GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

TERUG IN DE VADERSTAD.

XIII.

't Zou niet onmogelijk zijn, dat de lezer het antwoord op onze vraag reeds gevonden had. Die tweede was onze Frederik of zooals hij voluit heet Frederik Mykonius.

De jongeling van een dertig jaar geleden is nog wel in hem te herkennen, al zijn reeds diepe rimpels in zijn voorhoofd gegroefd. Tenger van gestalte, bleek, en met een uitzicht dat allesbehalve van lichamelijke kracht getuigde, zat hij in den wagen. Een vriendelijke lach verhelderde zijn gelaat. Geen wonder: hoevele jaren waren er verloopen sinds hij Annaberg en het klooster vaarwel zei, om den weg in te slaan naar dat arbeidsveld, 't welk hij in den droom had aanschouwd. Wat al gedachten gingen onzen Frederik door het hoofd nu hij, thans een man, een prediker des Evangelies, zijn geboorteplaats wederzag, waar zooveel was veranderd, zooveel ook, Gode zij dank, ten goede gekeerd. Waar de paus had geheerscht, was thans het Evangelie machtig geworden, de duisternis was vervangen door het licht, o Hadden zijn ouders dat nog eens kunnen aanschouwen. Maar, helaas, zij leefden niet meer. Toch, en dit verblijdde hem, zij hadden beide met hem een even dierbaar geloof beleden; de vader was daarin niet alleen gebleven. Ze hadden ook gezien hoe hun zoon, die zich zelf aan hen had ont rootd, later tot hen was wedergekeerd, hoe God hem de oogen had geopend voor de waarheid die vrijmaakt, en hij Rome en zijn altaren voor altijd had verlaten. b d h c BK w

Zoo hadden vader en moeder zich nog kunnen verblijden toen Frederik, met Luther bekend en innig bevriend geworden, dien Hervormer krachtig ging ter zijde staan bij zijn arbeid in Saksen. Eerst te Zwickau en later in Gotha werkte Frederik, en God zegende het woord der prediking, die door hem geschiedde. Achtereenvolgens was hij als leeraar werkzaam geweest te Marburg, te Schmalkalden, ja ook in het meer verwijderde Neurenberg. Dat hadden echter zijn ouders niet meer beleefd.

Voor het huis des burgemeesters hield de wagen stil, nog altijd door het jubelend volk omgeven. De vrienden stegen uit, en zaten weldra aan den feestdisch, dien de Raad der stad hun had bereid. Ds. Lindenau kreeg de eereplaats, en werd gelijk de ander met een schoone rede verwelkomd, waarop de eerste in een aanspraak uit naam van den hertog antwoordde.

Was de eer groot, de eer die Mykonius aan den maaltijd deed was klein. Hij was, als Calvijn en meer groote mannen, sterk van geest doch zwak van lichaam, en reeds nu werd zijn gestel ondermijnd door de tering, een gevolg van zijn rusteloozefi ijver, bij een zwak lichaam, om het Woord Gods alom in Duitschland te verkondigen en te verbreiden.

Tot nog toe scheen niemand in Annaberg den vioegeren stadgenoot, Mykonius, herkend te heb­ ben. Terwijl men echter aan tafel zat, sprak plotseling een der raadsheeren:

„Eerwaarde heer, als ik mij niet bedrieg, zijt ge hier niet voor de eerste maal, en kent ge onze goede stad reeds uit de jaren uwer jeugd."

„Gij vergist u niet", sprak Mykonius gHmlachend, „mijn wieg heeft gestaan in deze stad. Hier heb ik mijn jeugd doorgebracht, hier ben ik in het klooster gegaan, inaar ook hier heeft God mij op zeer bijzondere wijze onderricht, gelijk mij nu duidelijk is gebleken. En thans, nu Hij mij uit de duisternis heeft gebracht tot Zijn wonderbaar licht, roem ik Hem die mij geeft dat licht op den kandelaar te zien geplaatst in de stad mijner geboorte."

„Ja", sprak de burgemeester, „ik wist reeds wie de eerwaarde heer was, en straks zal wel heel de stad het weten. Wij mogen ons verheugen, dat uit ons midden een man is voortgekomen, die op zoovele plaatsen het Evangelie heeft verkondigd, en die alom met eere bekend is."

verkondigd, en die alom met eere bekend is." „Maar", zoo sprak een der oudste raadsleden, „vergun mij, die u als klein kind heb gekend, te vragen, eerwaarde heer Mykonius, hoe gij tot die groote verandering zijt gekomen, welke u van een monnik lot een Evangeliedienaar maakte? "

„Waarde heer", hernam Mykonius, „gaarne zou ik uw begeerte inwilligen, temeer wijl ik weet, hoe gij vaak mijn vader beschermd hebt, als hij, dien men te onrechte voor een ketter hield, overlast zou lijden. Doch de tijd laat nu niet toe dat ik u iets verbale dan een droom en zijn uitlegging."

Verbaasd zagen allen op, doch Mykonius vervolgde: „Alzoo is het."

„Maar de eerwaarde heer heeft nagenoeg niets gegeten", sprak de burgemeester, die tusschen de leeraar inzat: „Gij moet u eerst sterken, mijn lieve Mykonius".

»Ik word dezen dag naar den inwendigen mensch wonderlijk versterkt en verblijd", was het antwoord. „Dat is nog beter dan wal het lichaam ontvangt; ik ben trouwens gewoon zéér matig te zijn."

Wat de gast een oogenblik later zijn hoorders ging verhalen begrijpt de lezer. Toen hij zijn droom verteld had, vervolgde hij:

„Dezen droom heeft God op Zijn tijd vervuld. Hij heeft mij uit de woestenij, d. i. uit het dorre kloosterleven, door Zijn genade geleid op de lieflijke, vruchtbare velden des Evangeliums van Jezus Christus.

„Daar heb ik den Heiland van zondaren, dien ik bij Rome zoolang vergeefs zocht, gevonden, en hij heeft mij gedrenkt met de levende wateren des heils, waarvan zoo wie drinkt nimmermeer dorsten zal. En daarop heeft Hij mij door zijn Woord geleid tot den arbeid. Want de krachtige maaier, die in 't zweet zijns aangezichts de rijpe garven snijdt, wie anders is het dan Dr. Maarten Luther, de groote Paulus in veel gelijke man, Gods uitverkoren werktuig? God voerde mij tot hem. Reeds vele jaren is hij mijn vriend, en werd mij vergund hem bij te staan. Nog altijd gaat de maaier voort, en nog steeds mag ik hem helpen, al is bij een ge willigen geest het lichaam zwak."

Met grooten ernst had Mykonius gesproken. Thans stond Ds. Lindenau op. Hij had dusver meest gezwegen, wijl hij wist en gevoelde hoezeer aller aandacht door den ouden stadgenoot moest geboeid viforden. Doch thans sprak hij

: „Het heeft, onzen genadigen heer, den hertog, behaagd met mij den eerwaarden heer Mykonms naar deze stad af te vaardigen. Niet alleen dat hem zulks aangenaam was, maar zoowel onze heer als ik hebben ons verblijd, dat deze onze broeder gewillig was met mij te gaan. Hij heeft veel, zeer veel gearbeid, en ik reken ook met vertrouwen op zijn krachtige hulp in het werk, dat hier nog zal te doen vallen. Hij hoopt ook voor u op te treden, en Gods Woord te verkondigen in de stad waar hij geboren werd. Doch wilgedenken, dat deze broeder wel naar den geest maar niet naar het lichaam Dr. Luther gelijk is. Hij is zeer zwak, en daarom stel ik u voor den maaltijd te besluiten, opdat onze waarde vriend kunne rusten. Tot Zondag stelt hij zich tot aller beschikking.

Alzoo geschiedde. Mykonius, die van de reis en de aandoening beide zeer afgemat was, begaf zich ter rust. Gelukkig was hij den volgenden dag in zoover hersteld, dat hij opstaan kon en uitgaan, terwijl Ds. Lindenau alles voor Zondag in orde bracht.

AAN VRAGERS.

CL. D. te M. vraagt ons naar den oorsprong van de achternamen der menschen, en hoe die soms zoo dwaas kunnen zijn.

Onze geachte lezeres weet blijkbaar niet, dat we een paar jaar geleden daarover verscheiden stukken in do Heraut hebben geschreven. We moeten dus daarnaar verwijzen. Alleen — zij begrijpt waarom — zeggen we nog eens, A2A.se of s. of sz. achter den naam meestal een verkorting is van zoon. Pieters, Pie terse en Pietersz. beduiden niet anders dan Pieterszoon. Dit diende om vader en zoon, die beiden Pieter heetten, van elkaar te onderscheiden. Tegenwoordig zet iemand achter zijn naam Jr., d. i. Junior oi de jongere, Sr. of Senior is de oudere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 mei 1899

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 21 mei 1899

De Heraut | 4 Pagina's