GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de vangst.

III.

Maar de zeehond heeft nog een anderen, misschien nog gevaarlijker vijand dan den ijsbeer, namelijk den mensch.

De rob bezit een zeer bruikbare, waterdichte huid en levert daarbij traan. Om deze twee dingen wordt hij beloerd en belaagd door de zeevaarders. Ja, zoo zeer zijn deze op de robben gesteld dat er, als ik zei, onlangs een oorlog scheen te dreigen, wijl de Engelsche en de Amerikaansche visschers elkaar 't recht betwistten, om op de zeehondenvangst in de Behringzee uit te gaan.

Is het de begeerlijkheid die deze volken drijft, de Groenlanders en de stammen in het hooge noorden van Amerika, kunnen den zeehond eenvoudig niet missen. Zij hebben hem bepaald noodig voor hun levensonderhoud.

Letterlijk alles, klein of groot, moeten de Groenlanders van den zeehond hebben. Zij eten zijn sappig vleesch en zijn spek; dat is bijna hun eenig voedsel. Het tranige dat overblijft, dient om de pit brandend te houden die hun licht moet geven in den langen winternacht.

Uit de beenderen van den zeehond vervaardigen zij hun huisraad; uit zijn gedroogde ingewanden hun kleeding. Is er een kind geboren, het wordt in een zeehondenvel gev/ikkeld; sterft iemand, zijn lijk wordt eveneens in een robbenhuid gehuld.

Het dek van de wieg, het doek van de tent, het overspansel van de slee evenals van de schuit, 't is alles zeehondsvel. De zeehond verschaft den Eskimo roeiriemen, de groote met lucht gevulde blaas die er aan zit, de zakken waarin het spek bewaard wordt, kortom alles.

Het is echter ver van gemakkelijk den zeehond te vangen, al heelt men er weinig uitrusting toe noodig. Wat de jager behoeft is een harpoen, een lans, een boot en een slee, uit los saamgebonden planken, met zes of acht honden er voor. Zoo voorzien gaat de Eskimo omstreeks half Februari, dat is in den koudsten tijd, op jacht.

De zeehond, die warm bloed heeft, zoekt, om in dien vriestijd niet van lucht beroofd te zijn, ondiepe plaatsen op en ademt dan de warme lucht, die uit hem stroomt, tegen het ijsdak uit. Door den warmen adem smelten dan de onderste lagen van het ijsdak, en worden uitgehold gelijk een blaas. Zoo ontstaat eindelijk een trechter, van onderen wijd van boven nauw, die uitloopt in een kleine, ronde opening, niet veel grooter dan een, gulden.

Aan die galen nu verschijnt de zeehond en ademt langzaam en diep de lucht in. Ongelukkig voor hem veroorzaakt dat een scherp, fluitend geluid ea de jager, die op den loer staat, luistert scherp, terwijl het rondom vaak doodstil is. De zeehond echter heeft verscheiden luchtgaten en dikwijls verloopen er bijna tien minuten, eer hij weer verschijnt om adem te scheppen. Doch de Eskimo verstaat zijn vak Hij hoort dadelijk van welken kant het geluid komt en maakt zich tot den aanval gereed.

't Komt er nu echter voor den man op aan, zoo stil mogelijk te handelen. Hij heeft dan ook zijn voeten in hondevel gewikkeld. Toch valt het hem moeilijk ongemerkt het luchtgat te naderen. Want gij moet weten dat dit voor den zeehond tegelijk dient als een gehoorbuis en wel zoo goed, dat hem ook 't geringste trillen van het ijs, de minste druk op de sneeuwvlakte niet ontgaat. Bewegingloos als een beeld staat de jager soms urenlang op het wild te wachten. Dit is reeds niet aangenaam, maar vooral niet wijl hij, opdat de zeehond hem niet zal ruiken, het gezicht keeren moet naar den snijdenden oostewind. En dat te midden van een kou die alles doet bevriezen, te midden van dikke nevels en rondstuivende massa's sneeuw. Toch houdt de Eskimo het uit, dagen lang, al moet hij ook meer dan eens ten slotte met leege handen terugkeeren.

EEN BESTRAFFING.

Een jongeling, die zich veel op zijn kennis en wijsheid liet voorstaan, bevond zich eens in een gezelschap. Hij had daar het hoogste woord, ofschoon er veel oudere personen en zeker ook veel wijzere waren en stalde al zijn zoogenaamde kennis uit.

In het gezelschap was ook een oom van den jongeling. Deze man had zich aan het Onbescheiden en verwaand gedrag van zijn neef zeer geërgerd.

Toen zij nu samen huisv/aarts gingen, sprak de laatste : »Vondt u het niet een prettigen avond, oom?

Als ze hun ooren open hebben gezet, hebben ze heel wat kunnen hooren dat zij nog niet wisten."

Van wien? " vroeg oom droogjes.

»Wel van mij. Ik heb, dunkt mij, nog al wat afgepraat."

sZeker, neefje, " sprak oom, »maar een verstandig mensch zou zeker dit alles gezegd hebben in half zooveel woorden, en een zeer verstandig mensch zou in uw plaats zeker niets gezegd hebben, als hij niets beters te vertellen had."

CORRESPONDENTIE.

F. V. d.B. te W. en U. te R. We hopen zoo spoedig mogelijk op uw vragen te antwoorden. Vriend U. zal ons echter genoegen doen door den volzin op te geven dien hij bedoelt, liefst ook den voorgaanden en den volgenden.

De oplossing van het vraagstuk, hoe iemand beweren kon in geen zeven jaar te zijn jarig geweest, is deze:

De bedoelde predikant — hij woonde in Schotland en we kennen zijn naam en standplaats — was geboren in het laatst der vorige eeuw, en wel op 29 Febr. 1796. Nu waren 1797, 1798, t799, ï8oo, 1801, 1802 en 1803 geen schrikkeljaren — om bekende redenen — en dus had men 7 jaren achtereen geen 29 Februari. De domine had dus volkomen gelijk.

Binnen weinige jaren kunnen er weer menschen geboren worden van wie hetzelfde waar is — want 1900 is ook geen schrikkeljaar — als van dien predikant.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 september 1892

De Heraut | 4 Pagina's