Onze visschers.

Engeland gaf opnieuw het voorbeeld.

Om zijn visschersvloot ook godsdienstig te verzorgen, bracht het uit particulier initiatief geld genoeg saam, om dusgenaamde kerkschepen in te richten, die de groote visschersvloot verzelden, en gelegenheid boden, om de manschap in godsdienstoefening, onder goede leiding, saam te brengen.

Zelfs liep er een gerucht, dat deze Engelsche vereeniging op het punt stond, zich ook het lot van onze visschers aan te trekken.

Toen echter hebben gelukkigerwijze eenige Gereformeerde kerkeraden aan de kust zich deze zaak aangetrokken, en reeds rijpen de plannen, om welhaast een geschikt schip aan te koopen, te verbouwen, te bemannen en het ten dienste van onze eigen visschersvloot uit te zenden.

Ons eeresaluut aan hun energie en kloeken moed!

Het denkbeeld is uitnemend, en hoe sneller het wordt verwezenlijkt hoe beter. Maanden lang drijven onze haringbuizen en loggerschepen op de Engelsche kusten. Jagerschepen brengen wel den gevangen buit over, maar de manschap keert niet voor na afloop van den vangsttijd huiswaarts.

Is het dan niet kostelijk, dat voortaan die visschersvloot verzeld zal worden door een vaartuig van tamelijke afmeting, waar men Zondags, en ook op andere dagen, na afloop van arbeid saam zal komen, en waar een dienaar des Woords en een arts hen zullen opwachten, om ze naar ziel en lichaam te verzorgen?

Vooral de saamvoeging van geestelijken en geneeskundigen' dienst is hier zoo aanbevelingswaardig. Wie krank werd op de visschersvloot miste dusver alle medische hulp, en lag troosteloos in een donker kot.

En nu te denken 'dat er eerlang een inrichting zal zijn met goede bedden en zorgzame verpleging, om onder medisch toezicht, de kranken op te nemen, wijst op een keer, die het medelijdend hart goed doet.

Zelfs twijfelen we niet, of én de reederijen én ten deele ook de gemeenteraden zullen bereid worden gevonden, de kosten van dezen medischen dienst te helpen verlichten.

Maar voor de kerk blijft natuurlijk hoofdzaak de geestelijke verzorging.

Hierbij nu kan men twee wegen inslaan.

Men kan of zonder officieelen Dienst des Woords, een gelegenheid openen, om op Zondag saam te komen, saam te zingen, te bidden, en een stuk te lezen. Dit is de oude usantie op de koopvaardij-en nu nog op onze oorlogsvloot gevolgd. Ook op andere vloten gaat het zoo, en men weet hoe zelfs de keizer van Duitschland in eigen persoon meer dan eens in zulk een godsdienstoefening aan boord voorging.

Dit is de goedkoopste manier. De schipper gaat dan voor, en het maakt geen kosten.

De andere methode is, dat men den Dienst des Woords door deze of gene kerk laat aanrichten, en alzoo »de geloovigen vergadert."

Dit kost natuurlijk veel meer, maar het strekt dan ook veel verder, en verdient deswege bij zoo talrijke bemanning als onze visschers vloot herbergt, stellig aanbeveling en voorkeur.

Voor één schip kan men geen Dienaar aanstellen, maar wel voor een geheele vloot, en ook al valt het Kerkschip wat groot uit, de kericzaal zal Zondags druk bezet zijn.

Dan verkrijgt men niet alleen een soort godsdienstige samenkomst of oefening, maar een geregelde »vergadering der geloovigen" met Bediening des Woords en der Sacramenten. Zeer geschiktelijk konden dan tevens enkele schippers tot ouderlingen in hun kerken benoemd worden, en deze aan den Dienaar ais gedeputeerden namens den kerkeraad worden toegevoegd.

Daarbij zij men dan van den eenen kant zoo ruimhartig en mild, als slechts even mogelijk is, en stelle zijn kerkschip open voor al wie onder den Dienst des Woords wil opkomen, en sluite niemand van het heilig Avondmaaal uit, dien men niet zou moeten uitsluiten als men aan wal was.

Maar ook handhave men van meet ai de goede kerkelijke orde, opdat niet door verkeerd aanvatten der zaak later allerlei moeilijkheid rijze.

Wij voor ons zouden er zelfs de voorkeur aan geven, dat de saamwerkende kerkeraden van één bepaalden kerkeraad de indienststelling lieten uitgaan. , Het schip kan dan saam bekostigd, en ook kan men saam de regeling vaststellen, maar ge gaat altoos het veiligst, zoo ge den Dienst als zoodanig slechts van één met name aan te wijzen kerkeraad laat uitgaan.

Zoo alleen kan de aan te stellen Dienaar door een bepaalde kerk beroepen en in den Dienst bevestigd worden; is zijn positie als Dienaar behoorlijk geregeld; en is, bij opkomende moeilijkheden, de weg aangewezen, om oplossing te zoeken. Het geldt hier toch soortgelijke positie als in zake de Zending.

Zulk een Dienaar moet niet de zaakgelastigde van velerlei lichamen zijn. Hij moet zijn eer en de waardigheid van zijn ambt op voet van gelijkheid met alle overige Dienaren bezitten, en onder de kerkregeering ook Classicaal kunnen meeleven.

Ook 's winters als hij thuis is, moet zijn dienst zijn aangewezen.

Zoo telkens en telkens is men bij soortgelijk onderneming van achteren op moeilijkheden komen te stuiten, die men aanvankelijk niet voorzien had, dat het misschien goed kan zijn, nu reeds hierop de aandacht te vestigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen