GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele berichten uit de Ned. Geref. Kerken.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele berichten uit de Ned. Geref. Kerken.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

' De Ned. Geref. kerken van Noord-Brabant en Limburg vergaderden op 2 Juni j.l, in buitengewone classe te Klundert.

Na opening met gebed en met voorlezing van Ps. 19 geschiedden het onderzoek der credientiebrieven en enkele mededeelingen van den classicalen correspondent.

Het moderamen vormden Ds. Feringa, praeses. Ds. Schouten, assessor en br, A, C. van Drimmelen, scriba.

Na voorlezing der notulen en na rapport der Depp. Class, ad examina, geschiedde het onderzoek van den heer A. L. Ruijs, cand. tot den H. dienst, beroepen te Fijnaart door Ds. Fernhout van Dordrecht, Ds, Schouten en ­ Ds. Feringa met medewerking der Depp. Syn. Ds. P. J. W. Klaarhamer van Utrecht en Ds. J. C. Sikkel van 's Gravenhage, in de vakken van het peremptoir examen. Na onderteekening van het bekende formulier van instemming met de Geref. belijdenis, werd hij toegelaten.

Inzake de algemeene proceskosten besloot men, ingevolge ingewonnen advies de a. s. Voorloopige Synode af te wachten.

Na nog enkele besprekingen en na vaststelling en teekening der nieuwe notulen werd de vergadering met dankgebed gesloten.

J. H. FERINGA, class, corr.

Kort verslag van de gewone vergadering van de classis Arnhem G. a. op Woensdag i Juni 1892,

De praeses, volgens toerbeurt Ds. Koster van Velp, verzocht den aanwezigen tot opening der vergadering te zingen Psalm 68 : 16, las daarna Eph. I en ging voor in gebed.

De broeders Hazelhoff en Ormel, die op verzoek van den praeses de credentiebrieven nazagen, bevonden, dat 21 kerken vertegenwoordigd waren door 36 afgevaardigden met keurstemmen.

De broeders Ds. Van Schelven en Van den Brink werden door den voorzitter aangewezen als assessor en scriba.

De actuarius las de notulen der vorige vergadering voor, die, nadat Dr. Franssen over een punt opheldering gevraagd en ontvangen had, goedgekeurd werden.

Geprotesteerd werd tegen de handelingen van Ds. Raman en een algevaardigde uit Wageningen, die zonder wettige redenen afwezig waren, alsook tegen die van een br. ouderling van Apeldoorn, die zonder kennisgeving was achtergebleven. Wijl van een br. uit Opheusden een bezwaarschrift was ingekomen tegen den kerkeraad aldaar, werd het noodzakelijk geacht, dat Ds. Raman, als consulent dier kerk, bij 't behandelen van genoemd stuk tegenwoordig zou zijn. Hij werd daarom geroepen.

Een deputatie van de classis der Chr. Geref, kerk kwam daarop binnen. De praeses heette deze broeders namens de vergadering hartelijk welkom en uitte den wensch dat, waar de Heere ons hope geeft op eene gezegende toekomst voor de Geref. kerken dezer landen, deze hoop verwezenlijkt moge worden en we spoedig als vereenigde classis der Geref. kerken mogen samen komen.

Daarna kwam aan de orde de behandeling van meergenoemd bezwaarschrift. Door den assessor werd het stuk voorgelezen en door de vergadering breedvoerig besproken; en nadat die Br. uit Opheusden binnen gekomen was volgde nog een langdurige, levendige discussie. Als naar gewoonte bleek beiderzijds schuld.

Eene deputatie uit 4 personen bestaande

werd benoemd, waarvan 2 met dien broeder uit Opheusden en 2 met de afgevaardigden van den kerkeraad te dier plaatse in de pauze zouden spreken, ten einde zoo mogelijk eene wederzijdsche verzoening te bewerken.

De morgenvergadering werd daarop door Dsi Gangel met dankzegging gesloten.

Nadat de middagzitting door Br. Langendijk met gebed was geopend, volgde allereerst het onderzoek van Br. Van Velzen uit Ede, om als oefenaar te worden toegelaten.

Ds. Van Schelven, Ds. Bakker, Ds. Koster en Ds. Eisma onderzochten achtereenvolgens naar zijne kennis van de H. Schrift, Dogmatiek, hedendaagsche ketterijen, en gevallen van de conscientie. De classis besloot tot toelating.

De praeses, stelde Br. Van Velzen met den uitslag van dit onderzoek in kennis, wenschte hem Gods onmisbaren zegen toe op zijn werk, doch vermaande hem tevens de kerk van Ede als vacant te blijven beschouwen, en stappen te doen tot verkrijging van een Bedienaar des Woords.

Andermaal kwam de zaak van Opheusden aan de orde.

De deputaten meenden door de broederlijke bespreking wel iets gevorderd te zijn, en ook de vergadering had werkelijk hoop, dat de afgevaardigden van Opheusden meer het verkeerde hunner handelingen inziende, ter verzoening geneigd waren. De klagende Br. werd binnengeroepen. Deze had evenwel nog dezelfde grieven en de schuld van alles lag z. i. bij den kerkeraad en bij hem alleen. Hierdoor ontstond opnieuw verwijdering en de besprekingen moesten uithoofde van den tijd, worden gestaakt. Nadat de klagende Br. de vergadering andermaal verlaten had, werd de deputatie van de classis der Chr. Geref. kerk in deze moeilijke zaak advies gevraagd, en werden de B B. Ds. Van Schelven, Van Ginkel en den Consulent benoemd om naar Opheusden te gaan, teneinde verzoening te bevorderen.

Door Br. Hazelhoff, deputaat voor de proceskosten, werd meegedeeld, dat hij van bijna alle kerken het, volgens besluit der vorige vergadering verschuldigde, had ontvangen; enkele kerken bleven nalatig.

Op een ingekomen verzoek van een Br. om een attest, noodig tot het doen van examen volgens Art. VIII D. K., werd afwijzend beschikt, aangezien op de a. s. synode omtrent bedoeld examen wellicht nieuwe bepalingen gemaakt zouden worden.

Naar aanleiding van een schrijven van br. Van Beeck Calkoen werden de afgevaardigden vermaand, minstens 2 maal per jaar te collecteeren voor de noodlijdende kerken. Br. Van Manen had vernomen dat Oosterbeek was geschrapt van de lijst der noodlijdende kerken en gaf hierover zijn verwondering te kennen. Br. Lonkhuizen, deputaat voor die kerken in deze classis bracht verslag uit van de laatste vergadering in Utrecht. Br. Van Manen hierdoor ingelicht, verzocht den steun der classis. Deze werd hem zooveel mogelijk toegezegd.

Eene commissie voor spoedeischende zaken werd gemachtigd het beroep van Dr. Wagenaar, , iiie de roeping van de kerk van Arnhem heeft aangenomen zoo noodig te approbeeren.

Door Ds. Bakker werd gevraagd om het noodige attest voor de classis Alkmaar, wijl hij .D. V. spoedig vertrekken zal naar Broek op Langendijk.

Besloten werd hem dit uit te reiken onder dankzegging voor de vele diensten der classis bewezen en onder toebidding van den zegen van den Koning der Kerk op zijn dienst in de nieuwe standplaats. Ds. Bakker bedankte voor 't hem toegesprokene en voor 't vertrouwen, dat de broedeishem, den jongste in jaren, hadden geschonken, en wenschte der classis wedeikeerig den zegen Gods op hare werkzaamheden toe.

Wijl niets meer aan de orde was, werd de vergadering bij monde van Dr. Franssen te half zeven met dankzegging gesloten.

T. VAN DEN BRINK, scriba.

Renkum, 7 Juni 1892.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 juni 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele berichten uit de Ned. Geref. Kerken.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 juni 1892

De Heraut | 4 Pagina's