GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

WIE WAS RIJK?

II. (Slot: )

Eenige jaren na dezen vrek stierf in een zeer groote stad een man, die geen schatten naliet, maar slechts een kleine som gelds en een aantal boeken.

Toen die man nog een jongeling was, had hij ook een sterke begeerte. Hij was door Gods genade reeds vroegtijdig bekeerd geworden, en had, gelijk Timotheus, van kindsbeen af de Heilige Schriften geweten. En als Timotheus werd ook hij een prediker des Evangelies. Hij bracht het niet ver in de wereld, dat wil zeggen, hij werd niet rijk en aanzienlijk. Wel kwamen velen om hem te hooren en had hij veel arbeid met de zieken te bezoeken en de menschen te vermanen en te troosten; wel ontving hij ook het loon, dat de arbeider waardig is, maar toch werd hij er volstrekt niet rijker op.

Hoe dat kwam? Wel, ten eerste had hij al spoedig een groot gezin; ten tweede wist hij wel van zuinigheid en sparen, maar nog meer van weggeven. Zoolang hij iets had, gaf hij ook als er nood was.

Eens kwam de dominé op een Zondag in de kerk, huiverig en rillend van de kou. Want zijn jas was wel niet zoo oud als hij, maar toch ook ver van nieuw en zeer afgedragen. Dit zagen eenige menschen en zij legden zooveel geld samen als een nieuwe jas kostte en stuurden dat den leeraar, met verzoek, een dikken winterjas te koopen.

Doch zie, den volgenden Zondag kwam hij toch weer in den ouden jas. Nu vroegen ze hem hoe het zat.

Och, " antwoordde hij, «neem het mij niet kwalijk. Maar toen ik al dat geld zag, dachtjik aan zooveel arme lieden die veel minder hebben dan ik, en toen kon ik geen jas gaan koopen. Ik heb het geld weggegeven Wilt gij het terug hebben, dan zal ik zórgen dat gij het krijgt."

Nu, dat vroegen de gevers niet. Zelfs waren zij zoo getroffen, dat zij in stilte dadelijk een fermen jas lieten maken en dien den domine zonden. Dien jas kon hij toch moeilijk weggeven, en hij heeft hem dan ook gedragen vele jaren lang.

De dominé werd oud; zgn kinderen werden groot, doch ook toen hij hen niet meer behoefde te onderhouden, bleef hij even rijk en even arm als hij was. Hoe dit kwam wisten het best de armen en zieken die hij bezocht. Ook zijn vrouw wist het en klaagde wel eens. Doch dan zei hij: Wij hebben ons dagelijksch brood en wat wij geven, geven we toch maar uit des Heeren hand.

Wat deze arme maar toch rijke domine naliet toen hij stierf, heb ik M al verteld.

Wie was nu de rijkste? Dat leert u de Schrift die zegt: Vermoei u niet om rijk te worden. Vergader u geen schatten op de aarde maar in den hemel. Het eerste had die ongelukkige gierigaard gedaan. Het laatste de leeraar. En wiens deel ten slotte het best is, is duidelijk. Want goud en goed blijft achter, maar de vreeze Gods is een duurzaam goed en wie daarin leeft heeft een schat die ceuwiglijk blijft.

AAN VRAGERS.

Een aantal vragen wachten thans hun beantwoording : 't Kan gebeuren dat we op enkele geen antwoord geven, maar dat is dan ditmaal omdat er soms een gehecle reeks vragen komt, waarbij de inzenders vergeten dat hierboven staat: «Voor Kinderen". En al nemen we dit nu heel ruim, toch kunnen geleerde of zeer diepzinnige onderwerpen kwalijk hier worden behandeld.

Allereerst dus een drietal vragen, door denzelfden lezer gedaan.

I. Of de brieven van Paulus naar tijdsorde zijn geplaatst in het N. Testament, zoodat hij b.v. den brief aan de Romeinen het eerst schreef?

Het antwoord hierop is kortelijk: Neen. Het is zelfs bij vele zoo niet bij alle brieven onmogelijk den juisten tijd te bepalen, wanneer zij geschreven zijn. Uit sommige bv. blijkt duidelijk, dat de apostel schrijft aan een gemeente die hij bezocht had, dus na dat bezoek, en ook is dikwijls daaruit iets met eenige zekerheid te bepalen. En als Paulus elders weer zegt: «De tijd mijner ontbinding is aanstaande" dan moet dat op het einde zijns levens zijn geschreven. De juiste tijd en de juiste volgorde zijn echter niet juist aan te geven.

Van gansch anderen aard is een tweede vraag-die hierop neerkomt wat men bedoelt als men spreekt van »de oude wereld".

Hierop nu is tweeërlei antwoord te geven. In den Bijbel is de «oude wereld" die welke door den zondvloed is vergaan, gelijk er uitdrukkelijk wordt bij gezegd.

In de algemeene beteekenis verstaat men door de oude wereld Europa, Azië en Afrika en wel die gedeelten er van, welke om de Middellandschc zee gelegen zijn en het oude Romeinsche Rijk vormden. Zoo is ook verklaard waarom Amerika «de nieuwe wereld" heet.

De derde vraag luidt: aarom wordt in Handelingen 16:12 de stad Philippi een kolonie genoemd?

Philippi was een stad^ in de provincie van Macedonië, thans behoorende tot het Turk-sche rijk.

De stad is beroemd in de oude geschiedenis. De naam werd haar gegeven door koning Philippus II, di« haar overwonnen had. Philippus vergrootte de stad om reden er rijke goudmijnen in de nabijheid gevonden werden. Uit deze mijnen trok hij 1000 talenten jaarlijks. Twee in de Romeinsche geschiedenis beroemde veldslagen hadden hier plaats in het jaar 42 vóór Christus, tusschen de heerschers Antonius en Octavianus aan de eene, en de republikeinen Brutus en Cassius aan de andere zijde, die den slag verloren. De ruïne van de stad wordt thans nog Filippi of Feliba genoemd.

In deze stad stichtte Paulus een gemeente in het jaar 53.

«Een kolonie" nu wil ongeveer 't zelfde zeggen als een garnizoensstad in een overwonnen land. Zij werd bewoond door Romeinsche burgers, die hun burgerrecht te Rome hielden en aldaar hun stemrecht hadden. De kolonie werd derhalve geregeerd naar Romeinsche wetten en gewoonten. Philippi was de voornaamste stad van Macedonië en de eerste in Europa, waar het Evangelie verkondigd werd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 augustus 1893

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 augustus 1893

De Heraut | 2 Pagina's