Officieele Berichten.
Met verkorting uit her kerkbtat van 5 Jan 1895.
Kort verslag der Vergadering van Deputaten tot de Zending onder Heidenen en Mohammedanen, op 25 en 26 Juni 1895 te Utrecht.
Wegens de afwezigheid des voorzitters, om redenen van gezondheid, wordt de vergadering gepresideerd door den assessor. Ds. Lion Cachet. Afwezig zijn met kennisgeving, de BB. De Gaay Fortman, Hessels, Bouma en de voorzitter. Aangaande de afwezigheid van br. Seegers is geen bericht ingekomen.
Na opening door den waarnemenden voorzitter en vaststelling der notulen van de vergadering op 29 Maart, worden mededeelingen gedaan over een ingetrokken aanvankelijke aanbieding tot den dienst der Zending.
Vervolgens wordt, na eenige bespreking over de Statuten der Nederlandsche Gereformeerde Zendingvereeniging, de vraag behandeld, hoe met legaten ten dienste onzer Zending moet gedaan worden ? De formule, die in dezen wordt aanbevolen, luidt: -^Aan de Nederlandsche Gereformeerde Zendingvereeniging., gevestigd te Amsterdam.1 ten befioeve der Zending van de Gereformeerde kerhen in Nederland." Het gebruik van deze formule zal aan de geïnteresseerden worden aanbevolen; dewijl een vraag in dezen was ingekomen van iemand, die gezind was, aan onze Zending te legateeren.
Vervolgens wordt gerapporteerd door de Commissie, die onderzoek zou doen naar de aanbieding door een broeder in Noord-Brabant van een zeer belangrijk bedrag, ten dienste der Zending. Deze Commissie wordt, na gehoord rapport, gecontinueerd, na de noodige aanwijzigingen in zake de condiüoneele aanvaarding dezer ƒ 70, 000 a ƒ 80, 000 te hebben ontvangen ; en nadat zij gereed is, zal het moderamen de zaak, volgens de bepaUngen der vergadering, moeten beëindigen.
In zake een uitnoodiging tot medewerking in den bond voor «Nederlandsche-Zendingscorrferentiën", wordt aan een der scribae opgedragen, te meld'en, waarom aan deze uitnoodiging geen gevolg gegeven kan worden.
De sLondon Missionary Society" heeft verzocht een of meer afgevaardigden te zenden als vertegenwoordigers van de Zending onzer kerken op den honderdjarigen gedenkdag van het bestaan dezer Zendingvereeniging. Tot zoodanige afvaardiging wordt besloten en afgevaardigd Ds. Lion Cachet, Ds. Feringa en de Zendingdirector; secund. Ds; Van der Valk.
Vervolgens wordt verslag gegeven van de bijwoning der Jaarvergadering van »de Nederlandsche Zendingvereeniging".
Nu worden twee brieven van Zendeling Adriaanse gelezen en het antwoord daarop. Een en ander wordt met ernstige belangstelling overwogen, en geeft aanleiding tot verschillende vragen en opmerkingen. Zijn mededeelingen toonen, hoe schreiend de nood is; hoe vreeselijk, door het gebrek aan bearbeiding, des Heeren Naam onteerd wordt, in deze zoo duistere streken; en hoe zeer groot dus de behoefte aan arbeiders is.
Vervolgens komen de brieven, van Zendeling Zuidema ontvangen, in behandeling, die belangrijke mededeeling bevatten over de Keuchenius-Stichting, en waaronder de laatste brief melding maakt van ongesteldheid van dezen broeder, wat natuurlijk] met deelneming wordt vernomen.
Het antwoord ook hierop wordt, na bespreking, goedgekeurd.
Een tweetal, zeer kort na elkander afgezonden, brieven van br. Horstman uit Moearatoewa Tegal, worden gelezen bij den aanvang der vergadering van 26 Juni, en tevens het antwoord op deze brieven, die over zijn aankomst te Moearatoewa, zijn onderzoek naar zijn wpning te Pekalongan, zijn verlangen naar zijn kinderen, den lateren terugkeer van zijn kleinste dochtertje, en eenige kleinere regelingen handelen.
De berichten van Br. Scheurer worden gelezen, houdende mededeeHngen over zijn vertrek naar en vestiging te Solo; zijn officieele bezoeken aldaar; zijn ervaringen in denJaatstentijd; zijn begeerten, bezwaren, en verwachtingen; en de gedragslijn, die hij zich heeft voorgesteld vooreerst te volgen ten aanzien van de voorbereiding eener Medische Zending, de wijze, waarop hij zijn taalstudiën te Solo voortzet, en de noodige financieele mededeelingen, die ernstig worden overwogen en besproken, benevens de beantwoording daarvan.
In aansluiting hieraan wordt een, door onvoorziene hindernissen eerst later ingekomen, schrijven van br. Scheurer met beantwoording van gestelde vragen gelezen, en besproken; alsmede een pas ontvangen schrijven, en ook een concept-antwoord hierop vastgesteld. Tot vreugde van deputaten wordt hierin ook gewaagd van zijn vorderingen in de taal, en verder van de in de vorige brieven genoemde zaken.
De laatst ontvangen brief van br. Bolwijn wordt gelezen, en (na het geven van de noodige aanwijzingen door de vergadering) ter beantwoording in handen van het moderamen gesteld. In zake het lange stilzwijgen van dezen broeder, geeft dit schrijven eenige verklaring, en blijkt ook eenige, hoewel kleine, vertraging aan de niet toezending van een ingewacht stuk door deputaten toe te schrijven. Overigens is de brief nog steeds geen afdoende beantwoording. Nadere inlichtingen zullen gevraagd worden.
Een staande de vergadering ingekomen schrijven van br. Zuiderna wordt tot nader informatie aangehouden.
Ook wordt nog gelezen een brief van br. Adriaanse, met mededeelingen over zijn ervarin gen en verrichtingen, waarin hij klaagt over het groot gebrek aan arbeiders, en mededeelt hoe hij met zijn shelpers" arbeidt, en hoe hij met de miaiiaer.S~veïkeert; tetens'uv-er de lümei'.ging van het Heilsleger en hun betrekking tot Sadrach, en verscheidene andere belangrijke mededeelingen. Hierover wordt? alweder veel besproken en toegelicht, en herinnerd aan de nog steeds aanhangige, en preferente, aanvrage voor Soerakarta. De beantwoording wordt aan 't moderamen opgedragen.
Aan de orde komt nu het verslag van br. Pos, waarvan de gewichtige mededeelingen en vragen ernstig besproken en zorgvuldig .beantwoord worden.
De voorbereiding van het rapport voor de Generale Synode wordt aan het moderamen opgedragen; en vervolgens.een regeling besproken voor de vergaderingen.
Nog wordt behandeld een schrijven betreffende iemand, die roeping gevoelt, om Zendeling te worden, van Ds. Wijminga. De beantwoording wordt opgedragen aan het moderamen.
Na eenige meer ondergeschikte besprekingen, wordt de laatste der vier zittingen gesloten met gebed door Ds. Noordewier.
Namens Deputaten.
J. H. FERINGA, Scriba.
's Gravenlmge, 26 Juni 1895.
Af et verkorting uit het Kerkblad van 12 Juli 1895.
THEOLOGISCHE SCHOOL.
In tegenwoordigheid der Curatoren D. D. J. Bavinck en W. Doorn werden van den i—4 Juli de Overgangs-examens aan de Theol. School afgenomen met den navolgenden uitslag:
Van de Ie werden tot de Ile Klasse bevorderd : M. J. van Basten, J. F. Colenbrander en J. Vreugdenhil. — Afgewezen werd één.
Tot de Ille Klasse: P. G. Hommes, M.M. Horjus (na welslagen voor het herex. in één vak) H. Keuning, D. B. van der Meulen, W. Oosterheert, C. Pistorius, D. C. Smits Cz., A. Taal, J. Taal (na herex. in één vak) en E. Woudstra (na herex. in één vak.) Vier kweekelingen gingen niet over.
In de IVe Klasse werden geplaatst: G. Bax, A. J. de Boer, M. H. J. Bosch, C. van Gelderen, T. Gerber, J. Gunnink Jz., D. Hoek Mz., Bf.W. Laman, R. Middelveld, J. L. Schouten, C. Staal, J. Tangsma, A. v. d. Vegt, G. H. A. v. d. Vegte en W. A. Willemse (na herex. in i vak). — Vier Litteratoren dezer klasse zijn niet overgegaan.
Tot de Ve Klasse werden bevorderd: J. Bosch Jz. (na herex. in één vak) W. T. van Dam, E. W. Geerds, H. Hangelbroek, H. Heida (de laatste drie na herex. in één vak) R. K. M. Hummelen, S. Idema, J. Jansen en G. de Jonge (de drie laatste na herex. in één vak), H. Terpstra en H. K. Wiertsema.
De Curatorenvergadering
ving Maandag-nam. ten 4 ure aan. De Curator Ds. T. Bos, voorzitter der vergadering van 1894, opende deze vergadering door het lezen van een gedeelte uit Efeze 4, een hartelijk welkomstwoord, waarin ZEw. op de weldaden des Heeren wees en gebed.
Als Curatoren namen zitting:
Ds. T. Bos voor de Prov. Groningen; Ds. J. Hania » » Friesland; Ds. A. M. Donner » » Drente; Ds. J. Bavinck » » Overijsel; Ds. W. J. de Haas s » Gelderland; Ds. L. Neijens » » N.-Holland; Ds. W. van Doorn » » Z.-Holland; Ds. Dr. G. van Goor » » Utrecht; Ds. J. A. Goedbloed » » N.-Brabant; Ds. A. Littooy » » Zeeland;
Tot' leden van het moderamen werden gekozen : Ds. W. Doorn, Praeses ; Ds. J. Bavinck, Assessor; Ds. L. Neijens, Secretaris ; • Ds. W. J. de Haas, Sec. Secr.
Na de voorloopige werkzaamheden begon bet examen met de Litterarische adspiranten.
Woensdagnamiddag eindigde dit onderzoek en werd het htt. diploma toegekend aan de heeren:
N. Duursema, J. D. Heersink, G. A. Kuijper, B. W. ter Meulen, C. Oussoren, J. E. Reijenga, A. P. Stufkens, J. Sijbesma, J. Sybrandi, A. Veenkamp, G. Veltenaar, W. J. L. Verhoeven, S. J. Vogelaar en G. Wisse. — Zeven examinandi werden afgewezen.
(Wordt vervolgd).
C. MULDER.
Secr. V. h. Doe. Coll.
K. 10—7— '95.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 14 juli 1895
De Heraut | 2 Pagina's