GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland.

De I r v i n g i a n en in D u i t s c h 1 a n d.

De Irvingianen, die in Nederland in deze dagen opnieuw hun net zoeken uit te werpen, beweren steeds dat zij tegenover onderscheidene kerkelijke gemeenschappen, de ééne oorspronkelijke apostolische kerk vertegenwoordigen.

In Duitschland is althans eene scheuring ontstaan, omdat sommige gemeenten aan den „laatsten" apostel der Irvingianen, Woodhouse, getrouw willen blijven, terwijl men in andere kerken nieuwe apostelen heeft gekozen. t t

Van de zendingsreizen van drie dezer nieuwe apostelen bericht de Irvingiaansche Herold het een en ander. Daar berichten uit den Irvingiaanschen kring zeer zeldzaam zijn, is het ons aangenaam iets omtrent die secte mede te kun­ j nen deelen. a

Een der apostelen begon zijn arbeid in October 1896 in Leipzig, waar hij met de bisschop Wochmann van Hamburg samenkwam. Deze laatste hield in de avondgodsdienstoefening eene toespraak en bereidde voor den apostel den weg tot het hart der Gemeente. Nadat nu de apostel in de kracht des heiligen Geestes gesproken en de harten vrij en bereid gemaakt had voor de zegen Gods, „werden 43 bouwsteenen, geloovigen die nog in leven zijn, gevoegd in den tempel van den levenden God en 27 ontslapenen". v d g i m w t h

Daarop ging het verder naar Gera en Weida. „Er had hier in een klein lokaal een samenkomst plaats, waarin de bisschop eerst een toespraak hield om Jezus in zijn apostel den weg te banen in de harten der gemeente, daarna trad de apostel op en bearbeidde de harten." Daarop begaf zich de apostel naar Neustadt, Poszneck, Paalveld („waar de apostel in het zweet zijns aangezichts zijn brood, als den wil Gods eten en mededeelen moest.") Greiz, Zeulenrode („waar hem de bisschop Wochmann weder den weg baande"), Planen, Reichenbach, Dresden, Oud-en Nieuw-Gersdorf, Halle, Bernburg, Hannover. Het bericht vat dan het resultaat van deze zendingsreis samen in de woorden : „Zoo werden op deze reis 363 levende steenen op den levenden grond en hoeksteen gelegd, Christus God geopenbaard in het vleesch. Eveneens werden 1354 ontslapenen verzegeld, en tien priesters, drie diakenen en zeventien onderdiakenen in het ambt gezet". k w t k h d k l d d d m G m

Van den apostel Niehaus wordt getuigd dat hij overal op zijn reis „het zwaard des geestes gebruikte, om de vijanden die den zegen Gods tegenhouden, te slaan, en overal heeft hij heerlijke zegepralen gevierd." Het is wonderbaar, dat sedert de apostelen uit het oude wezen van de letter in het nieuwe wezen des Geestes geleid zijn en de gemeente ook daarin hebben geleid, de uitkomst zoo heerlijk groot is.

Deze zinsnede geeft bedektelijk te kennen dat er verschil van gevoelen in zake de leer onder de Irvingianen bestaat. De Engelsche Irvingianen stelden vroeger hunne 12 apostelen naast de 12 apostelen des Heeren en kwamen op deze manier tot de 24 ouderlingen uit de Openbaring. Zij hopen ook nog op de wederkomst van Christus gedurende het leven van Woodhouse. Een predikte, met het oog op den mogelijken dood van Woodhouse voor Jezus' tweede komst, dat wanneer alle pilaren gevallen waren, het gebouw ten slotte moest invallen. Hiervan willen de menschen van de nieuwe richting niets weten.

Nu een nieuw apostolaat is ingesteld, zaLhet ons niet bevreemden dat er scheuring en verdeeldheid onder de Irvingianen op te merken is. De oud-testamentische en Roomsche ceremoniën acht men niet meer noodig, „wijl de uitwendige groote ceremoniëele dienst onze zinnen gevangen neemt en niet tot de levende bron voert".

Het geven van tienden is wel is waar nog niet afgeschaft, maar het wordt vrijgelaten. Ook schijnt het dat de nieuwe Irvingianen de vier ambten hebben prijsgegeven. Over de „ouden" oordeelden de menschen der nieuwe richting hard. Zij worden niet beter geacht dan de leden der meeste kerken: zij prediken liefde en toonen het tegendeel.

Frankrijk. Reeds sinds jaren bestaat er in Frankrijk een vereeniging onder den titel van l'Oeuvre des prétres, die zich ten doel stelt om Roomsche priesters, die hun kerk hebben vaarwel gezegd voort te helpen. Dit bewijst wel, dat onder de Fransche geestelijkheid, de gevallen van afval niet sporadisch voorkomen.

Een ultramontaansch blad schreef: , - , Er zijn altijd ongelukkige afvallers geweest, maar zij kwamen slechts nu en dan voor. Maar tegenwoordig is het kwaad grooter dan vroeger. Men heeft niet over enkde gevallen te klagen, maar er openbaart zich een zeker algemeen streven, er is eene groote beweging merkbaar, er vormt zich hier en daar een partij van afval. Ons vroeger zoo vast en eendrachtig katholiek priestercorps is aan het wankelen, er is, schoon ook verborgen, eene beweging naar het Protestantisme. Niet alleen zijn zes priesters op de banken van de theologische faculteit te Parijs gaan zitten, maar ook zijn er vier, die zich als studenten in de theologie, aan de universiteit van Montauban hebben laten inschrijven. Tien op eenmaal. En dit is niet alles, men moet op meer voorbereid zijn."

De gewezen priester Bourrier, die thans als predikant de Gereformeerde staatskerk dient, geeft gelijk we reeds mededeelden de Chretien Francais uit, om de beweging onder de Roomsche priesters wakker te houden. Hij zond 4000 exemplaren aan leden der Roomsche geestelijkheid, en ontving er slechts zeven als geweigerd terug.

Hoe zouden we ons verblijden als deze beweging bleek een geestelijken achtergrond te hebben!

— Ten troost voor de Fransche Ger ef o r meerden?

De Fransche Gereformeerden beleefden in de laatste jaren in hun land geen gemakkelijke dagen.

Er werd een formeele veldtocht tegen hen georganiseerd door min of meer Ultramontaansch gezinde mannen, omdat men hun invloed vreesde en wijl er beweerd wordt, en dit niet zonder grond, dat de Protestanten in verhouding van hun zielental, veel meer ambten, en soms zeer hooge ambten, bekleeden dan de Roomschen. Daarbij komt dat de strijd voor openbare zedelijkheid en tegen de pornographische litteratuur door Protestantsche mannen, daarbij geholpen door ernstig gezinde Roomschen, gevoerd wordt. Daardoor werden materialistische geesten er toe gebracht om den kreet aan te heffen: „het Protestantisme gaat ons overheerschen". Daartegen ging men nu met alle macht strijden.

Immers wanneer het Protestantisme den boventoon kreeg, dan zou het gedaan zijn met de oprechtheid, dan kwam er huichelarij aan het woord. Men kreeg dan een Engelsche Zondag en in plaats dat het Fransche leven zich zou kunnen openbaren gelijk het is, zoowel op de straat als in de pers, zou het geperst worden in het verstikkende keurslijf der schijnheiligheid.

Er is nu eenmaal goed en kwaad; gaat men de openbaring van het kwaad met geweld tegen, dan meent de naturalist, dat de remedie erger zijn zal dan de kwaal. Deze naturalisten, die feitelijk elk zedelijk ideaal prijsgeven, vinden in Nederland hunne geest ver ivanten in de voorstanders van de instandhouding der kermis en in de strijders voor de gereglementeerde prostitutie.

Nu is er nog iets dat den Franschen Protestanten niet gunstig is. De Protestanten worden nu vooral bij het Dreyfus-proces op ééne lijn gesteld met de Joden. De man die het 't eerst voor Dreyfus opnam, de heer Scheurer-Kestner, is een protestant, terwijl Dreyfus een jood is ! Is het niet opmerkelijk dat een man als Rochefort, de redacteur van de I? itransigeanf, de revolutionairste onder de revolutionairen, in vereeniging met de Ultramontanen, al degenen die er voor strijden, niet dat Dreyfus in vrijheid gesteld zal worden, maar dat men naar recht in deze zaak handelen zal, overladen worden met smaadredenen.

Nu hebben de Fransche Gereformeerden in den laatsten tijd iets dat hen troost. Er is een beweging onder enkele Roomsche priesters ontstaan, tot afwerping van het juk der Hiërarchie. Men heeft er zelfs over gedacht om een te huis te stichten voor Roomsche geestelijken, die hun kerk wenschen vaarwel te zeggen en niet weten waarheen zich te begeven. Dat zulk een plan kan ter sprake komen, bewijst dat hier meer dan enkele sporadische gevallen zich voordoen. Mocht het nu maar van achteren blijken, dat de mannen die Rome vaarwel zeggen, niet in een erger kwaad vervallen: van bijgeloof tot ongeloof Wij lazen enkele uittreksels van brieven van mannen, die aan Rome een scheidbrief gaven, die in ons de hoop wekten, dat honger naar het ware brood des levens hen dreef Doch naar enkelen kan men niet allen beoordeelen.

Zeer zouden v/ij begeeren dat er mannen van Gereformeerde belijdenis opstonden om deze merkwaardige beweging te leiden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 februari 1898

De Heraut | 4 Pagina's