GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

GOEDE LEERLINGEN.

Madagaskar is een groot en vruchtbaar eiland, gelegen in de Indische zee ten oosten van Afrika. Het wordt bewoond door twee volken, waarvan een, de Hova's, het verstandigste en machtigste is. De inwoners zijn zeerervaren in handwerken en velerlei. Maar het best is, dat zij ook den Heere hebben leeren kennen.

Voor een 60 jaar, toen het Evangelie voor het eerst op Madagaskar werd gebracht, ontstond er een zware vervolging tegen de Christenen. Doch den Heere zij dank dat is nu veranderd. Thans vindt men er vele kerken en scholen en gaan de zendelingen en predikers vrij het land rond, om overal het Woord Gods te verkondigen.

Zoodra de zendelingen het werk te Antananarivo, de hoofdstad, konden hervatten, was ook eene van hunne eerste zorgen de oprichting van scholen. De ijver waarmede de ouders hunne kinderen daar heen zonden, bewees, dat zij daardoor aan eene lang gevoelde behoefte voldeden. Ik wil u eens mededeelen hoe het in eene van deze scholen al zoo toegaat. Wij willen een zendeling zelven hooren:

»Gij zoudt u waarlijk gelukkig gevoelen, schrijft hij aan zijne vrienden, dat troepje kleine jongens en meisjes met hunne zwarte glinsterende oogen te zien, zoo als zij daar rondom hunne onderwijzers zitten. Men kan het hun levendig gelaat aanzien, dat zij gelukkig zijn en alle moeite doen om te leeren. De leeruren beginnen 's morgens te half acht; maar zoo leergierig is dat kleme volkje, dat vele reeds te zes uur school komen, en dat men ze heel dikwerf hunne speeluren ziet doorbrengen met hunne lessen te leeren of in een boek te lezen. Zij leeren lezen, schrijven, rekenen, bijbelsche geschiedenis, aardrijkskunde en maken over het algemeen in alle vakken zulke vorderingen, waarover men in de scholen van Europa goed tevreden zou zijn. Maar wat een vreemdeling die hen gadeslaat, misschien het meest treft, i's de graagte waarmede zij zingen, en vooral lofzangen. De landswijzen zijn over het algemeen zonderling; toch zijn er mooie onder; en de vefstgevorderde leerlingen hebben reeds eenige van onze gemakkelijkste wijzen geleerd, die zij met elkander zingen.

«Behalve de gewone dagscholen, worden er in de vijf thans geopende kapellen zondagsscholen gehouden, die zeer trouw worden bezocht en waar alles behoorlijk toegaat. '

»Hier hebben de kinderen even als de volwassen personen gemeenlijk maar één naam, maar de Madagassische namen hebben iets met de bijbelsche namen gemeen, zij beteekenen altijd wat. Zie hier b. v. eenige, van de kinderen im op onze schoolbanken zitten: ;

ONDER DE MEISJES.

Rakatabao^ beteekent: het nieuwe meisje. Raliaéoa-, > ' die het goede leef heeft. Jicüanio, s vol bevalligheid. Jiatavy^ » vet. Raketamenga^ > het blauwe meisje.

EM ONDER DE JONGENS.

Ramaherilanga^ beteekent: van groote zwaarte. Ral> ekotan}\ » de ruime hof. Aiidriantsara/ara, » de laatste der goeden. | Rabarimoso^ » de groote oogen.

sDeze namen komen echter niet altijd precies met de lichamelijke gestalte of het karaktervan die ze dragen, overeen. Somtijds is Ralanto niet bevallig, Ratavy niet bijzonder dik of vet. en onder de verscheidenheden van kleur bij onze meisjes heb ik er nog nooit eene gevonden die men blauw kan noemen, maar toch is dit gebruik wel aardig, en geelt soms aanleiding tot belangrijke opmerkingen of gevolgtrekkingen."

DE TOOVENAAR.

Niet ver van Rome woonden eens twee landbouwers. De een was vlijtig, de ander lui. Toen nu het land van den eerste veel had voortgebracht, werd de ander, die op het zijne zoo weinig zag staan, afgunstig. In plaats van het aan zijn eigen luiheid te wijten dat zijn veld zoo weinig voortbracht, ging hij naar den rechter en klaagde zijn vlijtigen buurman aan.

Die man, zeide hij, is een toovenaar, en door tooverij en leelijke kunsten weet hij van zijn land zooveel te trekken.

Nu lipt de rechter den vlijtigen boer voor zich ontbieden, om zich te verantwoorden. In het eerst begreep de boer de zaak niet recht. Doch weldra werd hem alies duidelij!? . Hij belaadde een wagen, ging daar zelf op zitten en reed naar Rome tot den rechter.

> Gij zijt een toovenaar, zoo ik hoor, " sprak de rechter; jzeg mij welke toovermiddelen gij gebruikt."

»Heer rechter, " was 't antwoord, lik heb ze al meegebracht."

De boer ging heen. Al het volk wachtte nieuwsgierig af wat komen zou. Weldra keerde de landman terug met een paar mannen. Deze en hij zelf droegen een spade, een eg en ander landbouwgereedschap.

sZie, " sprak de boer, daarop wijzend, sdit zijn mijn toovermiddelen en de anderen zijn deze"; en daarbij liet hij zijn vereelte handen zien.

sTegen zulke tooverij heb ik nieis, " sprak de rechter; j> ga gerust naar uw huis. Ik hoop, dat ge nog lang zoo tooveren zult."

AAN VRAGERS.

Wat wordt er bedoeld met de scliepen van Tarsis van welke gesproken wordt in Jes. 2 : i6r Wij lezen in Jes. 2 : 12 — 16: Want de dag des Heeren der heirschareu zal zijn tegen allen hoovaardige en hooge, en tegen allen verhevene; opdat hij vernederd worde; & n tegen alle hooge en verhevene cederen van Eibanon, en tegen alle eiken van Basan; En tegen alie hooge bergen, en tegen alle verhevene heuvelen; En tegen allen hoogen toren, en tegen allen vasten muur; En tegen alle schepen van 'i'arsis, en tegen alle gewenschte schilderijen."

Jesaja leefde, gelijk we zien uit het 2e vers van het boek, ook onder koning U/, zia van Juda. Deze had de stad Elath, een haven aan den zuid-oostelijken arm der Roode zee, hernomen. Uit deze haven nu gingen de schepen der Israëlieten, denkelijk met die van de Pheniciërs, welke ten noorden van Kanaan woonden. Waarschijnlijk voeren zij dan zuidelijk om Afrika heen, en kwamen na een reis van eenige jaren eindelijk te Tarsis, (of Tartessus) een haven en vesting in Spanje, aan. Vandaar keerden zij door de straat van Gibraltar naar hun land terug. Schepen van Tarsis is een uitdrukking die 't zelfde beduidt als bij ons: Koopvaardijschepen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 oktober 1894

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 oktober 1894

De Heraut | 2 Pagina's