GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Magistraten en rechters.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Magistraten en rechters.

23 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 31 Maart 1893.

Naar aanleiding van Prof. L^hmansstuk over de rechtspositie der Gerefornseerde kerken, ve-; tigden we er o.ikngs de aandacht op, hoe jammerlijk gebrekkig de kennis Is, die bij on^e magistraatspersonen en rechters, die gedurig in kerkelijke aangelegenheden te adviseeren, te beslissen en recht te spreken hebben, van die kerkelijke aangelegenheden bestaat.

Een curieus staal hiervan leverde onlangs de Gemeenteraad van geen mindere stad dan Groningen op.

Ziehier wat er ons, door de N. Prov. Qron. Cour. van 21 Maart, in een verslag van de Gemeenteraadssittïng aldaar, van vermeld wordt.

»Door den kerkeraad der Ned. Herv. Gem. alhier is indertijd een verzoek gericht aan den Raad, waarbij werd aangedrongen te willen voorkomen dat personen in gasthuizen worden opgenomen, die niet tot de Ned. Herv. kerk behooren. In het advies van B. en W. aan den Raad wordt gezegd, dat de conventualen moeten behooren tot de »gereformeerde religie", en dat hieronder moet worden verstaan: »de Ned. Herv. kerk". Bij het Dag. Bestuur heeft zich echter twijfel voorgedaan aan de gegrondheid der uitspraak dat de belijdenis van 1618 en 1619 is terug te vinden in de Ned. Herv. kerk en is bij hen de vraag op de lippen gekomen of die belijdenis niet veeleer dezelfde is als die der hedendaagsche »Gereformeerde kerken te Groningen A en B". Ten slotte echter verklaren B. en W. niet in gebreke te zullen blijven om zich er van te verzekeren, dat de personen, die 't geldt, lidmaten zijn van de Ned. Herv. kerk. — De heer Guyot wenschtniet de conclusie der voordracht: » dat de gemeenteraad gcene termen vindt om tot B. en W. eene uitnoodiging te richten inzake zijne gedragslijn ten aanzien van opneming van conventualen", te bestrijden, maar er komt iets in de voordracht voor waarmede hij zich niet kan vereenigen. Spr. meent dat men onder de »Gereformeerde religie niet alleen de leden der Ned. Herv. Gem. verstaan kan. Wanneer b.v. iemand van de »Geref religie'', uit Frankrijk jpevlucht, zich niet aansluit bij de St.5.atskerk, maar tjij de Waalsehë kerk, datr beïjowrt. hij toch tot de genoemde religie. Het gaat niet a^an te zeggen, dat de leden der Gereformeerde religie alleen zij zijn, die tot de Staatskerk behooren. Onder het woord «Gereformeerde religie" moeten allen verstaan worden die de Protestantsche geloofsbelijdenis als de hunne aannemen. De voorzitter begrijpt uit de redeneering van den vorigen spieker, dat hij de gasthuizen ook wil openstellen voor de leden der Waalsche kerk. Spr. acht het echter beter, dat deze quaestie buiten het debat blijft. Noch een conventuaal, noch eene conventualin van die gemeente toch heeft zich tot nog toe voor een der gasthuizen aangemeld. Zoodra dit het geval mocht zijn, kan deze zaak aan de orde komen. De heer Guyot zegt alleen te willen aantoonen, dat wanneer vaststaat, dat naast de Staatskerk ook andere kerken de gereformeerde belijdenis aannemen, men in dezen niet alleen mag spreken, dat de Gereformeerde religie alleen in de Staatskerk is vertegenwoordigd. De voordracht werd hierna bij acclamatie aangenomen.".

Wat dunkt u nu lezer, van dczs Babylonische spraakverwarring ?

Hier zijn nu aan het vroord de Burgemeester en Wethouders, én anderzijds Mr. Guyot, een der Groninger rechters.

En wat toonen dese heeren nu voor begrip te hebben van onze kerkelijke aangelegenheden ?

Het is haast niet om te gelaoven, zoo oliedom als de heeren zich uitlieten.

Mr. Guyot, altoos zoo het verslag juist is, leeft nog in de vorige eeuw, en verkoopt het anachronisme, dat de Ned. Herv. kerk een Staatskerk is.

Dezelfde Mr. Guyot steil zich de zaak voor, alsof de Waalschs kerken niet tot de Nederlandsche Hervormde kerk behooren. En dit nota bene terwijl de Waalsche predikant D-s. Perk, van Amsterdam, reeds sinds jaren president der Haagsche Synode is.

En eindelijk is hem het onderscheid tusschen dé Gereformeerde ea de Protestantsche religie zoo volslagen duister, dat hij beide gelijk stelt.

En let nu v/el, dat zei Mr. Guyot rJet uit hatelijkheid.

Integendeel, hij had te fijn rechtsgevoel, en was een te eerlijk man, om niet te gevoelen, dat het toch al te gek was, in de Ned. Herv. kerk nog van een Gereformeerde religie te spreken. Of had niet juist deze Synodale kerk de Gereformeerden uitgestooten, én in 1834 én in 1886, en se beide malen naakt aan den dijk gezet?

Hij was dus goed geïatentioneerd. De man wilde zelfs billijk zijn. Maar eilieve wat jammerlijke argumentatie, wat onbeholpenheid in zijn voorstelling, wat verregaande onkunde, en dat in een rechter, die als lid van den Gemeenteraad licht voor anderen wi! ontsteken, en zelf derwijs in de duisternis zit.

En toch veel erger nog maakten Burgemeester en Wethouders. het

Bij hen toch v/as minder onkunde gemis aan eerlijken zin in het spel. dati

Ook bij hen was een oogenblik het rechtsgevoel bovengf? komen, en ze spraken den twijfel uit, of men nog wel zeggen kon, dat de leden der Ned, Herv. kerk zijn van de Gereformeerde religie.

Ze vonden dit zelf wel wat gek.

Verreweg de meeste leden van den Raad behooren tot de Ned. Herv. kerk, maar wie kon van heel dien Raad nu opstaan, en zeggen: Ik ben van de Gereformeerde religie?

Of iemands religie Gereformeerd is, of niet Gereformeerd, moest toch immers door de Belijdenis van 1618 uitgemaakt.

Hun conclusie had dus geen andere mogen zijn, dan dat ze voortaan in het Gasthuis zouden opnemen, een iegelijk die de Gereformeerde religie beleed, en niemand anders.

Maar tegen die biUij'se conclusie kwam hun magistratenhart in verzet.

Neen, dat mocht r.iet.

Tii Syaodalen moesten de geprivilegieerde burgerkinceren blijven, en de Gereformeerden de pariahs.

Pariahs ook in een Gasthuis, dat alleen voor lieden van Gereformeerde religie openstond.

Het is fraai.

En toch nog fraaier was de houding van den Synodalen kerkeraad te Groningen, die zich bij den Raad adresseerde, om toch vooral te zorgen, dat geen enkel lid der Gereformeerde kerken in deze stichting werd opgenomen.

Échte taal der barmhartigheid. Doch genoeg.

Men ziet dan nu, wat onze magistraten en rechters van kerkelijke laken afweten, en wat er te denken is van magistrale beslissingen en rechterlijke uitspraken, waaraan zulk een botte onkunde ten grondslag ligt.

Want vergeet niet, deze dingen zijn in Groningen geschied. In een academiestad. In de hoofdstad eener provincie.

Er is geen sprake van een vergeten dorpske, maar van iets dat geschied Is in een der brandpunten van onze hedendaagsche beschaving.

In de verlichte stad van het Noorden.

Een godsdienst in de maak.

Éen der curiositeiten van de wereldtentoonstelling te Chicago zal het Congres over de godsdiensten zijn.

Hoe onverklaarbaar en onbegrijpelijk het ook zij, dit Congres gaat uit van theologen, èiQ zich nog aandienen als belijders van den Christus, En wat hebben deze mannen nu op touw gezet ? Een indrukwekkend Congres, om de geheel eenige beteekenis van de Christelijke sreligie tegenover alle openlijke of bedekte vormen van afgoderij te openbaren ?

o, Neen, dat niet.

Integendeel, ze zijn zoo bescheiden en derwijs nederig deze mannen, dat ze de grootpriesters van alle afgodische godsdiensten met steiken aandrang hebben uitgenoodigd, om naar Chicago te komen, hun aigodis'che stelsels tOe te lichren, en met hen te raadplegen over de vraag, hoeveel goeds er v/el niet in alle afgodische en nlet-afgodische religiëa schui't, ten einde langs dien weg het besef te wekken, dat in de hoofdzaak alle afgodische en nietafgodische religiën het toch eens zijn; dat ze op grond van dit gemeenschappelijke over en weer respect voor elkander kunnen hebben; ja, zelfs, dat ze, al nader tot elkandey komende, van lieverlede hun scherpste punten zullen kunnen afvijlen, om zoodoende ten slotte tegeraken tot een zeer eenvoudige religie, waar alle natie en alle volk zich in zal kunnen vinden, en die dan de ééne, groote, nieuwe, voleinde reliKie der geheele wereld' zal zijn.

En denke nu niemand, dat we dit laatste er spottenderwijze bijvoegen.

Neen, waarlijk de maak. de nieuwe religie is in

Volgens het program van dit Congres toch zal er op Woensdag 27 Septeniber e.k. te Chicago in de Hall of Columbus door deze Christelijke theologen aan de orde worden gesteld:1°. welke debestanddeelen van zuivere religiën zijn, die erkend en beleden werden ia alle afgodische en nietafgodische religiën; 2". welke de karaktertrekken zullen zijn van de laatste religis; en 3". welke stukken het middelpunt zullen vormen van de aanstaande religieuse eenheid der gansche menschheid.

Voor hen die Engelsch verstsan geven we dit agendum voor 27 September in het oorspronkelijk:

Elements of perfect religion, as recognised and set forth in the difierent Historie Faiths Characteristics of the Ultimate religion. What is the centre of the coming religious unity of mankind'^

Dat we nu terecht dit historic faiths door alle afgodische en ntet-algodische religiën hebben vertaald, blijkt uit den aanhef van het program, waarin niet zonder zekeren ophef wordt medegedeeld, dat het debat over deze vraagstukken zal gevoerd worden door geleerde geestelijken van de Indische Boeddhisten, van de leer van Kongfut-se, van het Shintoïsme, van het Hindoeïsme, van de Parsi'.=, van den Islam, van de Joden, en wan de Christelijke kerken.

Zelfs is er bij het program een gekeele lijst gevoegd van allerlei afgodische priesters, die meedoen, en aan wie men beleefdheidshah/* den titel van „weleerwaarde heeren." gaf.

Opmerkelijk is het dan ook, dat zelfs de naam van den Christus in heel het program niet voorkomt. Wel is er sprake van de vleeschwording, maar in den zin van een voorstelHnsr, die • aan onderscheidene afgodische religiën met de Christelijke gemeen is.

Zelfs van zonde mocht niet iresproken worden Alleen komt maris inperfection, d. i. de onvolmaaktheid van den mensch aan de orde.

Wel zal ook over de Heilige Schrift gesproken worden, maar zóó dat het Oude Testament als Joodsche, alleen het Nieuwe Testament als Christelijke Schriftuur voorkomt, en dat beide met den Koran, met de Veda's enz. op één lijn staan.

De vraag hierover is toch aldus geformuleerd: 'Wat de Joodsche, de Christelijks en andere heilige Boeken voor dt. 'ojjinschheid hebben gewrocht.

Nu vellen we natuurlijk geen oordeel over het persoonlijk geloof of ongeloof van de Christelijke theologen die zulk een Congres organiseeren, maar, dit latende voor wat het is, mag toch niet anders getuigd, dan dat heel dit program, gelijk het daar ligt, ééne groote, doorloopende verloochening van den Christus Gods is.

Zoo ziet men hier dan nu practisch, waartoe die dusgenaamde «wetenschap van de godsdiensten" geleid heeft.

Aan een volstrekte, gewisse openbai-ing van Gods bijzondere genade gelooft men niet meer.

Er is godsdienst over de geheele wereld. Al die religiën zijn slechts verschillende vormen van eenzelfde streven in den men'^ch. Onder deze vormen is ook de Christelijke.

Ook de Christus was één der groote godsdienststichters. Maar nog zijn we er niet. We zijn naar een nog edeler, nog fijner religie op weg. En als die hoogste religie er eens is, dan zal én Jood én Mahomedaan én Christen én Boeddhist zijn eigen vroegere bekrompene religie te boven zijn, er aan ontgroeien en aan deae nieuwe hoogst* religie zich overgeven.

Alle zending kan dus voorgoed gestaakt, Eerst als die nieuwe religie gevonden is, zou daarvoor in het groot ééne kolos-j sale missie kunnen gedreven worden. j

Geheel overeenkomstig dit denkbeeld zal' men van de zijde der Christenen dan ook j niet de waarheid der Christelijke religie tegenover Heiden, Mahomedaan en Jood verdedigen. Controvers is zelfs uitgesloten. Neen, wat men met den Heiden, Mihomedaan en Jood gemeen hecfc, zal alleen de aandacht mogen bezig houden.

Een schitterende triomf van de idee der evolutie op godsdienstig terrein. De zegepraai van het Panthtüme toegepast op de idee der religie.

P/of. Dr. Rutgers, die mede uitgenoodigd was, om als adviseerend lid voor het welslagen van dit Congres mede te werken, fceeft dan ook een goed wtrk gedaan, door kort en krachtig aan deze helden der evolutie te berichten, waarom hij pertinent elke gemeenschap met dit Congres moeit afwijzen.

Hij deed dit in het hier bijgaand schrijven, waarvan we de vertaling in een noot geven.

Zijn antwoord luidde aldus:

Amsterdam, 23 March 1893.1) Rev. John Henry Barrows D. D. Chicago.

Reverend Sir,

-la - aaswer to yeyr information, that I am appointed a member of the Advisory Council on Religious Congresses etc, I can only return my sincere thanks to the General Committee for the honour which it was their intention to confer upon me, but the invitation herself I can really not accept. The whole idea olsuch a Parliament of Religions, and also the tendency of the General Programme, is in my opinion thoroughly pantheistic, an effect of ihe pantheistic current which presently overflowes nearly the whole dominion of modern science; a negation of the fact, that God Himself has learned us in his Word how He will be worshipped and that He rejects all so-called religious worship of man's own invention ; indeed nothing less than an actual negation of the true religion herself. Of course I don't mean, that such is the intention of the General Committee, of yourself, honoured Sir, or of all the eminent men who have given their names to promote this action. I don't doubt the good faith of the members of the Committee, when they say, that it is their desire to indicate the impregnable foundations of theïsm. But still this assertion seems to me a protestatio actu-i contraria. I regret, that so many Christians have expressed their cordial approval of the plan. And for myself I can only say, that 1 am not at liberty to follow their example, as it is not safe, and even not allowed, to do anything against the conscience.

I have the honour to be

Yours respectfully

Prof. Dr. F. L. RUTGERS.

Hoe mannen a!s Prof. Doedes aan zoo fatale onderneming hun steun en naam konden leenen, is ons een raadsel. Zou het misschien eeti uitvloeisel zijn van het onmogelijk studievak: De leer van God, waaraan hij een deel van zijn kracht wijddt?

Haast zou men heï denken.

Van de Roomsche geestelijkheid begrijpen we zulk een meedoen. Rjmes kerk is vast georganiseerd en onveranderlijk in haar belijdenis. Zij heeft niets te duchten, en kan juist op zulk een Congres optreden, als de eigenlijke historische Christelijke kerk |

Voor Rome is er wol uit te spinnen.

Maar hoe de zoo sterk gedeelde ProtPStanten, die meerendeels hun historische belijdenis vaten lieten, en dus feiteliji< geen grond onder de vosten hebben, zich zoo wagen durven, is ons volstrekt onverklaarbaar.

Gïlukkig dat men het Calvinisme thuis heeft gelaten, en alleen de Presbyterianen van alle gading genood'gd hecfc.

Tot onze blijdschap vonden we onder de An.erïkanen die meedoen, dan ook geen onzer mannen.

Wereld-kermis, world-fair, noemen de Amerikanen hunne tentoonstelling.

Jdmmer slechts dat men op deze kermis ook de religie ontwijden zal.

Zendingsdeputalen.

De JoKgsle mededeeling van de Deputaten der Zending zal algemeen een goeden indruk hebben gemaakt.

Dit was nu eens niet van de pui van het stadhuis, maar meer als tol broederen gesproken.

Formeel kan dan ook aan deze Deputaten het recht om te handelen, gelijk zij

i) Amsterdam. 23 Maart 1893.

Weleerw Heer John Henry Barrows, Theol, Doet., Chicago.

Weleerwaarde Heer,

lü antwoord op uwe mededeeling, dat ik benoemd, ben tot lid van den Raad van Advies voor Godsdienstcongressen enz., kan ik slechis mijn oprechten dank betuigen aan het Generale Comité voor de eer die zij bedoelden mij te bewijzen, - maar de uitnoodiging zelve kan ik inderdaad niet aannemen. Het geheele denk beeld van zulk een Parlement van Godsdiensten en desgelijks de strekking van het Algemeen Program, is naar mijn gevoelen door en door pantheïstisch, eene uitwerking van de pantheïstische strooming die op di oogenblik bijna het geheele gebied der hedendaagsche wetenschap overstroomt; eene loochening van het feit, - dat God zelf ons in zijn Woord geleerd heeft hoe Hij wil gediend zijn, en dat Hij atle zoogenaamde dienst en vereering die de mensch zelf uitvindt, verwerpt ; inderdaad niets minder dan eene leitelijke verloochening' van den waren Godsdienst zelven. Natuurlijk wil ik niet zeggen, dat zulks de bedoeling is van he Generale Comité, van Uzelven, geachte Heer, of van alle de mannen van beteekenis die hunne namen gegeven hebben om deze zaak te bevorderen. Ik twijfel niet aan de goede trouw der leden van Comité wan neer zij zeggen dat het hunne begeerte is de onwrik bare grondslagen van het theïsme aan te wijzen. Maar toch is deze bewering, naar mij voorkomt, eene be tuiging die d.oor de daad zelve weersproken wordt Ik betreur het, ' dat zoovele Christenen hunne hartelijke goedkeuring van het plan hebben uitgesproken. En voor mijzelven kan ik slechts zeggen, dat het mij niet vrij staat hun voorbeeld te volgen, daar het niet veilig en zelfs niet geoorloofd is, tegen de conscientie iets te doen.

Ik heb d» eer te zijn, hoogachtend Uw JDwl. Dr.

Uw JDwl. Dr. Prof. Dr, F. L, RüiaBBi. deden, door niemand betwist worden. Nu de kerken op haar Synode geen instructie j hadden gegeven, waren Deputaten vrij en j gevolcnactnigd, en was er veel voor te zeggen, dat men ditmaal handelde volgens j vroegere usantie.van een deel der Deputaten

Indien Deputaten sich hadden laten verleiden, om, in den geest van Dr. Lowe, een, arts als zoodanig missionair uit te zenden, zou de eerstvolgende Synode hen in het ongelijk hebben moeten stellen.

Nu niet.

Tnans immers is de heer Scheurer onderzocht als staande naar het ambt van Dienaar des Woords onder de Heidenen. Dat onderzoek heeft op degelijke wijze plaats gehad. En voorts zal hij thans als zoodanig in zijn dienst (200 we vertrouwen met aanwijzing van streek en stanüp'aat») bevestigd worden. Niet geordend, want een ordening als zoodanig kennen de Gereformeerde kerken niet.

zijn. Ea dan mag men voorshands tevreden

Itpmers de heer Scheurer is, naar men van alle zijden hoort, een geboren zendeling. Een man voor dezen dienst als aangewezen. Geschikt zelts om velen die tegen de Z-nding ernstige bedenking hadden, er voor te winnen en meê te verzoenen, ja, warm voor te maken.

Hiermede zijn we echter van deze quaestie niet af,

Dè generale Synode van Amsterdam toch hecfc reeds uitgesproken, dat de dusver gevolgde wijze van Zsndtng verbetering behoefde, en Deputaten uitgenoodigd de noodige voorstellen op de eerstvolgende Synode der ke/ken aan de orde te s; , ellen.

Het debat is dus door de missie van Dr. Scheurer nop, volstrekt niet gesloten maar veeleer pas geopend.

Wat nu plaats greep, betreft maar stelt geen regel. één geval,

De Gereformeerde kerken zullen dus studie van deze zaak hebben te maken, en zich hebben at te vragen, wat de wijze van handelen is, die uit haar beginsel voortvloeit en er bij past.

Daarbij zal men dan voorzeker rekening kunnen houden met wat onze oude Gereformeerde Classes eertijds deden; rekening ook met de jongste historie der Zending en de ervartng daarbij opgedaan.

Maar noch het één noch het] ander wijst de zaak voor ons uit.

We staan aan het begin van een arbeid, die nadenken en doordenken vergt, opdat er met klare, heldere bewustheid kunne gehandeld worden.

Het werk der Zending is een hoogst ernstige zaak, waarbij het ons er niet om mag te doen zijn, om maar te ijveren en Zending te drijven, maar waarbij op den voorgrond moet staan het doel, om wel waarlijk aan den Islam en het Paganisme afbreuk te doen en Christelijke keiken te doen ontstaan onder de iniaadsche bevolking van onzen Arihipel.

Daarvoor zal veel, zeer veel geld noodig zijïi, veel m< er dan we dusver ofïcrden.

Mjar nog vóór de financfeele quaestie kornt de principieele quaestie, hoe uit kracnt van uw Gereformeerde belijdenis heel deze zaak moet aangevat.

Israel, 0f Joden.

In de Heraut van 12 Februari schreven we, dat in de Hcihge Scartit; de tegenstelling tu.sschen de belijders van den Christus en van de Ttiora, nooit als lusschen Ctinstsiien en Israëlieten, maar altoos als tusschen Ctirisienen en Joden wordt voorgesteld.

Nu vraagt men ons, of dit tucti niet te sterk gesproken is, en wijst ons ceaerzijds op Ram. 2 : 28 om aan te toonen, dat ook de Ctinstenen geestelijke Joden worden genoemd, en anderzijds op Rom. 11: en 26 om te doen zien, dat ook het vlcescticliJKe volk der Joden wel Israël wordt genoemd.

Bij deze voorbeelden v, raien nog andere te voegen, eenvoudig wijl de begrii.pen Israel en J > od gedurig in elkaar vloeien Maar verliest men dan niet te veel uic het oog, dat wij alleen van de tegenstelling spraken ?

Die tegenstelling nu komt daaruit, waar htt kwade van het vleeschelijk Israël, zijn zonde en zijn afval, zijn haat tegen den Christus en zijn volk worde aangeduid, en waar omgekeerd het hooge, geestelijke karakter van htt volk Gods, dat er van hst Puradijs af was, en nu door Christus de wereld inging, wordt verheerlijkt.

In die tegenstelling nu wordt er eenerzijds van Joden, anderzijds van Israel gesproken. Van de Joden b. v. in 1 Tness. 2 : 14, als het daar zoo scherp heet: Want gij, broeders, zijt navolgers geworden der gemeente Gods die in Judea zijn in Christus Jezus; dewijl ook gij herzellde geleden hebt van uwe eigen medeburgers, gelijk sij van de Joden, welke ook gedood hebben den Heere Jezus en hun eigen profeten, en ons hebben vervolgd, en Gode niet behagen en allen menschen tegen zijn, "

Hier is de tegenstelling, hier worden de Joden, als vervreemd van hun goddelijken oorsprong geteekend, en als vijandig tegen den Christus en zijn Israël overstaande, ea daarom heeten ze hier niet Israël, aiaar de Joden. Hier kon geen Israel staan.

Evenzoo staat er niet: „Griek en Israël", maar altoos: „Griek en Jood."

Zoo is het Evangelie niet aan Israël, maar den Joden een ergernis, en den Griek een

dwaasheid, P*"'"s z^gt, Eiet dat hij van Israël, maar van de Joden veertig slagen min één driemaal ontvangen heeft, „Wij zijn van nature f oden, zegt Paulus, en niet zondaren uit de heidenen. „Hij is den Joden als een Jood geworden, opdat hij de Joden gewinnen zou."

geworden, opdat hij de Joden gewinnen zou." Overal waar de vleeschelijke afstammelingen van Abraham tegen Christus en zijn volk handelende en in vijand, schap optreden worden ze Joden genoemd, en niet Israel.

Wel daarentegen wordt IsraSl gebezigd, als de geestelijke band nog trekt, als er nog geen scheiding en splitsing is tot stand gekomen, of ook als gedoeld wordt op hen die uit de Joden tot den Christus zulten komen. „De Christus is gezet tot een val en opstanding van velen in Israël"., Zoolang de breuke nog niet gekomen is, zendt Jezus zijn discipelen tot de verloren schapen van het huis Israels, En zoo ook wordt er in Rom. 11, waar het het geestelijke overblijfsel in het zaad der Jjden geldt, gedurig van Israël gewag gemaakt.

De ongeestelijke doemt Jezus een „Koning der Joden, " maar Naihanael eert hem als den Konin? Israels.

En als Paulus heel Gods volk omvat, zegt hij: „Over deze zal zijn vrede en barmhartigheid en over het 'Israël Gods."

Om dit volledig aan ts toonen, zou men natuuilijlc pla-us voor plaats moeten nagaan, en dan zou men bevinden, dat deze regel geldt:

O/eral waar de tegenstelling tusschen het vleeschelijk en geestelijk volk van God tot een breuke geleid heeft of leiden moet, en alsnu punt van uitgang is, wordt de naam Joden gebezigd om de Joodsche n„tie aan te duiden, en Israël om te luiden op het volk van God in geestelijken zin.

D»t in Rom. 2 : 28 het \ycord Jood in gewijzigden zin voorkomt, rr.oet intusschen toegegeven. Deze plaats moet e mente Judaeorum verstaan worden, daar zij zictxzclven destijds niet Israël, maar de Joden noemden.

Doch ook al wilde men deswege ons „altoos" te streng vinden , niemand zal weer spreken, dat in het gemeene gebruik des Nieuwen Testaments het onderscheid waarop we doelen, wel terdege aanwezig is.

En voegt het ons dan niet, ons naar dat gemeene gebruik te reguleeren.'

Bijhduügave.

Ook in de Bazuin verscheen de vorige wetk eene aanbeveling van den Flakkee— schen Bijbel van de hand van Prof, Bdvinck.

Men las daar:

Bij de Flakkeesche Boekdrukkerij verschijnt sedert een paar jaren eene uitgave van den Statenbijbel, die de aandacht verdient. Zij bracht het Oude Testament reeds bijna ten einde. Binnen een jaar zal ze zeker, zonder buitengewone omstandigheden, compleet zijn. En ze belooft alsdan eene waardige plaats naast andere uitgaven te zullen innemen. '

Zij onderscheidt zich van die andere uitgaven toch vooral hierdoor, dat zij voor het eerst de zeventiende-eeuwsche taal van den Statenbijbel in de taal van den tegenwoordigen tijd overbrengt, niet willekeurig en op goed geluk af, maar naar vaste, wetenschappelijke regelen en na nauwkeurig en ernstig overleg.

Vele woorden en uitdrukkingen in de Oude Overzetting, zoowel in den tekst als in de randteekening, worden tegenwoordig niet meer verstaan. Aan eene nauwkeurige en wetenschappelijke overbrenging van de taal der zeventiende in die der negentiende eeuw bestond daarom eene dringende beuoelte, niet alleen voor het lezen der Schrift in het huisgezin, maar bovenal ook in de kerken.

Men kan beweren, dat het beter ware, eene geheel nieuwe vertaling uit het oorspronkelijke te leveren. Maar de tijden zijn daarvoor nog niet gekomen. De krachten, d arvóor benoodigd, zijn nog niet aanwezig. Jaren lang zal de Statenvertaling on etwijfeld nog in huisgezin, school tn kerk dienst moeten doen.

Daarom is eene uitgave, als die van de Flakkeesche drukkerij, voorshands het beste dat geleverd kan worden. Zij voorziet in eene wezenlijke behoefte. Zij geeft de Statenoverzetting in de taal van den tegenwoordigen tijd. En een woord van waardeering en dank komt den uitgevers toe, die zoo kostbare onderneming op touw durfden zetten.

Maar deze uitgave is het in elk opzicht ook waard, dat zij aan huisgeïinnen en scholen, aan vereenigingen en kerken ten zeerste wordt aanbevolen. Een vaste duidelijke tekst is voor het lezen en onderzoeken der Schrift een eerste vereischte. Papier en letter, formaat en plaatwerk is alles ook van dien aard, dat het de waarde der uitgave aanmerkelijk verhoogt. Mogen daarom velen dezen Bybel zich aanschaf fen en daardoor ook de kostbare onderneming van de Flakkeesche boekdrukkerij steunen!

Dit is het jui.ste slandpunt.

Een nieuwe Bijbelvertaling ware uiterst gewenscht, maar is nog aiet te verkrijgen. Daarvoor moet rustiger tijd afgewacht. Eerst ais de peiiode van .strijd achtes.' den rug is, en de kerken ineengesrnolten zijn, en de beschikbare krachten zich vermeerderen, zal aan zoo iets te denken zijn.

Toch kunnea we evenmin voortgaan met het gebruik van al'erki onnauwkeurige en op de gis af veranderde Bijbeiuitgaven.

Dit doet aan den ee't-ied voor Gods heilig Woord te kort.

Eii daarom is in dit stadium een Bijbel als de Flakkeesche het eeisige dat ons helpen kan, het vanzelf aangewezene, en stellig doeltreffende.

De uitkomst zal dan ook leeren, dat de tekst van deze uitgave eerlang de algemeen gebruikte wordt, voor kerken, scholen en catechisatiën.

Met blijdschap mag dan ook geconstateerd, dat de uitgave goed vordert.

Nu reeds zag de 21c aflsvering het licht.

, Binnenkort zal aan het Nieuwe Testament de hand worden geslagen. En dat loopt uiteraard gemakkelijker. Eenvoudig wijl een vertaling uit het Grieksch zich lichter in het Nederlandsch liet overzetten, en de Statenoverzetting vaa het Nieuwe Testament deswege minder verandering vereischt.

Uw JDwl. Dr.

KUYPER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's

Magistraten en rechters.

Bekijk de hele uitgave van zondag 2 april 1893

De Heraut | 4 Pagina's