GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele Kerichten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Kerichten.

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Met verkorting uit het Kerkblad).

GENERALE SYNODE VAN DE gereformeerde Kerken in Nederland, te GRONINGEN, Op Dissdag 15 Augustas 1899 ea vclgesds dagen.

AGENDUM.

G. Opzicht en tucht over „Doopleden."

(Acta Synode Middelbing. Art. 185.)

FRIESLAND, a. De Prov. Synode verzoekt de Generale Synode zich uit te spreken over de vraag:

1. of de Heilige doop aan kinderen van Doopleden mag worden bediend, en zoo ja, tot hoelang aan de ouders dit recht moet v/orden gegund, en welke nadere waarborgen voor de Christelijke opvoeding dan moeten worden geeischt;

2. of de kerkeraad Doopleden, die tot jaien des onderscheids zijn gekomen, , en zich onder het toezicht van den kerkeraad wenschen te stellen, mag aanvaarden, wanneer ze weigeren vooralsnog belijdenis des geloofs te doen.

GRONINGEN, b. Naar aanleiding van het rapport der Professoren Bavinck en Rutgers spreekt de Prov. Synode als haar oordeel uit:

dat alle gedoopten, die nog geen belijdenis des geloofs hebben afgelegd, leden der kerk zijn, en derhalve voorwerpen der tucht, zoolang zij niet van hun lidmaatschap vervallen zijn verklaard ;

dat de Doopleden, die wel getrouw den dienst des Woords en de Catechisatie bijwonen, en onberispelijk zijn in hun leven, doch nalatig in het doen van belijdenis, ernstig en aanhoudend door de opzieners zullen worden vermaand om, gelijk het behoort, belijdenis te doen, zonder den leeftijd vast te stellen tot het doen van belij denis, terwijl het niet houden van het H. Avondmaal bij volwassene en naar het oordeel des kerkeraads voldoende onderwezene Doopleden eene zonde van ongehoorzaamheid is.

DRENTE, c. Ue Provinciale Synode neme aan het Rapport voor de Doopleden, opgesteld door de Professoren Rutgers en Bavinck.

OVERIJSEL. d. De Provinciale Synode vereenigt zich met het Rapport Rutgers en Bavinck in zake Doopleden, maar zag gaarne de bepaling opgenomen, dat de afsnijding nimmer geschieden mag zonder advies der Classis.

GELDERLAND, e. De Generale Synode neme de slotconclusie van 't advies in zake kerkelijk opzicht en tucht over zoogenaamde „Doopleden" aan, onder deze nadere bepaling, dat een kerkeraad niet zonder advies der Classis er toe overga, uit te spreken van eenig gedoopte, die nog niet tot kerkelijke belijdenis en verbintenis kwam, en dat hij geen lid van de kerk meer kan gerekend worden, en dat inzonderheid hoogst voorzichtig en teeder gehandeld worde, met degenen, die overigens stichtelijk leven en naarstig zich bij 't Woord houden.

UTRECHT, f. De Synode stelle niet uit de behandeling van het Rapport Bavinck-Rutgers in zake „de Doopleden", reeds op de Synode van Middelburg ingediend.

Zij spreke daarbij uit, dat het verband tusschen het doen van Belijdenis en het vieren van het H. Avondmaal gehandhaafd worde, en aldus toegelatenen tot het H. Avondmaal, die het Sacrament verzuimen, kerkelijk behooren te worden behandeld, en dat zij het wenschelijk acht, dat de kerkeraden zooveel mogelijk, in dien geest arbeiden.

NOORD-HOLLAND, g Voorstel der Classis Haarlem doorgezonden door de Prov. Synode. De Classis Haarlem stelt voor, het volgende:

„De Generale Synode, geen vrijheid gevoelende om nu reeds de conclusiën van het Rapport der Hoogleeraren Bavinck en Rutgers in zake „Doopleden onzer kerken" bindend te maken, verklaart dat zij met de hoofdstrekking van hun advies zich vereenigt, en dat zij wenschelijk acht, dat de kerkeraden zooveel mogelijk in dien geest handelen".

ZUID-HOLLAND, h. De Provinciale Synode, in zake opzicht en tucht over „Doopleden" instemmende met de hoofdstrekking van het advies der Hoogleeraren Bavinck en Rutgers, doch van oordeel, dat in de toepassing van dat advies met de historisch geworden toestanden vooreerst nog rekening dient gehouden, acht gewenscht, dat de Generale Synode vooralsnog van bindende bepalingen, wat den leeftijd betreft, zich onthoude, doch inmiddels met aandrang de kerkeraden opwekke om zooveel mogelij km. As. ric\Avt\g van dat advies te arbeiden.

ZEELAND, i. Inzake het Doop rapport (zie Acta Generale Synode 1896, art. 16. Bijlage A).

Bij de tweede conclusie achter de woorden: „dit ook uitspreke" toe te voegen: „na de Classis te hebben gehoord".

Als 4de punt aan deze conclusie toe te voegen:

Hiernevens is het, om niet van de eene verkeerdheid in de andere te vallen, tevens onmisbaar:

ie. om het Belijdenis te doen in de practijk van het kerkelijk leven zeer nadrukkelijk aan het vieren van het H. Avondmaal te verbinden; 2e. even ernstig en trouw kerkelijk te behandelen de belijdende Lidmaten, die stelselmatig het H. Avondmaal verzuimen.

Bij het slotadvies worde gevoegd:

doch tot het afsnijden van ernstige en trouwe kerkgangers niet voort te varen voor en aleer deze uiterste remedie den steun heeft van de algemeene overtuiging.

NOORD BRABANT en LIMBURG. /. üe Generale Synode aanvaarde de toepassing van de beginselen, welke in zake tucht over „Doopleden" neergelegd zijn in het bekende Rapport der Prof. Bavinck en Rutgers, terwijl de Particuliere Synode de vraag in overweging geeft, of het niet wenschelijk is, in de wijze van tuchtoefening ten grondslag te leggen Art. LXXVI en LXXVII D. K.

H, Verhouding tot andere Kerkformatiën en groepen,

GELDERLAND, a. De Synode bepale, dat de Doop van Genootschappen, vereenigingen of personen, die formeel met het trinitarisch geloof gebroken hebben, en deze breuke ook teitelijk doen uitkomen, zoo dikwijls hun een kind ten doop gepresenteerd wordt, niet meer als Doop erkend kan worden. Doch overigens erkenne zij lederen Doop, hetzij aan kinderen of bejaarden bediend, ingeval deze gedoopt zijn in of vanwege een kring van Christenen, door een door zulk een kring geroepen en erkend dienaar des Woords en in den Naam des Vaders en des Zoons en des H. Geestes.

UTRECHT, b. De S3aiode spreke, met het oog op de misbruiken in het stuk van den H. Doop, o. a. binnen den kring van het Hervormde kerkgenootschap, de noodzakelijkheid uit, dat de kerken, zoo dikwijls iemand zich als gedoopt bij hen aandient, onderzoeken of zulk een persoon wettiglijk gedoopt is.

GELDERLAND, c. De Generale Synode onderzoeke, of er ook'verband moet gezocht worden met den Duitschen „Reformirter Bund".

d. Rapport van de Professoren Dr. F. L. Rutgers en D. K. Wielenga, in zake de correspondentie met de Belgische Zendingskerk. (Acta Synode Middelburg 1846 Art. 132 voorstel 5.)

e. Rapport van de Geref. kerk Groningen (A en B) in zake Art. 13 Acta Synode Middelburg 1896.

I, Kerkenorde.

FRIESLAND, a. De Generale Synode spreke zich uit over de vraag, of Art. 42 D. K. O. niet in strijd is met de beginselen van ons Gereformeerd kerkrecht, en daarom in dier voege gewijzigd moet worden, dat ook uit plaatsen, waar meerdere dienaren des Woords zijn, slechts één dienaar des Woords moet worden afgevaardigd met keurstem, en indien de Generale Synode hiertoe niet besluiten kan, of dan het aantal afgevaardigde Ouderlingen dier kerk, niet met dat der predikanten gelijk moet worden gemaakt.

GELDERLAND.-b. De Generale Synode overwege, of het ook noodig is pogingen aan te wenden om mettertijd te komen tot eene herziene Kerkenorde.

NOORD HOLLAND. c._ Op voorstel der Gedeputeerden van de Classis Haarlem wordt door de Provinciale Synode doorgezonden dit voorstel:

De Gereformeerde kerken der Classis Haarlem stellen voor aan de Generale Synode, uit te spreken, dat het wenschelijk en noodzakelijk is, dat Deputaten worden benoemd om een voorstel te ontwerpen tot herziening van de D. K. naar de behoeften van onzen tijd.

ZUID-HOLLAND, d. De Provinciale Synode acht wenschelijk, dat de Generale Synode zich uitspreke, dat de Ouderlingen en Diakenen slechts voor twee jaren, ten minste voor beperkten diensttijd benoemd mogen worden, zonder dat

van Arnhem het oprichten van plaatselijke afdeelingen, en het opleiden van verpleegsters zeer wenschelijk geacht. De Vergadering vereenigde zich met het volgende voorstel:

„De Conferentie spreke uit, dat het strijdt met „ons beginsel dat alle centralisatie van Armen-„en Ziekenverzorging verwerpt, dat eene Diaconie „lid wordt van eene of andere stedelijke Ver-„eeniging van liefdadigheid gevormd uit alle „godsdienstige gezindten, zij het ook met het „enkele doel om door eene vaste bijdrage in „voorkomende gevallen mede aanspraak te heb-„ben op den dienst van eene door die Ver-„eeniging aangestelde Wijk-en Ziekenzuster. „Zij adviseert allen Diaconiën om in hare plaatsen „te komen tot het oprichten van afdee'; ingen „van de Vereeniging voor Gereformeerde Zieken-„verpleging in Nederland".

Punt 6. I. „In hoeverre heeft de Diaconie „roeping hulp te bieden aan gezinnen, welke „door de huisvaders bij gebrek aan werk, niet „kunnen worden verzorgd? 2. Is de Diaconie „ook geroepen, gezinnen, waarvan de huisvaders „nog in de volle kracht van het leven zijn, „finantieel te helpen tot delging van schuld om „faillissement of andere moeilijkheden te voor-

„komen ? "

Kubaard.

3. „Ligt het op den weg der Diakonie gelden „te verstrekken aan iemand die niet bedeeld „wordt, doch wiens zaken in ongeregeldheid „geraakt zijn, of ook voor hem dringende schul-„den af te doen, ten einde zijn crediet te kunnen

handhaven ?

Zetten.

De diaconie van Kubaard niet vertegenwoordigd zijnde, wordt sub. 3 door de afgevaardigde van Zetten's diaconie ingeleid. Deze vermeldt een bijzonder geval, waarvoor de Diaconie kwam te staan, en waarin door haar afdoende hulp werd geboden, daar de staat der kas het toeliet; echter rijst bij haar de vraag mogen de Armengelden op deze wijze gebezigd worden?

Br. Spits van Zaandam meent dat Zetten een goed werk gedaan heeft, want door afdoende te helpen heeft zij armoede voorkomen. Ds. H. Teerink erkennende, dat het op den weg der Diacanie ligt gelden tot dit doel te verstrekken, wenscht toch dat men het beginsel niet zoo sterk op den voorgrond plaatsen moet, omdat men in dergelijke gevallen zeer omzichtig te werk moet gaan, daar de ervaring leert, dat men er vaak inliep.

Br. W. Haaksma van Amsterdam bespreekt I en 2 van punt 6, en wil in de beide vragen van Kubaard 2 onderscheiden zaken zien. No. i is de knappe en fatsoenlijke werkman die geen werk kan bekomen. No. 2 is een dito man, doch die eigen zaken drijft, en nu kan No. i in armoede vervallen door werkeloosheid omdat er doodeenvoudig geen werk te bekomen is, en No. 2 omdat zijne zaken zeer achteruit zijn gegaan. Nu staat het bij hem vast dat No. i dadelijk in de termen van ondersteuning valt, doch met No. 2 wenscht hij met meer omzichtigheid te werk te gaan, want op deze categorie van menschen is vaak het spreekwoord van toepassing: het geld is wel allen even na, maar niet allen even nut; en dan moet er wel degelijk onderzocht worden wat de oorzaak der finantieele achteruitgang is. Zijne conclusie is dus No. i helpen en met No. 2 zeer voorzichtig zijn.

Br. Booker van Zaandam zegt dat het veel afhangt van het persoonlijk optreden, en acht het de roeping der diakonie armoede te voorkomen. Een voorstel „De conferentie spreekt „uit, dat de Diaconie zeer zeker de roeping heeft „om armoede te voorkomen, doch adviseert den „diaconiën hier met groote omzichtigheid te „handelen; " wordt door de Vergadering aanvaard, alhoewel br. van Dijk van Meppel dit voorstel veel te zwak vindt, en wenscht dat er meer nadruk op moeten worde gelegd. Voorts beveelt hij het oprichten van Werkverschaffing aan, waarvoor de gelden langs particulieren weg zouden te vinden zijn.

(Wordi vervolgd.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 augustus 1899

De Heraut | 2 Pagina's

Officieele Kerichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 augustus 1899

De Heraut | 2 Pagina's