GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan eind en begin.

Daar staan op het oogcnblik alle lezers van de fferattt^i de kleine en de groote. En dit zegt allen heel veel.

Want het is, om nu nog niet alles te noemen toch al niet gering, dat de Heere God u, vrienden, zoo 't heele jaar door gelegenheid gaf om te lezen en te vragen, gelijk mij den lu.^t en de kracht om te vertellen en te antwoorden. (Trouwens, de lezers en de lezeressen schrijven zelf ook nog al eens). We vinden het zoo gewoon, 't gaat week in, weck uit zoo. 't Zou vreemd wezen als het anders was, en toch...

Toch hebben we het al te zamen niet verdiend, en is het louter de genade en goedertierenheid van God, Hem van wien geschreven staat; Hij doet ons niet naar onze zonden. ^Vant als het daarnaar ging, zou de redacteur zeker geen woord schrijven en de lezers geen regel lezen. Immers we zouden dan niet zijn die we zijn.

Zoo is er dan aan het einde des jaars alle reden, en zeer duidelijke, om den Heere God te loven en te prijzen, die ons in Zijn eeniggeboren Zoon, wiens komst we pas herdacht hebben, zooveel, en dat onverdiend, schenkt. En wat konden we ; il niet opsommen! 't Is gelijk de Schrift zegt: tin Hem leven wij, bewegen wij ons, en zijn wij."

Ja, zegt gij, dat is nu van 'tonde jaar, maar 't nieuwe, daar is toch nog niets van te vertellen.

Ei zoo, daarin kondt ge u wel zeer vergissen, al is liet zeker dat we niet weten wat ons overkomen zal, en al is dit juist een reden om den tijd uit te koopen, d. i. zoo nuttig mogelijk te besteden, en nog meer om, wijl alles vergaat, ons een schat te vergaderen die blijft in de hemelen.

Maar wat we wel weten is, d.it de Heere God niet verandert en Dezelfde blijft als vanouds. We kunnen dus % zeker van zijn, dat Hij ook in den tijd die komt genadig en barmhartig zal zijn jegens alle zondaren, clie töt H'em ka­ men opdat zij door Christus die de deur is, ingaan in de stal der schapen. Ook weten we dat de Heere Ch|istus leeft en regeert, en zal blijven zorgen dat niemand Zijn schapen uit Zijne hand rukt. Maar eveneens is het zeker, dat, wie gelukkig wil zijn en behouden, in het nieuwe jaar den ouden weg zal moeten bewandelen, maar dan ook komt'waar hij wezen moet. Een andere weg echter is er niet, en buiten dien weg is er enkel verderf.

Waar weg ? Wel, vrienden, gij weet immers Koe de Heere Christus zegt: Ik ben de weg. Ken andere, zei ik, ^is er; nief, 'de menschen hebben er vele uitgedacht, maar die loopen uit in den dood. De Heere Christus brengt ons tot het leven. Daarom zegt Hij ook wederom: Ik ben het leven, ^

Zie, al deze dingen zullen waar zijn in het nieuwe jaar, gelijk zij het geweest zijn tot nu toe. Maar om er' deel aan te hebben behoeft gij een nieuw hart. ©ut wordt in 't nieuwe jaar allen lezers van harte toegewenscht.

EENE REIS IN OE MiDDELEEUWEN.

V.

BIJNA".

Het"'is7dus best^te-begrijpen, dat^'de Mongolen, toen zij met huk zegevierende legers door Azië trokken, overalwiristelijke kerken vonden. Gelukkig waren die heidenen verstandiger en in zeker opzicht beter dan zelfs vele Christenen uit hun tijd en flater. Want zij deden-aan de Christenen geen kwaad, en lieten ieder vrij wat zijn godsdienst ^betrof.

We zagen reeds, hoe Dsjengis-Khan in dit opzicht zich het tegendeel _.j van een dwingeland betoonde. Hij vervolgde de Christenen niet, deed niemand om des gewetens wille eenige moeite aan, en deed nog meer. 't Is zeker wel merkwaardig, dat de geweldige Mongoolsche veroveraars den Christenen veelal gunsten bewezen. Ja, zelfi namen zij gaarne Christinnen tot vrouwen en verhieven hen op den troon. Dat had Dsjengis-Khan gedaan en zijn erfgenaam Ogotai, wiens moeder een Christin was, namook^Veder eene Christin, Toerachin .geheeten, tot vroiiw. Uit dit huwelijk.werd .een zoon geboren, de latere groot-Khan Gayoek.

Deze nu stond geheel onder den invloed zijner Christelijke] móeder, - en [ging zoover mede, dathij; : langen tijd zelf voor een. Christen werd gehouden. In "zijn legerplaats vond men, bisschoppen, oudsten (presbyters) en monniken. Hij bezat een voor ; _zijn; .tijdj prachtige, kerk, waar openlijk naar de wijze der Grieken dienst werd gedaan. Dat dit alles waar is, weten we van een ooggetuige, een die daarbij de dingen zeker niet mooier voorstelde dan ze waren, 't Is namelijk de monnik Johannes van Plano Carpini, die in 1243 als afgezant van den paus een bezoek bracht aan den groot-Khan, die zich 'toen te Karakoroem bevond.

Zoo ziet ge, dat in die streken, waar thans van des Heeren dienst niets meer is te vinden, eens Zijn naam werd aangeroepen, en een gemeente des Heeren bestond, al was zij dan ook vol dwaling en bederf. Ook is 't opmerkelijk, dat de heidensche-vorsten^ der Mongolen, de bloeddorstige en geweldige heerschers, zoo nabij het Christendom stonden. Doch als we nu zien, hoe van dat al niets meer over is, en heidendom en bijgeloof _: daar ginds nu lieerschen, dan leert ons dit heel veel. Dg, Heere kan ook den (kan-'delaar vau zijn AVoord wegnemen. "Waarom Hij dat doet, lezen v/e in de eerste hoofdstukken van Johannes' Openbaring. En hoe weinig het baat bijna een Christen te zijn, bijna bewogen, leert' ons het voorbeeld van koning Herodes Agrippa, van wien in de Handelingen v/ordt vermeld.

We zien intusscheri, dat best te begrijpen is, hoe de Khans iets, ja veel van het Christendom wisten. Daar kwam: bij dat de paus, die de Nestorianen beschouwde als afgedwaalde schapen, hen gaarne ween tot zijn kudde terug had gebracht. Ook misg\mden de pausen aan de Nestorianen hun invloed en aanzien bij de Mongoolsche vorsten, en wilden trachten de genegenheid dier vorsten tot liet Christendom te gebruiken, voor de, pauselijke kerk en heerschappij.

Daarom gingen er herhaaldelijk gezantschappen van Rome naar Mongolië. Zelfs zond in 1245 paus Innocentius IV er, twee naar 't rijk der Tartaren. Het een bestond uit vier Dominikanermonniken onder geleide van den monnik Ascelyn, en ging tot Balsjoe, den man die in Perzië als stadhouder van den groot-Khan 't bevel voerde. Het andere bestond uit zeven Franciscanermonniken, aangevoerd door dien Johannes, van wien we boven spraken. Zij gingen naar den overste Batoe, die aan de Wolga in Rusland zijn legerplaats had.

Doch die gezantschappen richtten niet veel uit, en dit was best te begrijpen.

Toen de Dominikacen bij den stadhouder aangekomen waren, deden zij hun boodschap. Deze nu zei onder meer ook dit: De paus is de hoogste persoon op aarde, alle vorsten zijn hem onderworpen. iJij is de plaatsbekleeder van God en de stedehouder van Christus. Zoo moeten dan alle aardsche vorsten en ook de groot-Khan buigen voo'r den paus. Daarbij hebben wc ook in last den Khan ernstig op het gemoed tej.drukken, dat liij niet voortgaat met veroveren, maar zich tevreden stelt met hetgeen hij nu bezit. Alles en nog wat te willen hebben komt niet te pas.

Gij vat wel, dat de st^houder juist niet vriendelijk keek toen hij deze ho6vaa; rdige en dwaze taal hoorde. Zelfs wat er waar van was, smaakte den Mongool volstrekt niet. De groot-Khan zelf was er evenmin door gesticht. De Donünikanen kregen het te kwaad, moesten metterhaast vluchten, en waren nog blij dat ze er 't leven afbrachten.

Dat het den anderen niet beter ging, zullen we zien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1895

De Heraut | 4 Pagina's