Uit de Pers,

Uit de Roeper nemen we ditmaal dit warm gestelde artikel over, dat van moed en hope, zonder overmoed, getuigt.

In de Kerkelijke kringen der Gereformeerden van ons vaderland, heerscht een ongewone bedrijvigheid. Geen wonder. Nog slechts ongeveer vier weken scheiden ons van de Synodale Vergaderingen der Christ, Geref. en Ned. Geref. Gemeenten, die in de hoofdstad van ons land zullen gehouden worden, en waarop de i.00 gewichtige zaak, de vereeniging van de Gereformeerden in Nederland, de hoofdzaak van behandeling zal zijn.

Worden bij de Ned. Geref, dezer dagen de Classicale Vergaderingen, met het oog op de Synodes, gehouden, omdat zij tot hiertoe een Classicale vertegenwoordiging op de Synode hebben, bij ons zijn de Classicale vergaderingen te dezer zake reeds achter deti rug, en worden thans gevolgd door de Provinciale Synodes, die afgevaardigden ter Synode kiezen. Wat ons van het verhandelde op onderscheidene Provinciale Synodes ter ooren kwam, luidt alleszins bemoedigend, met het oog op de beslissing, die eerlang in Amsterdam vallen zal. De vorige week vergaderden de Christ. Geref. Gemeenten van Gelderland in particuliere Synode te Arnhem, om zich hoofdzakelijk bezig te houden met de behandeling van de Memorie van Defutaten inzake de vereenigi der Gereformeerde Kerken, na onderlinge corresp dentie, respectievelijk aan de Kerken, door welke z tenocmd waren, aangeboden.

Was deze vergadering van hoog belang, omdat de zaak, die haar bezig hield, zulke ver strekkende gevol gen heeft, zoowel voor de Christ. Geref. Kerk als voor Ned. Geref, Gemeenten, met blijdschap en dankerkentenis aan den Heere kunnen wij daarom het feit constateeren, dat het der vergadering niet moeielijk is gevallen, in deze gewichtige en teedere aangelegenheid tot een besluit te komen.

Het eerste besluit, dat door de broederen met algemeene stemmen genomen werd^ was: goedkeuring te hechten aan hetgeen door onze Deputaten inzake de vereeniging verricht is.

Dit besluit was beslissend voor hetgeen volgen zou. De vraag toch, hebben de Deputaten gehandeld in den geest van de Synode te Leeuwarden, beheerscht hier alles, en zal oök op de a.s. Synode vóór alles beantwoord dienen te worden.

Door het antwoord dat Gelderland's Gemeenten op deze vraag gegeven hebben, hebben zij de handelingen der Deputaten voor haar rekening genomen.

Wie het in waarheid om de vereeniging van de Gereformeerden te doen is, en met biddenden ernst pogingen daartoe aanwendt, zal moeten erkennen, dat onze Deputaten met ijver en nauwgezetheid de belangen der Christ, Geref. Gemeenten hebben be hartigd, en in de gegevene omstandigheden niet anders hebben kunnen handelen, dan zij gedaan hebben.

Niet allen schijnen deze meening te zijn toegedaan; te oordeelen althans naar hetgeen door enkele afzonderlijke personen in den laatsten tijd over de Memorie van de Deputaten geschreven is. Wij betreuren deze uitlatingen in hooge mate. Niets wordt door deze broederen toch gezegd, wat een nieuw gezichtspunt aangeeft. Bovendien hebben de broederen de gelegenheid in den Kerkelijken weg met hun bezwaren voor den dag te komen. Of zij het gedaan hebben, weten wij niet, doch wij spreken als onze overtuiging uit, dat het niet goed is, zóó kort voor de Synode, een zaad te strooien, dat licht tot verdeeldheid aanleiding kan geven.

Of wij dan meenen, dat de weg nu reeds geheel vlak en eiïen is, en of wij zoo kortzichtig zijn, dat wij geen enkele oneffenheid op den afgebakenden weg ontdekken? Verre van daar. Ook wij zien moeielijk heden, die alleen door vroed beleid en zelfverlooche nende liefde kunnen worden weggenomen.

Wie nu, vóór alles, de rust liefheeft en de vereeniging van de Gereformeerden geen inspanning en zelfverloochening waard is, die beginne eenvoudig niet aan deze zaak, maar getrooste zich dan ook den zwaren last te torschen, die men op zich laadt, wanneer men handelt tegen het uitgedrukt bevel des Heeren,

Wie zich dan ook te dezer zake in zijn denken en doen alleen laat beheerschen door de vraag wie er aan het langste eind trekt, en niet dulden kan, dat aan zijn zijde meer toegeeflijkheid gevorderd wordt dan aan de andere zijde, zal zeker niet van harte kunnen medewerken om het begonnen werk voltooid te zien.

De provincie Gelderland doet hier niet aan mede. Zoo de zaak nu staat, is zij onzes inziens een zaak van Christelijk vertrouwen. Is er geen vertrouwen inl de wederzijdsche uitspraken, gaat men angstvallig vragen, of hier en daar geen adder onder het gras schuilt, al verbergt zij zich ook onder schoone woorden, dan zou het beter zijn, dat de zaak niet begonnen ware, daar zij, in plaats van aan de eere Gods bevor derlijk te zijn, veeleer den vijanden van de Gereform leer zal ten goede komen in hun sirijd tegen de Gereformeerden.

Wij voor ons-, en ook de Synode van Gelderland, gaan uit van de gedachte, dat èn de wederzijdsche Deputaten èn de wederzijdsche Synodes, die deze zaak hebben te behandelen, mannen zijn, die vóór t alles de eere Gods ter harte gaat, en daarom ver trouwen waardig zijn, tenzij duidelijk blijke, dat ze zich het vertrouwen der Gemeenten hebben onwaardig gemaakt.

Zoolang dit niet onwederlegbaar blijkt, is het niet geoorloofd hun bedoelingen toe te schrijven, die tegen het welzijn van de Ned. Geref. of Christ, Geref, Gemeenten indruischen.

Alleen waar de verdere onderhandelingen en besluiten op wederzijdsch vertrouwen gegrond zijn, kan van den arbeid der a, s Synodes een hetrlijke vrucht verwacht worden onder den zegen des Heeren, een vrucht waarvoor het nageslacht den Heere nog danken

zal. Mocht het van achteren blijken, dat er werkelijk nevenbedoelingen in het spel geweest zijn, die komen dan voor rekening van hen, die deze zaak hebben durven ondernemen, maar wij vertrouwen dari ook tevens dat de Heere, Die alle dingen bestuurt, ook dit zal doen medewerken ten goede voor Zijn duurgekochte Kerk.

Doen wij slechts wat onze hand vindt om te doen, n 1. bidden en de hand aan de ploeg slaan, een ieder in den kring, waarin hij werl^zaam is.

De vijand zit niet stil, en zal, vooral nu het er op aankomt, allerwege pijlen zoeken, tot zelfs in ons eigen kamp, om ons daarmede te treffen.

Aller oogen zijn op ons gevestigd. Geve de Heere allerwege eenstemmigheid en broederlijke genegenheid, opdat, na weinige weken, de vijanden ten spijt, Jeruzalem's muren voltooid mogen worden.

Ga daartoe in de binnenkamer, zoowel als in de bijeenkomst der Gemeente, het gebed gedurig op tot den troon der genade, tot den Vader van alle barmhartigheid in Christus, dat Hij, Die tot hiertoe boven bidden en denken welgedaan heeft, ook verder Zijn genadigen bijstand en de voorlichting des Heiligen ­ Geestes verleene.

Onze hulpe zij in den Naam des Heeren, Die hemel en aarde gemaakt heeft,

Aan Ds. Lindeboom van Zutphen voor dit goede woord onze dank.

Metterdaad het gebed mag niet vertragen. De eenheid die komt moet ons van God gegeven zijn, opdat er Hem de dank en de eere voor worde toegebracht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen