GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Tijdschrift voor Geref. Theologie onder redactie van Ds. De Gaay Fortman c. s. komt van zijn hand een kort stukje over de Zondagsscholen voor, dat we ook onzen lezers niet onthouden willen.

Het is van dezen inhoud:

Het Methodisme van Engeland .en Amerika heeft ons vaderland tal van middelen aan de hand gedaan, waarmee het Evangelie bekend gemaakt kan worden aan de honderden en duizenden, die opgroeien in droeve onkunde omtrent hunne eeuwige toekomst.

Het meest gebruikte middel is de Zondagsschool. Het is wel is waar niet meer de Zondagsschool, zooals zij was in hare geboortestonde. Doch dat is zij ook in Engeland en in Amerika niet. Oorspronkelijk toch was zij bestemd voor degenen, die zoowel verstandelijk als geestelijk zeer laag stonden. In een tijd, toen het getal dergenen, die schrijven noch lezen konden, zeer groot was, vond zij een. ruim arbeidsveld. Zoo bloeide zij ook in verschillende streken van ons vaderland. Slechts met dit onderscheid, dat, terwijl de oude Engelsche Zondagsschool voor kinderen geopend v.'erd, de Nederlandsche voor meer volwassenen ontsloten werd. Thans geeft de Zondagsschool geen onderwijs meer in lezen en schrijven. Uitsluitend bepaalt zij zich tot den bijbel en leert zij de bijbel-5che geschiedenis verstaan. Het andere gedeelte des bijbels wordt slechts in den vorm van teksten het jonge geslacht bekend gemaakt.

Natuurlijk wordt de Zondagsschool met gebed en gezang geopend en gesloten. Wellicht meent iemand mij hier te gemoet te kunnen voeren, dat 't gebed tenminste op de moderne Zondagsscholen ontbreekt. iVIet deze heb ik echter ditmaal geen rekening willen houden, omdat zij, mijns inziens, ten onrechte zich den naam van Zondagsscholen hebben toegeëigend. Ik' kom dus op de Zondagsscholen terug, die den bijbel tot grondslag en tot leerboek hebben en vraag nu, wat zij beoogen. Hierop kan geen antwoord gegeven worden, waarin allen instemmen. De een ziet er in een middel, om kinderharten tot bekeering te bewegen, de andere om het kv/aad, dat de meeste openbare scholen door haar zoogenaamde godsdienstloosheid aan het jong geslacht doen, te verminderen. Anderen stellen zich voor door de Zondagsscholen ook op die gezinnen in te werken, waar de ouders geen bijbel meer lezen. Eindelijk zijn er nog, die met de Zondagsschool slechts beoogen de bekendmaking van Gods Woord, met name zijn historisch deel. De eersten zullen aan deparaenese eene groote plaats inruimen en zich vooral toeleggen op het treffen der jonge harten. Den anderen is het meer om de verspreiding der bijbelkennisse te doen. Doch ook hier is verschil tusschen den een en den anderen. Immers zal hij wien het alleen om het Woord en de kennisse er van te doen is, zich toeleggen op het voorlezen en laten lezen, alsmede op het nauwkeurig uitleggen van de Heilige Schiift, terwijl de anderen vooral op de bijbedoelingen den nadruk zullen leggen. Hun zal het veel minder om de juiste verklaring te doen zijn, als wel om de boeiende en aantrekkelijke inkleeding van het Bijbelsch verhaal.

Natuurlijk zal het veel gemakkelijker zijn om Zondagsschool te houden, ton einde de menschen te bekeeren en te boeien, dan om Gods Woord alleen te verklaren. Voor dit laatste is veel studie noodig. Daarom vindt men de minste Zondagsscholen in dien geest handelende. Bijna alle Zondagsschool-onderwijzers en onderwijzeressen hebben het zeer druk in het maatschappelijk leven en vinden in de week noch Zondags veel tijd om de stoffe, die zij willen behandelen, te bestudeeren. Even gelezen wat besproken zal worden, vluchtig zelfs en dan aan den arbeid. De overige tijd zal wel volgepraat worden door wat lessen, vermaningen, verhaaltjes enz. Dit gebrek wordt zelfs door zoogenaamde cursussen niet weggenomen. Eigen studie moet er bijkomen en vanwaar de tijd daartoe gekregen? Misschien denkt men, dat men aan de Zondagsscholen voor den beschaafden, voor den aanzienlijken stand (zooals men ze noemt) hooger cischen stelt. Dit is echter niet het geval. Do iDenaraing is slechts een lokaas. Aangezien de hoogere kringen der maatschappij meer en meer afdrijven van den Heere opent men voor hunne kinderen Zondagsscholen, orii ze daardoor voor hot Christendom te bewaren. Daar echter die kinderen niet naast kinderen uit andere standen willen zitten en daarom wegblijven, opent men voor hen scholen, die slechts door hen en hunne gelijken mogen bezocht worden.

Doch nu genoeg van den aard der Zondagsscholen. Laat mij nu een tv, - eede vraag'beantwoorden: Of de Gereformeerde kerk haar van het Methodisme kan overnemen? Wanneer hiermee bedoelt wordt, of de Gereformeerde kerk voor de Zondagsschool in haar midden plaats heeft, dan antwoorden wij beslist: Neen. De bediening des Woords in de kerk en het huisgezin is door God ingesteld en wettig middel om dat Woord door de gansche kerk bekend te maken enz.

Evenmin zou de Gereformeerde kerk de Zondagsschool kunnen aanvaarden, indien zij die nog moest ontvangen als middel om het Woord Gods naar buiten te brengen, vooral niet wanneer slechts een deel daarvan zou worden gebracht. Doch wij leven in een tijd, dat de Zondagsschool in de Gereformeerde kerk is, sinds lang is, dat zij zich telkens nog meer vertakt. En nu zouden wij aarzelen, haar uit te drijven als eene dienstmaagd, die men niet langer wil houden. Zal echter de Gereformeerde kerk vrede kunnen hebben met de Zondagschool, dan zal zij zich alleen moeten houden aan de verklaring van de Schrift aan de hand der kantteekeningen en andere beproefde Gereformeerde schrijvers van vrocgeren en lateren tijd.

Ot men zich dan niet uitsluitend moet bepalen bij de kinderen, welke niet op de scholen met den Bijbel gaan, zou ik niet durven zeggen. Immers zijn de kinderen der Christelijke scholen zeer dikwijls de gidsen voor anderer geestes kinderen.

Intusschen moet het streven van de Gereformeerde kerken zijn, hare roeping zoo weer op te vatten, _ dat dej Zondagsschool vanzelf sterft en zij naar binnen en naar buiten optreden in de haar geschonken ambten.

Ongetwijfeld behoort ook het vraagstuk der Zondagsscholen tot die ingewikkelde vraagstukken, die allengs door kalme overweging tot oplossing moeten komen.

Slechts zie men wel toe, dat wie de Zondagsscholen mint, niet aanstonds in elke critiek een aanval op haar bestaan zie, en omgekeerd, dat wie tegen de Zondagsscholen is, het abnormale niet voorbij zie van het verleden dat achter ons ligt en van den toestand waarin we nog verkeeren.

De redacteur van de Bazuin ons stukske Niet te haastig over de redding van het menschelijk geslacht overnemende, voegt er zijnerzijds deze korte opmerking aan toe:

In 't no. 35 van de Bazuin komt een ingezonden stuk voor, waarin T. opkomt tegen een in de Hermtt uitgesproken gedachte of stelling, dat namelijk wel menschelijke individuen verloren gaan, maar niet het menschelijk geslacht.

Aan het slot van dit stuk stelt T. de pertinente vraag; wat denkt gij Redacteur der Bazuin van deze stelling?

Het stuk van T. werd door den redacteur ontvangen in den voormiddag van 27 Augustus. Door huiselijke omstandigheden van persoonlijken aard had hij ternauwernood gelegenheid: het stuk te lezen, er even onder te schrijven dat hij op 't oogenblik niet geschikt was voor een antwoord op die vraag, en het zoo naar de pers te zenden, — opdat het nog in het no. van Vrijdag kon opgenomen worden; tevens de venvachting uitsprekende, dat de Heraut zelf wel nadere toelichting zou willeii geven.

Dit nu is geschied in een artikel «Niet (e haastig" en die toelichting drukken we hieronder af. Maar wij willen T. op zijn vraag ook een beslist en duidelijk antwoord geven.

Voor meer dan 25 jaren geleden, is door den tcgenwoordigen redacteur der Bazuin op den predikstoel te Kampen, in eene predikatie over Zond. 14 van den Catechismus, dezelfde stelling uitgesproken, en, naar de mate zijner krachten, bewezen.

Noch door Docenten, noch door Studenten, noch door den kerkeraad is daar toen aanmerking op gemaakt.

En tot op dit oogenblik gelooft en belijdt hij niet anders.

Behalve op de in de Heraut genoemde gronden, blijkt de waarheid dezer stelling z. i. ook uit I Tim. 2 : 5 en niet het minst uit Heb. 2 16.

Indien men maar goed in het [oog houdt, dat door het menschelijke geslacht niet verstaan wordt de «optelsom van alle individuen", maar »de levensstam", dan kan er moeilijk onder Gereformeerde belijders verschil van gevoelen op dit punt bestaan.

Metterdaad zoo is het.

De broeders die hier alarm sloegen v/aren wat te haastig gebakerd.

Over deze zaak kan geen geschil rijzen. Maar wel kan de één deze ontwijfelbare waarheid ongebruikt laten liggen, en daardoor vergeten, terwijl een ander er mee rekent en er kracht van laat uitgaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 september 1895

De Heraut | 4 Pagina's