Hooggeleerde Heer,

hooggeachte Broeder in Christus !

Met volkomen instemming las ik Uw kalm en zakelijk schrijven »Opleiding of Theologie? " in het nummer van 29 Jan. 11. Opgewassen in de openbaring, die d« Chr. Ger. kerk aan het Gereformeerd Christelijk leven gaf, door den dienst dier openbaring tot bekeering gebracht en tot het predikambt geroepen, behoeft men niet te vragen, in welke kringen mijn meeste betrekkingen gevonden worden en mijn warmste sympathieën liggen. En al ben ik volgens art, 8 tot de bediening des Woords gekom.en, steeds heb ik mijn warme liefde aan de Theol. school te Kampen gegeven; steeds heb ik het betreurd, dat de loop mijns levens een opleiding aan haar mij verhinderd heeft; steeds heb ik naar de mate mijner gaven hare belangen met warmte voorgestaan. Voor zekere voordeden, di'fe de opleiding aan een eigen kerkelijke school in een kleine plaats oplevert, ben ik niet blind, al meen ik, dat de schaduwzijden door sommigen te veel uit het oog verloren worden. Tocli ben ik overtuigd, dat een practijk, die al is het met de beste bedoelingen, de rechte beginselen op zijde stelt, ten slotte een verkeerde practijk zal blijken. De beste practijk zal altijd blijven de prediking der zuivere beginselen, al gebiedt de wijsheid in de toepassing tijd en wijze te kennen.

Nu trof mij Uw schrijven zoo, omdat ik mij terstond herinnerde, hoe ik op een der vergaderingen van de Chri Ger. Classe Amsterdam in 'S9 of'90 gehouden, met enkele vroorden in het licht heb trachten te stellen, dat wel de belijdenis maar niet de Godgeleerdheid de eigen zaak der kerk is. Het was bij gelegenheid, dat de bekende conceptacte behandeld werd. In de notulen dier vergadering is voor zooveel ik meen, wat ik dienaangaande gezegd heb, niet vermeld; en bij haar voorlezen weid. in betrekking tot die zaak geen opmerking gemaakt en zweeg ik bescheidenheidahalve. Gewis kan de kerk om in haar behoefte te voorzien eigen opleidingsscholen hebben, maar als men gaat beweren, dat de Godgeleerdheid uit haar aard de zaak der kerk is, dan verwart men op bedenkelijke wijze kerk en Koninkrijk Gods. Gedurig gaat er ook onder de Gereformeerde belijders een strooming, die altijd meerdere zaken en vooral het onderwijs op zijn drie trappen kerkelijk wil maken; een strooming, die met kracht moet weerstaan worden, omdat zij ons voert tot het absolutisme van Rome.

Nu blijft echter in den tegenwoordigen stand van zaken, waar nog zoovele gemoederen door sommigen van wie wij betere dingen mochten verwachten, onrustig worden gemaakt in be trekking tot de vereeniging, die Gods gunst ons gaf — nu blijft de toekomst der Theol. school en haar verhouding tot de Vrije Univer sitfit een zeer teedere zaak. Die zaak mag wel met alle voorzichtigheid behandeld worden. Nu is er in betrekking tot haar een wensch bij mij gerezen, en wel deze, dat een der hoogleeraren te Kampen de verhouding tusschen kerk en Theologie in zeer populaire vormen en woorden voor ons volk bepaaldelijk in de Bazuin trachte te verduidelijken, opdat het tegen de groote woorden, die van zekere zijde niet zullen ontbreken, eenigzins mogen gewapend zijn. Voor de voorzichtige en goede, vooral niet gehaaste practijk zullen de kerkelijke vergaderingen wel zorg dragen. Ik ontveins mij niet, dat de vervulling van mijn wensch in den aard van het onderwerp bijzondere moeilijkheden ontmoet, maar mij dunkt de man is er wel voor aanwezig. Zou hij het niet zijn, wiens stijl en naar ik vermoed, wiens overtuiging ook niet onduidelijk doorschemert in de Memorie van Toelichting op de Concept-acte bl. 34 tot 39 ? Zeer groote reden van dankzegging zal het mij zijn, wanneer de Vereeniging ook op het punt van Theol. school en Vrije Universiteit op gezonde wijze haar eindpunt heeft bereikt. Neem met dit schrijven de betuiging van mijn zeer bijzondere hoogachting en broederlijke liefde aan.

Uw dw. dienaar en hr. in Chr.

L. C. F. VAN KAMP,

Heemse, 7 Febr, '93,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen