GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een trouwe getnige

I.

De zomer van het jaar 1536 was aangebroken en vroolijk scheen de zon op de praalpaleizen, de prachtige kerken en torens van de rijke, beroemde handelsstad Venetië, de eerste van Noord-Italië, de koningin der Adriatische Zee.

Venetië is nog altijd een merkwaardige en bezienswaardige stad, waar duizenden reizigers heentrekken. Amsterdam is vaak het Venetië van het noorden genoemd, al is 't waar dat vreemdelingen, die de beide steden vergelijken, aan onze hoofdstad de voorkeur geven. In het begin der 15de eeuw echter spande de stad van het zuiden beslist de kroon; als de hoofdstad van een republiek even machtig als roemrijk, gelijk de onze nog worden zou.

Op een morgen in den zomer van het jaar, dat we boven noemden, gleed een gondel, een dier kleine vaartuigen, welke men te Venetië overal ziet, de straten der stad binnen. Als we zeggen »strsten" dan bedoelen we 'tzelfde wat een Hollander een gracht zou noemen. Want Venetië. is als Amsterdam gelegen op een menigte eilandjes. Doch men is niet als te Amsterdam zoo wijs geweest bezijden de huizen ruimte te laten voor rijtuigen en voetgangers. Alle huizen staan dus aan 't water en de straten zijn kanalen, zoodat wie een bezoek wil brengen meestal per schuit of gondel moet gaan. Bezit iemand er zelf geen, dan zijn er gondeliers of schippers genoeg die hem willen roeien. De kanalen zijn echter niet veel breeder dan slooten en daar het water der zee, waaraan Venetië is gelegen, meer en meer terugwijkt, zijn die grachten steeds modderiger en ondieper geworden, zoodat men er zelfs thans over denkt hen maar "te dempen. In 1500 was dit gansch anders.

De man die in den gondel zat en zooals zijn klecding bewees, een vreemdeling was, kon zich dan ook niet genoeg verbazen èn over de vreemde wijs waarop hij de stad binnenkwam ('door het groote kanaal) èn over al de heerlijkheid die hem omgaf. De huizen der groote kooplieden, de gebouwen van den Grooten Raad, de woning van den Doge of het Hoofd der republiek, 't waren alle zooveel hooge marmeren paleizen. Uit de diepte zag men er tegen op of voer door onder de vele fraaie bruggen, die de eilandjes verbinden. Op het water was het druk, in de haven 't allermeest. Tallooze schuitjes en gondels kwamen den reizigers voorbij. Fraai gekleede heeren, burgers en handwerkslieden werden met gondels overal heen vervoerd waar zij hun werk hadden. De schippers schreeuwden elkander toe en hadden al hun behendigheid noodig, om voor eikaars bootjes uit te wijken. Vrouwen en bedienden stonden op de watertrappen of in de wijde portalen der huizen, de drukte aan te zien. Bn de vreemdeling, verrast door het ongewone schouwspel, had telkens een vraag op de lippen. Doch op zulk een drukken morgen, had de schipper alle aandacht noodig om veilig door te varen en 't was bovendien de vraag of hij een buitenlander zou hebben verstaan.

Eindelijk legde de gondelier aan. De reiziger stapte uit en betrad den vasten grond. Weldra bevond hij zich op het schoone St. Markusplein. Een oogenblik stond de reiziger in bewondering rond te staren, eer hij over de zerken die het plein bevloeren zijn weg vervolgde. Trouwens er was hier schoons genoeg te zien Het fraaie paleis van den Doge, dat tot gerechtshof en gevangenis meteen diende, de marmeren praalgebouwen aan alle zijden, de schoone St.-Markuskerk, de klokketoren, de gebeeldhouwde gevleugelde leeuwen en zooveel meer heerlijks en prachtigs, 't was al te zamen wel geschikt om wie 't voor het eerst zag, te maken als de koningin van Scheba, in wie geen geest meer was, toen zij den rijkdom van Salomo aanschouwde.

Doch lang stond de vreemdeling niet stil. Misschien ook achtte hij dat minder goed: hij had er reden voor zoo min mogelijk de aandacht van anderen tot zich te trekken. Te midden der menigte zette hij zijn weg voort, stak het plein over en weldra bevond hij zia( in de booggangen der zoogenaamde Procuraties, de huizen waar de hooge ambtenaren, de staatsprocureurs, woonden. Die gangen dienden tot algemeene wandelplaats en de vreemdeling kon daar veilig ongemerkt een poos vertoeven.

Dat scheen ook zijn doel. Telkens zag hij voor zich uit, als verwachtte hij iemand. Eindelijk tegen 11 uur in den morgen, scheen zijn wensch te zullen worden bevredigd. Een glimlachje vloog over zijn wat bleeke, stroeve trekken, terwijl hij in zich zelf sprak: »Dat zal hij zijn!"

(Wordt vervolgd)

Een waarschuwing.

Op een kantoor waren twee jongelieden; de een vreesde God, de ander niet.

Op zekeren Maandagmorgen vroeg de eerste, die den dag des Heeren had waargenomen, aan den ander — 't kwam zoo te pas — ho hij zijn Zondag had besteed.

»Och, " sprak de gevraagde onverschillig, »net als gewoonlijk. Gij moet weten, ik breng op dien dag gewoonlijk rekeningen in orde."

»Dan moet gij weten, " was 't ernstig antwoord, »dat er een dag komt, de Oordeelsdag, en dat die juist op dezelfde wijs zal worden doorgebracht."

AAW VRAGERS.

Op een vraag over »Hendrik De Keizer" (bedoeld is zeker »De Keyser") kunnen we kOTtelijk antwoorden dat hij een beroemd bouwmeester was, die in 1621 te Amsterdam stierf. Hij was zoo knap in zijn vak, dat men hem den »roem des Vaderlands" noemde. Trouw»ns de Zuidw-, de Noorder-ondeWes-terkerk te Amsterdam getuigen no^ daarvoor.) Evenzoo het stadhuis te Delft en vooral het schoone praalgraf van Prins Willem I in de Nieuwe kerk aldaar. Aan dit grafteeken heeft hij n j.aar gewerkt.

CORRESPONDENTIE.

J. R. F. te A. Ook u, gelijk den anderen, kunnen we antwoorden, dat het raadsel van Hanna More niet uitsluitend op den Bijbel, maar op elk hoek slaat. Natuurlijk vloeit echter veel daarvan ineen, temeer daar het woord Bijbel ook eenvoudig hoek beduidt.

De schrijfster van 't raadsel bedoelde-echter zeker het laatste.

Op verschillende vragen hopen we weldra te antwoorden.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 26 februari 1893

De Heraut | 4 Pagina's