomenste harmonie der tonen; niet door velen, gelijk in het orkest, maar door één man, bezield met den geest des Heeren, voortgebracht.

Als we nu binnen een niet te lang tijdsverloop wat gemakkelijker muziek voor het orgel krijgen, b.v. de melodieën van vaderlandsche eu algemeen bekende Christelijke liederen, eenvoudig gezet, zonder te veel variaties, dan zal het nog een lust worden in zulk een muzikalen tijd te leven. Ook zal dat een en ander veel kunnen bijdragen tot verbetering van het kerkgezang, om ons meer en meer te verlossen van dat draaierige en sleperige, dat den gloed en gang van het lied zoozeer verzwakt. Ook zullen dan de kerkeraden, kerkvoogden of kerkelijke commission alomme toezien, dat er zijn bekwame organisten, die ook verstand hebben van registreeren, en, door het statige en plechtige van den orgeltoon, met hunne gaven, de gemeente waarlijk stichten.

Door het Handelsblad is opgemerkt, dat onze Calvinistische handwerkslieden toch werkelijk niet op idioten of langooren gelijken, gelijk Uilenspiegel de belijders des Heeren gewoonlijk teekent. Het is te hopen, dat de schrijver »van Dag tot Dag, " dit zelf nu niet weder vergeet, en nalaat zijn giftige woorden tegen eminente mannen, die het liberalisme weerstaan, onder het volk te strooien en op hem niet van toepassing zij het bekende woord : «geneesmeester, genees u zelven!" Oprechter lof is aan onze Christelijke werklieden, bij de sluiting van het Congres, gegeven, van wege de flinkheid van hun optreden, de zuiverheid waar mede zij zich in de moedertaal uitdrukken kunnen, en geheel hun bescheiden houding, die toch van alle slaafschheid en mooi-praterij vreemd bleet. Wie zal berekenen, van hoeveel invloed ook hier de muziek is? Want ook in tal van geteten werkmansgezinnen treft men tegenwoordig een orgeltje aan, waar psalm en lied, ouders en kinderen aan eldander, aan den dienst des Heeren, aan de vaak moeilijke levenstaak verbinden en voor dat alles bezielen, met plichtsbesef in het hart, met den hemel in het oog."

Dit is uitnemend gezegd.

Jammer alleen dat de tegenstelling met de piano er in ontbreekt.

Want wel mag men niet de dwaze stelling opzetten, alsof de piano in zichzelve verkeerd ware. Integendeel ook de piano is een rijk en keurig instrument, dat, goed gebruikt, verheft, opwekt en bezielt.

Maar heel iets anders is de beteekenis van de piano in onze-tegenwoordige maatschappij. Het mode-instrument. Het instrument waarop ieder meisje moet leeren tjingtjangelen om welopgevoed te zijn. Het instrument dat onze boeren aanschaffen als ze den heereboer willen uithangen. En dank zij die jammerlijke vogue het instrument, dat in gewone were/dscAe knagen den toon aangeeft.

En juist dit nu maakt, dat in de piano voor kinderen van Christenouders altoos een gevaar steekt.

Voor zoo menigeen reeds vormde de piano de noodlottige brug, waarover men uit onze kringen in die der wereld overglipte.

En kon de sluier der eeuwigheid voor ons worden opgelicht, dan zijn we overtuigd, dat de zegenende uitwerking van het orgel schitterend zou uitblinken, terwijl die van de piano stellig zeer schaars te vinden zou zgn.

Het orgel voedt en onderhoudt den Christelijken levenstoon. De piano doet daaraan zoo veelszins afbreuk.

Eere daarom aan onze Christenwerkliedcn, die geen piano maar een orgel nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen