GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leerplicht.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leerplicht.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gelijk het in een spotdicht hoort, wat overdreven, maar in zijn kern waar, in den vorm niet onverdienstelijk, en in zijn volhouden van de groep niet zonder talent, is onderstaand hekelstuk uit de Vrije School.

Nederland onder de plak.

Eindlijk zal 'k mijn zin toch krijgen, Bengels, rekels, galgenaas; Heb ik dikwijls moeten zwijgen, 'k Ben je nu voor goed de baas! Wat heb ik niet reeds een woorden moeten verspillen, Hoe voelde ik mijn hart van verontwaardigingtrillen, Als ik zag, dat je, ver van de bron mijner wijsheid, Aardapplen ging poten of schaatsenrijden in ijstijd, Op 't kindje bleef passen, A s moeder moest wasschen; Thuis dorst te blijven, Om ganzen te drijven, Om schapen of koeien.

Of varkens te hoeien, Om voor pleizier te gaan rijden of varen Of je tante te feliciteeren bij haar verjaren; Maar dank zij onzen knappen Minister van onderwijszaken Dat is voor goed nu gedaan, schoolvergeten snaken.

Vroeger kon ik me woedend maken Als jullie, draken, Dorst te stiemen, te strikken, te spijbelen, een sluipertje te maken.

Achter de hooge te loopen, of hoe je in affreus dialect Met dieventaahvoordcn je meesters begekt; In dat geval evenwel kon 'k mijn woede nog koelen En in verbond met je vader je mijn tuchtroe doen voelen Maar hoe kon het mij kwellen mijn slaap mij ontrooven Mijn vreugde vergallen, mijn werklust verdooven Als zoo'n vader, zoo'n moeder, voor 't hoogere blind, Dorst te zeggen: «Blijf thuis jij en pas op het kind".

En of ik dan zei: «Maar dat kind moet nog leeren, Moet nog wijsheid vergaren, zijn kennis vermeeren, üe ontwikkeling is immers een eisch van den tijd"; Jawel hoor, 't was alles aan dooven gezeid En ze noemden het allemaal schoolmeestersvvind En ze zeien: »We zijn toch nog baas van ons kind!" En dan raakte ik mijn schoolmeestersphlegma kwijt En dan dacht ik te bersten van woede en van spijt En van nijdigheid Over zooveel nalatigheid Van menschen, die, om toch maar te kunnen eten Al de vakken van artikel twee vergeten.

Als mijn drift wat bekoelde, dan sloeg ik den blik Naar het Oosten, het land mijner droomen.

Heerlijk Moffrica, Moffrica — och, mocht ook ik Mocht mijn land tot uw heerlijkheid komen! Dan zwaaide ik mijn scepter wel tienmaal zoo blij, Onbeperkt ware dan mijne schoolheerschappij.

Heerlijk land! Land, waar de plak en de sabel regeeren, 'k Voel mij in geestdrift ontgloeien, mijn oog Traant bij het staren op al uwe grootheid, Als ik bedenk hoe verschrikkelijk hoog Gij zijt verheven, ver boven ons landje, Waar men ondanks mijn nadrukkelijk betoog Vrijheid roept, vrijheid, verderflijke leuze, Die reeds zoo menigen stervling bedroog.

En thans! heerlijk verschiet, Wat de stoutste verbeelding niet droomde Wat mijn mond uit te spreken nog schroomde 't Is geschied, 't is geschied! Dat iedere plakmonarch van de Eems tot aan de Schelde Met vrome dankbaarheid den naam van hem vermelde, Die in zijn wetsontwerp de idee heeft neergeleid, Die hem onsterflijk maakt, den Groszen seiner Zeit Hat er genug gethan, geleefd voor-alle tijden; De verre naneef zal zich in het licht verblijden, Dat zijn genie vooruitwierp op het pad omhoog, Dat door de menschheid wordt bestreden; Maar ons oog Ziet nog slechts d'eerstling van een lange reeks van wetten Die dit losbandig volk volkomen moet beletten, Te gann uit 't spoor dat wijsheid voorschrijft Wn zoo den heilgen wil der plakomarchen doordrijft

Maszregeln zal men 't volk (o arme moedertaal, Gij hebt geen enkel woord, dat bij dit verbum haal' In kracht en diepen zin) totdat men allerwegen Het licht der wetenschap en der beschaving zegen', Aanschouwt, erkent, geniet, totdat met algebra Vertrouwd zij de opperman, tot aan de waschtob sta Een vrouw, die Shakspeare kent en Fransch en Duitsch en Engelsch Kan converseeren met haar man en met haar bengels.

Die naar de reeg'len van de kookschool knollen kookt, Uit water sju maakt en terwijl zij 't vuuroppookt, Aan Ibsens drama's denkt en Toorops meesterstukken, Die dag op dag haar teedre ziel verrukken; Dan zal geen spelfout meer de epistelen ontsieren.

Dan zal de fonetiek der menschen tong bestieren.

O grootsche toekomstdroom! och ware 't mij gegeven U werklijkheid te zien aan 't einde van mijn leven! 't Waar al te schoon, — de pen ontglipt mijn ving'ren En tusschen vrees en hope blijf ik slingren ....

Vooral doet het ons genoegen, dat een blad voor onderwijzers dit stuk opnam.

Op zichzelf toch is het te verstaan, dat menig schoolhoofd wat graag een sterk wapen tegen schoolslordigheid in handen had.

Te nobeler is de zelfverloochening waarvan de gedachte, die hier op den voorgrond dringt, getuigt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's

Leerplicht.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 mei 1898

De Heraut | 4 Pagina's