GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN ZEEMONSTER.

II.

(slot)

Als men den witten haai vangen wil wordt er aan een groote ijzeren hoek of haak een stuk spek of anders vleesch gestoken. De haak, die vast zit aan een sterken ketting, wor^t vervolgens in zee neergelaten, het uiteinde van dien ketting wordt op het dek van 't schip vastgemaakt.

Al zeer spoedig soms bespeuri men, dat een ruk aan den ketting wordt gedaan. De guUige haai heeft het vleesch ingeslikt, maar o wee — tegelijk den haak dien hij niet zien kon naar binnen gekregen. Hij is aan het lijntje.

Zoodra bemerkt men dit niet op 't schip, of alle man helpt mee om de gevangen verslinder axn boord te hijschen. Datis een heel werk, waar veel kracht toe noodig is. Want de haai is zwAar en wil niet mee. Eindelijk lukt het toch en doet hij zijn intree op het dek. Maar pas nu op! Want al is de haai binnen boord daarom zijn de visschers nog niet buiten gevaar. Zoowel met zijn tanden als met zijn staart kan het beest nog veel kwaan doen. Met een slag van dien staart werpt hij u en mij samen met gemak tegen den grond en zoo, dat' het zeer doet ook. Men haast zich dan ook hem dat gevaarlijk wapen af te hakken. Eens was dit met een haai gebeurd, ja hij was al zoo toegetakeld, dat ieder hem voor bijna dood hield. Een heer, die op het schip was, zei toen tot een ander

Wilt ge eens zien hoe groote tanden dat mon. ster heeft f"

Meteen stak de heer zijn vuist in den bek van den haai om den ander de rijen tanden te wijzen. Doch op 't zelfde oogenblik hoorde men een vreeselijken gil. De haai, die halfdood scheen, had den man de hand afgebeten!

Wij moeten er ons dan ook over verbazen als we hooren, hoe de parelvisschers van Ceylon, zoo men verhaalt, dit vreeselijk dier in zijn eigen eigen element durven te lijf gaan. Om de paarlen'te zoeken duiken zij to|t op den bodem der zee, met een touw om 't lijf, waaraan men hen kan optrekken. Zien zij nu een haai of komt er een op hen af, dan laten zij het buit tot op een heel korten afstand naderen. Nu moet gij weten, dat de bek van dezen g visch zoo geplaatst is dat het dier, wil het bijten, zich altijd eerst moet omdraaien. Van het oogenblik. waarop de aanvaller dat doet, rnaken de visschers gebruik om hem met een scherp mes een zoo diepen prik in den buik te geven, dat hij 't besterft.

Niet lang geleden was een schip, dat troepen vervoerde, op reis naar Engelsch-Indië. Er waren behalve de soldaten nog andere reizigers aan boord en ook verscheidene vrouwen en kinderen.

Een der laatste, wiens vader tot het leger behoorde, was een aardige jongen van een jaar of zes. Op zekeren morgen heel vroeg waren de matrozen bezig het dek te schrobben. De kleine knaap, die 't misschien beneden wat heel warm had, wist, hoe vroeg 'took nog was, op het dek te komen, waar hij op dien tijd nog niet zijn mocht. Zoo kwam het dan ook dat geen der matrozen het kind bemerkte, dat zij op dit uur niet verwachtten.

Plotseling hoorde men een schreeuw en op 't zelfde oogenblik zag een der matrozen, die op 't achterdek stond, nog juist hoe' de kleine knaap over boord en in zee viel. Dadelijk hief de man eeii luid geschreeuw aan om hulp, en sprong toen zonder zich te bedenken overboord om het kind te redden. Zijn makkers, die gelukkig begrepen wat er gaande was, zorgden intusschen dat het schip zoodra mogelijk zijn vaart minderde, opdat de zwemmer het gemakkelijk zou bereiken, en hielden touwen en meer in gereedheid.

Intusschen liep het dek aanstonds vol soldaten en passagiers, die den zwemmer naoogden. De vader van den knaap wilde ook in zee springen, doch men hield hem tegen. Niet lang duurde het of daar verscheen de zwemmer weer boven water en — met het kind in zijn armen!

Er lag nog een groote afstand tusschen den redder en het schip, hoewel dat dadelijk was bijgedraaid. Een luid gejuich ging op van allen die in het schip waren, toen de matroos met het kind al nader kwam.

Maar plotseling hield het vreugdgeschreeuw op. Want meer dan een ontdekte met schrik, hoe zich niet ver van den zwemmer nu en dan de vinnen van een witten haai boven het water vertoonden en ieder die 't zag beefde bij de gedachte aan wat er volgen kon, nu de tijger der zee man en kind zoo nabij was.

Haastig werden booten neergelaten, touwen over boord geworpen. Ook de zwemmer had het gevaar bespeurd. Hij spande al zijn krach­ w ten in, maar de haai deed hetzelfde, en 't zwemmen ging den laatste natuurlijk het vlugst af.

Eindelijk was de zeeman het schip zoo dicht genaderd, dat hij een touw grijpen kon. Hij greep het vast met een hand, slingerde zijn J beenen er om heen en terwijl hij in den rechterarm het kind hield, trokken de matrozen hen onder luid gejuich en zoo snel mogelijk op. 't Was hoog tijd, want juist had de haai ztch al omgekeerd om toe te bijten.

Een luid hoezee klonk over 't water, toen de wakkere redder en de kleine, j die geheel bewnsteloos was, op het dek verschenen. Hoe blij de vader was kunt gij begrijpen. De eenige die niet vroolijk keek was de haai, maar daar stoorde zich niemand aan.

Het beest volgde het schip nog dagen achtereen, misschien denkende, dat er wel weer eens een hapje over boord kon vallen en dat hij dan gelukkiger zou zijn. Maar dat liep anders uit. Want wel viel er een hapje over boord, maar 't was een groot stuk bedorven vleesch, waar een ijzeren haak in zat. De haai, dien hoek hebbende ingeslikt, werd met den ketting die er aanzat op het dek getrokken, doch hij kreeg daar een heel andere ontvangst dan de twee die hij had willen verslinden. Want de matrozen waren zoo verbitterd op hem, dat zij allen tegelijk met hun messen het beest aanvielen en 't weldra in stukken op 't dek lag. Tot aandenken nam elk man eon tand van het vraatzuchtige dier, welks vleesch over boord werd geworpen, terwijl 't vel werd bewaard om er de wapens meö t: e poetsen.

AAN VRAGERS.

Hoe verklaart men in Lukas 2:27. (En hij kwam door den Geest in den tempel. En als de ouders het kindeken Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet tijet hgm te doen.) de laatste woorden

Veertig dagen na zijn geboorte werd de Heere Jezus in den tempel gebracht. Dit had zijn oorzaak in de Joodsche wet, waaronder JezuSi "3-''f ? 'J''' menschelijke afkomst, stond met alle Israëlieten. Hij werd hun in alles ge» lijk.

De eerstgeborene was des Heeren. Dit was ter gedachtenis van de verlossing uit Egypte. »W'int: l!@ eerstgeborene is Mijne; van den dag, dat Ik alle eerstgeborenen sloeg, heb Ik Mij geheiligd alle eerstgejjorenen in Israël van de menschen tot de beesten; zij zullen Mijne zijn. Ik ben de Heere." Num. 3 : 13. Uit Num. 3 : 41 zien wij dat de Levieten den Heere gewijd werden in de plaats van de eerstgeborenen, en Num. 18:16 zegt ons, dat dan alle eerstgeborenen., yan een maand oud, gelost moesten worden voor vijf sikkelen, Voor dien prijs wer^^ den zij vrijgesteld van den dienst van het heiligdom.

De voorstelling in den tempel ging gepaard met een godsdienstige ceremonie, het brengen van een offerande, naar het welvaren van den offeraar. Maïia bracht het minste wat de wet toeliet, namelijk twee jonge duiven. Zij was arm, en hare daad herinnert ons aan 2 Cor. 8:9: at zegt. Hij is om uwentwil arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door zijne armoede zoudt rijk worden."

Het geringe offer was den Heere welbehagelijk. Doch, hoe gefing ook, het moest tqch worden gebracht. Bij den Heere zijn wij aangenaam naar hetgeen wij geven, maar niet naar hetgeen in ons hart is. De arme mag zich niet onttrekken, omdat hij maar stwee duiven" geven kan, want de Heere behoeft ons niet. Doch aan een gewillig offer heeft^W een welgevallen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 augustus 1894

De Heraut | 2 Pagina's