GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

GENEEALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

26 minuten leestijd Arcering uitzetten

TE ARNHEM.

Vrijdag 29 Augustus, des voormiddags. Drie en twintigste zitting.

De praeses opent met het laten zingen van psalm 105 : 5, het lezen van psalm 60 en met gebed.

Het lezen der notulen geeft geene aanleiding tot bijzondere opmerkingen.

De opleiding wordt nu weer aan de orde gesteld.

Op een paar artikelen, gisteren ten deele of geheel aangehouden, komt de vergadering nu allereerst terug. Art. 15 wordt in den ouden vorm hersteld, terwijl bij art. 18 over de plaats van vestiging nog eenige discussie plaats heeft. Een voorstel van br. Ingwersen om hiervoor deputaten aan te wijzen, wordt afgewezen, terwijl aangenomen wordt als plaats van vestiging voor de met de theologische faculteit vereenigde school 's Gravenhage.

Vóór nu de eindstemming plaats heeft, legt Ds. Bos namens hem en anderen, die met hem voor zijn voorstel waren, de volgende verklaring af:

Verklaring:

Wij ondergeteekenden, leden en adviseerende leden der Generale Synode, achten ons voor den Heere en voor de Kerken verplicht, tot motiveering van onze stem bij deze eindstemming, te verklaren:

dat wij niet kunnen stemmen voor het voorstel Bavinck c. s., omdat dit voorstel, naar onze overtuiging, niet in overeenstemming is met het door alle vereenigde kerken in 1891'92 aanvaarde beding betreffende eene „eigene inrichting ter opleiding voor den dienst des Woords" en tevens niet voldoende rekent met het recht, de vrijheid en den vrede der kerken, en dat wij derhalve ook niet op ons kunnen nemen de medeverantwoordelijkheid voor dit voorstel, als het, onverhoopt, besluit mocht worden.

Wij verzoeken opneming van deze onze verklaring in de Acta dezer Synode.

Arnhem, 29 Aug. 1902.

(w.g.) T. Bos, v. d. m.

W. Bosch, v. d. m.

L. Bouma, v. d. m.

G. Branderhorst Johzn., ouderling.

H. Eleveld, ouderling.

G. Elzenga, v. d. m.

M. de Jonge, ouderling.

W. N. de Leeuw, ouderling.

A. Littooy, V. d. m.

H. Scholten, v. d. m.

L. Smilde, v. d. m.

K. E. van der Veen, ouderling.

K. E. van der Vegte, ouderling.

M. Velthuis, ouderling.

J. Westerhuis, v. d. m. *

L. Lindeboom, Hoogl. a/d Theol Sch.

M. Noordtzij, „ „ „ „

Daarop wordt door Ds. J. van Andel namens hen die met het voorstel Bavinck c.s. meegaan, eene ernstige toespraak gehouden, tot antwoord op de voorgelezen verklaring van Ds. Bos c.s. en ter verklaring van het door hem ingenomen standpunt.

Br. V. Andel betreurt het zeer, dat de dingen liepen, zooals zij nu geloopen zijn. In het laatste voorstel van Bavinck c.s. was nog veel meer toegegeven, dan in het bekende concept-contract. Voor den Heere en de Kerken wordt dit uitgesproken en er was zeer gehoopt en ook aanvankelijk verwacht, dat allen het nu eens zouden zijnj doch helaas, het heeft zoo niet mogen zijn. De verantwoordelijkheid voor wie nu nog bezwaar maakten, is metterdaad groot. Heffe echter ieder, waar nu de eindstemming zal plaats hebben, de ziel op tot God, om van Hem te bidden of Hij ons, waar verschil is van gevoelen, bij de eenheid des harten beware.

Ds. van Schelven leest daarna, ter motiveering van zijne stem, de volgende verklaring:

„Ondergeteekende, geplaatst voor de keuze tusschen het voorstel Bos ca. en het voorstel Bavinck ca., meent onder de tegenwoordige omstandigheden te moeten stemmen voor het voorstel Bavinck c.s., doch met het bepaalde voorbehoud, dat hij daarmede niet geacht wil worden te laten varen zijne besliste bezwaren, met name tegen de regeling van artikel 5 en de verklaring in artikel 6.

(w. g.) B. VAN SCHELVEN.

29 Augustus 1902.

Alonu wordt gestemd.

Het voorstel Bos c.s. wordt verworpen:25 tegenj 15 voor.

Het i'oorstel .Bavinck c s. wordt aangenomen:25 voor; 15 tegen.

De Praeses vraagt nu aan Ds. Bos of hij en de zijnen zich met het gevoelen der meerder heid „conformeeren" kunnen. Ds. Bos antwoordt daarop voor zich zeil in eenigszins min duidelijken, doch ontkennenden zin.

Daarna leest Ds. v. Andel de volgende motie:

De Synode, hoewel oordeelende, dat in het aangenomen Concept contract de oplossing gelegen is van de bestaande gedeeldheid in zake de opleiding tot den dienst des Woords, in overeenstemming met de wenschen der meeste provinciale Synoden;

en betreurende de houding, door een aantal Broederen tegenover deze poging aangenomen, terwijl toch het door de Synode aangenomen voorstel evenzeer voldoet aan de voorwaarden, waarop in 1892 de Vereeniging der kerken is aangegaan, als het hunnerzijds ingediende voorstel;

acht het in de gegeven omstandigheden toch niet raadzaam, de bedoelde Vereeniging van de Theol School en de Theol. Faculteit der Vrije Universiteit reeds nu tot stand te brengen;

terwijl zij de verantwoordelijkheid voor dit uitstel, dat niet bevorderlijk is voor de rust en den vrede der kerken, laat aan de Broederen, die in dit vergelijk niet zijn getreden.

Prof. Lindeboom spreekt daarna uit, mede ten antwoord op de vraag van den Praeses, dat hij niet meegaat, als men het aangenomen voorstel uitvoeren wil. Hij betreurt dat het zoo liep; betreurt niet minder de ingediende motie; die is hem zeer pijnlijk: een soort „knotsslag" zelfs.

Prof. Noordtzij betreurt ook den gang van zaken. IVtet de motie is hij echter ook niet eens. Er had in moeten staan: niet „de Synode oordeelende enz.", maar: „de meerderheid, naar haar oordeel enz."

Ds. Bos sluit zich daarbij in hoofdzaak aan. Hij wil wijziging van de motie.

Nog enkele broeders voeren het woord: Ds. Westerhuis, Dr. Van Goor, Ds. Littooy, Ds. Notten, Ds. Elzenga, Ds. Scholten, Ds. Van Lummel, Ds. Van Schelven en Prof. Rutgers.

Bij het aanbreken van de pauze duurt de discussie nog voort.

Vrijdag 29 Augustus, des namiddags. Vierentwintigste zitting.

De Praeses laat zingen Ps. 20: i, waarna de discussie over de motie-Van Andel wordt voortgezet.

Vooraf wordt nog besloten. Maandagavond half acht uur een avondzitting te houden, om zoo mogelijk de volgende week klaar te kunnen komen.

Alsnog voeren het woord Ds. Elzenga, Ds. Littooy, br. Elshout, Ds. Bos, Prof. Rutgers en Ds. Van Schelven.

De laatste doet het volgende voorstel:

„Ondergeteekende, betreurende de houding door een aantal broederen aangenomen tegenover de poging, ook ditmaal wederom gedaan, eene regeling te treffen om aan de bestaande gedeeldheid in zake de opleiding tot den dienst des Woord, in overeenstemming met de wenschen der meeste prov. Synoden, een einde te maken, en de verantwoordelijkheid voor de gevolgen, die uit niet-doorvoering van dezen voorslag zullen kunnen voortvloeien, voor rekening dier broederen latende, stelt de Gen. Synode voor, aldus te besluiten:

„De Gen. Synode, lettende op den gang van zaken, lettende op het oordeel der meeste prov. Synoden om, zelfs indien een voorslag goed werd gekeurd, niet tot uitvoering over te gaan, zoo daaruit schadelijke gevolgen voor de rust en den vrede der kerken zouden kunnen voortvloeien, acht het niet raadzaam, in de gegeven omstandigheden de vereeniging van de Theol. School met de Theol. Faculteit der Vrije Uni versiteit tot stand te brengen."

Ook Dr. van Goor dient een voorstel in van den volgenden inhoud:

„De Synode benoeme een commissie, om haar nog staande deze Synode te adviseeren over de noodige maatregelen, te nemen ten einde de uitvoering van het genomen besluit in zake de eenheid van opleiding voor te be reiden."

De onderscheidene voorstellen komen nu in stemming, allereerst dat van Dr. van Goor. Het wordt verworpen met 29 tegen 11 stemmen.

Het voorstel van Ds. van Schelven wordt daarna aangenomen met 23 tegen 17 stemmen,

Door deze beslissing komt het voorstel-Van Andel niet meer in stemming.

Ds. Mulder rapporteert namens de commissie van praeadvies over het rapport van de Deputaten der vorige Synode op art. XIII der Kerkenorde van 1619, enz.

Uit dit rapport blijkt, dat de Broederen hun zaak ernstig opgevat en goed behartigd hebben. De commissie stelt voor, bedoeld rapport op te nemen in de acta deze Synode en Deputaten dank te zeggen voor hun arbeid. Deze conclusie wordt unamiem aangenomen.

Dr. Hania rapporteert alsnu, namens de commissie van praeadvies voor de zaken der zending, bepaaldelijk ter zake van hetgeen volgt uit enkele bepalingen der aangenomen Zendingsorde.

Vooreerst uit art. 2, betreffende nadere be grenzing van de zendingsterreinen. Omdat de arbeiders in Indië tevoren niet konden gehoord worden, wordt deze zaak voor ditmaal aan de te benoemen deputaten tot de zending op gedragen.

Daarna wordt, naar art. 4 der zendingsorde, een instructie voorgedragen en vastgesteld voor de gedeputeerden tot het examen, bij dit artikel bedoeld.

Naar art. VI wordt vastgesteld een Formulier om te bevestigen de Dienaren des Woords, afgezonderd tot den dienst der Zending.

Voor de toepassing van Art. 12 worden eveneens eenige bepalingen voorgedragen en goedgekeurd voor den Medischen dienst, mede rakende de overdracht van het Petronellahospitaal te Poerworedjo aan de kerk van Amsterdam.

In aansluiting bij Art. 18 wordt een instructie gearresteerd voor Deputaten der Gen. Synode tot de zending, betreffende het financieel beheer der generale kas

Naar Art. 21 der zendingsorde wordt voorgesteld voortaan één zendingsorgaan te hebben, met ingang van i Januari 1903 en de bezorging hiervan op te dragen aan deputaten der Generale Synode" tot de zending. Aldus wordt besloten.

Vervolgens rapporteert Dr. Hania namens bovengenoemde Commissie over het groote of algemeen Rapport van Deputaten van de Gen. Synode tot de Zending.

Aan deze Deputaten wordt door de Synode dank gebracht voor hun veelvuldigen arbeid en zij daarmede gedechargeerd.

Nog rapporteert Dr. Hania ter zake van eenige vragen door de Prov. Friesland ingediend.

1. „Moeten de gedoopte volwassene Christenen het H. Avondmaal gebruiken, vóórdat het gekomen is tot de institueering van een Kerk, of moeten zij wachten totdat op de plaats hunner inv/oning een Kerkeraad is opgetreden ? " Deze vraag wordt door de Synode bevestigend be­antwoord.

2. „Moet de doop, door Sadrach bediend, als wettig worden erkend ? " Ook deze viaag beantwoordt de Synode voor sommige gevallen in bevestigenden zin, doch onder zekere nadere bepalingen, opdat alle misverstand in dezen zij uitgesloten.

3. „Op welken naam moeten de onroerende zending.< ; goederen op Midden-Java gesteld worden ? De beantwoording van deze vraag v/ordt voor nader onderzoek opgedragen aan Deputaten der Generale Synode voor de Zending.

Ds. Breukelaar rapporteert over de Keucheniusschool.

In dit uitvoerig rapport komt uit, hoe de toestand der Keuchenius-school de drie laatste jaren is geweest.

Zij is niet achteruitgegaan. Toch is verplaatsing naar Jocja, waar het Petronella-hospitaal is, wel gewenscht.

Over enkele benoemingen en over alles wat met mogelijke verplaatsing samenhangt, worden voorstellen gedaan.

Tot de conclusies behooren o. a.:

1. Goedkeuring van de rekening en verantwoording van Deputaten voor deze school.

2. De wenschelijkheid van de verplaatsing der school uit te spreken, en alles wat daartoe behoort door Deputaten def Gen. Synode voor de zending te laten onderzoeken en desgewenscht te doen uitvoeren.

3. Br. J. Zuidema worde ie Leeraar, waarnemend-Directeur van de Keuchen.-school.

4. Advies worde ingewonnen op Java over de vraag, of de benoeming van een Directeur urgent is en zoo ja er naar om te zien.

5. Instructie voor de arbeiders aan de Keuchenius-Echool worde aan de departt. der Gener. Synode voor de Zending opgedragen.

Daarna sluit de Praeses de vergadering, terwijl Dr. Van Goor voorgaat in dankzegging.

Maandag i September, des avonds. Vijf en twintigste zitting.

De Praeses laat zingen Ps. 90 : g, leest i Petri 5 : i—11, en verzoekt Ds. T. Bos voor te gaan in gebed.

De Praeses deelt mede, dat Br. J. van Golverdinge is vervangen door den secundus G.F. W. Hengreen; dat Br. J. Ingwersen niet meer terug kan komen, en ook zijn secundus verhinderd was. De secundus zal telegraphisch opgeroepen worden. Voorts zijn enkele Broeders nog niet opgekomen, doch komen iets later binnen.

Namens de Synode, en volgens haar besluit van jongstleden Vrijdag, heeft hetModeramen een telegram van gelukwensch gezonden aan H. M. de Koningin met Haar jaardag.

De notulen der zittingen van Vrijdag worden gelezen en met enkele wijzigingen vastgesteld.

Voor het pers rapport wordt — omdat Dr. Hania niet terugkomen kon — Ds. van Lummel uitgenoodigd, aan Ds. van der Munnik zijn gewaardeerden bijstand te willen verleenen.

Nog wordt goedgekeurd een voorstel van den praeses, om morgennamiddag een zitting te houden in comité generaal.

Ds. Mulder vervolgt nu zijn rapport — ver leden week reeds ten deele uitgebracht — ter zake van het emeritaat van dienaren der Woords c. a. Thans geldt dit rapport het voorstel van Zuid-Holland, om aan deputaten ad examina een instrutie te geven voor het door hen in te stellen onderzoek met 't oojg op het verleenen van emeritaat.

Overeenkomstig dit voorstel adviseert de commissie van praeadvies tot zulk een instructie, die dan zal inhouden, dat deputaten hun steun niet verleenen, tenzij zij zich overtuigd hebben :

a. dat er is een aanvrage om emeritaat;

b. dat, indien die aanvrage uitgaat van den

dienaar des Woords, er ook is een verklaring van zijn kerkeraad, dat deze daarin bewilligt;

c. dat de 'reden „onbekwaamheid tot uitoefening van den dienst" aanwezig is;

d. dat, is ziekte de oorzaak der onbekwaamheid, dit uit een verklaring van twee bevoegde deskundigen blijkt;

e. dat de classe de aanvrage gewettigd acht;

f. dat de classe zich heeft vergewist, dat de kerkeraad behoorlijke toezegging van emeritaatsonderhoud heeft gedaan;

g. dat bij de bepaling van het emeritaatsonderhoud gehandeld is naar de besluiten der Generale Synode;

h. dat van een en ander een behoorlijk onderteekend stuk is opgemaakt, waarvan gewaarmerkt afschrift aan de betrokken kerk en den betrokken dienaar is gegeven.

De voorgedragen conclusiën worden unaniem aangenomen.

De Mulder vervolgt nu zijn rapport, ter zake van hetgeen door de Provinciën Zeeland, Zuid-Holland en Groningen, is voorgesteld om wijziging en verbetering te brengen in de thans geldende regeling der Emeritaatsverzorging ca.

De Commissie van praeadvies, ofschoon van oordeel, dat tot ingrijpende maatregelen 7iiet terstond kan worden overgegaan, adviseert toch, daartoe de noodige voorbereidende stappen te doen, en wel in de richting van het voorstel van Zuid-Holland, zonder echter dat voorstel, zooals het daar ligt, over te nemen.

Zij draagt dan ook eenige conclusiën voor, in hoofdzaak bedoelend e, dat deze Synode niet drie, maar vijf Deputaten benoeme voor de generale kas naar Art. XIII D. K., en aan deze Deputaten tevens in last gegeven worde, tegen een volgende Generale Synode een vereenvoudigde regeling te ontwerpen in den geest van het voorstel van Zuid-Holland, — en dat ontwerp tijdig genoeg aan de kerken ter kennisneming toe te zenden.

De besprekingen over deze zaak blijken omvangrijker dan eerst verwacht werd. Zij zullen morgen voortgezet worden.

Deze zitting wordt, op verzoek van den Praeses, door Br. Hiensch met dankzegging gesloten.

Dinsdag 2 September, des voormiddags. Zes en twintigste zitting.

Nadat gezongen is Ps. 68 : 16 en gelezen Psalm 132, opent de Praeses de zitting met gebed.

De Assessor, De Littooy, neemt terstond het woord om een hartelijk woord te richten tot den Praeses, die dezen dag verjaart. De Synode stemt hierop den bedezang aan van Ps. 134:3, en de Praeses betuigt den Assessor en de Synode zijn dank.

Uit het gehouden appèl blijkt, dat Br. de Bordes zal vervangen worden door zijn secundus, Br. F. van den Brink; dat Br. de Braal vervangen is door zijn secundus Br. H. Kuiper; dat Br. van den Bijl ook niet meer aanwezig is en ook zijn secundus, Br. Steenhuizen, niet kon tegenwoordig zijn. d b W te a D

Een schrijven is ingekomen van Dr. Franssen uit Zwolle ter zake van de opleiding tot den dienst des Woords. Dit schrijven wordt in handen gesteld van de adviseerende commissie voor deze zaak.

De discussie wordt nu heropend over het praeadvies ter zake van de Emeritaatsverzorging. Nog voeren het woord Ds. de Geus, Br. Muiswinkel, Ds. van Andel, Ds. Mulder, Ds. Breukelaar en Ds. van Schelven.

De Praeses stelt nu voor, te besluiten:

„De Synode wijze vijf Deputaten aan, die in mandaat ontvangen om, overwegende wat in zake de verzorging van Emeritipredikanten, predikantsweduwen en weezen door de Provinciale Synoden te dezer vergadering is gebracht, en ook rekenende met den arbeid in dezen door Groningen en Zuid-Holland verricht en met het rapport en de conclusiën der commissie van advies dezer vergadering, aan de volgende Synode een regeling van deze zaak voor te stellen.

Ds. van Andel stelt als amendement voor, tusschen te voegen de woorden: „overeenkomstig de Geref. beginselen", wijl deze woorden eerst ook in het voorstel van den Praeses instonden en uitlichten dezer woorden allicht verkeerd kon uitgelegd worden.

Ds. Littooy wenscht liever te lezen: naar de beginselen, in de H. Schrift neergelegd en in art.

XIII D. K. beleden" Na nog eenige bespreking komt in stemming het amendement-van Andel, dat met meerderheid van stemmen wordt aangenomen. Het amendement-Littooy is hiermede vervallen. Het voorstel zelf wordt nu met algemeene instem ming aangenomen.

De Praeses doet der Synode mededeeling van het volgende telegram, dat is ingekomen:

„Hare Majesteit de Koningin, hoogst gevoelig voor heilwenschen van Generale Synode der Gereformeerde kejken in Nederland, draagt mij op, U Hoogstderzelver oprechten dank over te brengen."

(w g.) Adjudant

VAN HOOGSTRATEN.

Ds. Mulder rapporteert voorts over bijzondere punten betreffende art. XIII.

De commissie stelt voor: De Synode verleent aan de deputaten voor de Generale kas de bevoegdheid, eene aanvrage der provinciën om steun te verminderen of te weigeren na gedaan onderzoek.

Deze conclusie wordt zonder stemming aangenomen.

Noord-Holland neemt het punt E II, 3, terug. Over het voorstel van Zuid Holland: De Generale Synode spreke uit, dat de minima, bedoeld bij art. 77, al. 5 (Synode Middelburg 1896), alleen gelden voor die kerken, die gesteund worden uit de Generale kas, adviseert de commissie, hierop niet in te gaan.

Ook dit punt wordt door de afgevaardigden van Zuid Holland van de agenda genomen, zoodat de Synode hierover niet behoeft te, besluiten.

Nog deelt Ds. Mulder mede, dat er een provincie is, blijkens een schrijven van Ds. Goedbloed, een der Generale Deputaten tot deze zaak, die wel op zich neemt de verzorging harer Ementi enz., maar onder voorwaarde, dat zij niet worde aangeslagen ter ondersteuning der andere provinciën.

Omdat over dit punt ook gesproken wordt in het rapport der commissie over de Rekening en Verantwoording der Deputaten, wordt dit nu aan de orde gesteld.

Br. Muiswinkel rapporteert hierover.

De Commissie stelt voor Deputaten te dechargeeren met dank voor het nauwkeurige beheer.

Onder de eigendommen dezer kas behoort eene obligatie rentende vijf procent. De Com missie wenscht, dat de Synode deze rente verlage op 4 ten honderd.

De Synode zal aan de te benoemen Deputaten in overweging geven, of niet de rente dezer obligatie kan worden verlaagd.

De Synode besluite vervolgens op voorstel der commissie, dat de Provinciën zich hebben te houden aan de besluiten der Generale Synode, te dezer zake en van dit besluit kennis te geven aan de Provinciale Deputaten voor Art. XIII. Breedvoerig wordt gesproken over de voorwaarden door ééne provincie gesteld, omdat indien meerdere provinciën dien weg opgingen, het onmogelijk zou worden de zwakkere provincies te steunen.

Resultaat dezer besprekingen is, dat de Synode het volgende besluit neemt:

De Synode draagt aan hare Dep. Art. XIII D. K. op de benoodigde gelden aan te vragen aan alle provinciën volgens den vastgestelden rooster.

Aan de orde komt nu een bezwaarschrift van een kerk, rapporteur D. Smilde.

Deze kerk beweert, dat de gemeente haar aandeel in het emeritaatstractement van haren Dienaar, door classis en provincie bepaald op / 100, niet kan voldoen.

De Commissie stelt voor: de Synode oordeelt, omdat deze kerk geen gronden aanvoert voor haar protest, niet op het bezwaar in te gaan en voorts den kerkeraad te doen weten, dat hij alsnog heeft te betalen, wat sinds i Oct. 1900 den emeritus te weinig is uitgekeerd. Voorts zal aan de Classis en aan de Provincie worden bericht, dat de Synode oordeelt, dat het emeritaatstractement van dien Dienaar behoort gebracht te worden op het bepaalde door de Middelburgsche Synode en zal van dit besluit aan den Kerkeraad, de Classis en de Provincie en den betrokken emeritus-dienaar kennis worden gegeven.

De bespreking over deze zaak zal morgen worden voortgezet.

Hedenmiddag vergadert de Synode in Comité Generaal.

Woensdag 3 September, des voormiddags. Acht en twintigste zitting.

De praeses laat zingen Ps. 87 : i, leest Jesaja 62, en gaat voor in het gebed.

De notulen der zittingen van Maandagavond en Dinsdagvoormiddag worden gelezen en goedgekeurd.

Uit de notulen blijkt, dat br. Hiensch, uit de prov. Utrecht, sinds gisteren vervangen is door zijn secundus Br. A. Fukkink.

Besloten wordt in de acta op te nemen de besluiten, genomen in de besloten zitting van gisterennamiddag.

Deze besluiten betreffen:

I. Een verzoek van den heer R.J. Horstman op Midden-Java tot wederopname in den dienst der Zending. Besloten is, Br. Horstman weder beroepbaar te verklaren tot den dienst des Woords, en voorts Deputaten voor de Zending te machtigen, met Br. Horstman eenig accoord aan te gaan ten aanzien van zijne school.

2. Eene zaak in de kerk van Beekbergen. De beslissing in deze zaak wordt meegedeeld en zal aan de betrokkenen worden ter kennis gebracht.

De vergadering heropent de discussiën, gisteren afgebroken, over de conclusiën der Commissie van praeadvies in zake de verzorging van een emeritus dienaar en de bezwaren, daartegen ingebracht. De conclusiën worden eindelijk bij hoofdelijke stemming onveranderd aangenomen.

Ds. Smilde rapporteert nu over een ingekomen schrijven van een predikantsweduwe, zich beklagende over te weinig ontvangen pensioen. Besloten wordt, deze zuster met haar bezwaar te verwijzen naar haren Kerkeraad.

Over een soortgelijk geval wordt gerapporteerd door Br. van Muiswinkel, en geadviseerd, overeenkomstig het verzoek van deze zuster te besluiten. Na eenige bespreking wordt aldus besloten.

Dr. Wagenaar verkrijgt nu het woord om te rapporteeren over de werkzaamheden van Deputaten voor de zending onder de Joden.-Dit rapport maakt o.a. melding van den Colportagearbeid van Br. Smit onder de Joden, van financieelen steun, aan het zendingswerk onder de Joden geboden.

Deputaten ad hoc vragen:

a. dat in het zendingsorgaan onzer kerken ook een plaats ingeruimd worde voor mededeelingen c. a. van het zendingswerk onder de Joden;

b, dat de Synode voortaan den arbeid onder de Joden opdrage niet aan Deputaten, maar aan eenige kerk, ter plaatse, waar vele Joden wonen.

De Commissie adviseert:

1. Deputaten voor hun arbeid dank te betuigen.

Aldus wordt besloten.

2. Op de eerste vraag van Deputaten, betreffende [opname hunner mededeelingen in het Zendingsorgaan, niet in te gaan. — Na bespreking wordt deze conclusie bij hoofdelijke stemming tegenover een tegenvoorstel aangenomen.

3. Ook de tweede vraag, betreffende overdracht van het werk onder de Joden van een plaatselijke kerk, te beantwoorden in ontkennenden zin, en ook nu drie Deputaten ad hoc te benoemen, die het werk onder de Joden zooveel mogelijk doen .in overleg en contract met de kerken op wier terrain zij arbeiden zullen, en voorts een regeling voor het zendingswerk onder de Joden te ontwerpen, ter beoordeeling van de volgende Generale Synode.

Ook deze conclusie lokt tegenspraak uit, doch wordt ten slotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Inmiddels heeft Br. H. Vink, als secundusafgevaardigde voor Noord Holland, zitting genomen ter vervanging van Br. Vermeulen. Alsnu pauze.

Woensdag 3 September, des namiddags. Negen en twintigste zitting.

De praeses laat zingen den Lofzang van Si meon : 2.

Aan de orde komt nu het rapport over de medische Zending.

Dr. Wagenaar rapporteert: Het hospitaal gaat voorspoedig voorwaarts. Ruime steun werd uit het moederland geboden. Ook werd eene subsidie van / 3000 van de Regeering ontvan gen. Het hospitaal werd geopend Maart 1900 met 14 patiënten. Sinds de overneming van den arbeid voor het hospitaal door Amsterdam werden twee zusters, Kuyper en Rutgers, uitgezonden. De heer S. D. J. Esser werd eerst voorwaardelijk benoemd tot tweede geneesheer. In Aug. j.l. is hij definitief benoemd en uit gezonden. Bij repatrieering van Dr. Scheurer werd Dr. v. d. Leij als waarnemend geneesheer-directeur van het Petronella Hospitaal aangesteld. Eene woning voor den tweeden ge neesheer werd gebouwd. Ook voor dezen twee den geneesheer is op de begrooting door de regeering eene subsidie van / 3000 gebracht en toegestaan. De subsidie voor geneesmiddelen werd eveneens verhoogd.

De kerkeraad van Amsterdam overwoog de mogelijkheid om den Medischen Dienst te Djokjakarta geheel over te nemen.

De regeling van de aanvaarding van het Hospitaal door Amsterdam is intusschen vast gesteld door de Synode.

De commissie adviseert nu a. de vroegere Deputaten met dankzegging te dechargeeren ; b. den kerkeraad van Amsterdam te danken voor zijne zorg, aan het Hospitaal besteed, en de vereeniging Dr. Scheurers hospitaal geluk te wenschen met den voorspoedigen gang van het hospitaal, en c. de instructies van den eersten en tweeden geneesheer goed te keuren.

Dienovereenkomstig besluit de Synode met eene kleine wijziging in de instructies, door de commissie voorgesteld. Vervolgens brengt Ds Breukelaar het financieele rapport der zending uit.

Inkomsten waren : 1899 /38.425.541/2 1900 „29521.661/3 i9or „ 27 077, 851/2 1902 t. I Juli „ 12, 623 87 Uitgaven waren:1899 „33.26446 1900 „44.172.43 1901 „ 29 379.90 1902 t. I Juli „ 16.573.54 Reservekas 3r Dec. 1899 / 43.101.82 1900 „ 27.563.44 1901 „ 26.i8r.65l/2 30 Juni 1902 „ 21.431 98I/3 In die reserve is begrepen renteloos voorschot aan Soerabaya ad / 6.562.75 en een kapitaal met vruchtgebruik bezwaard ad / 1000. Zuiver in kas dus: 13.768.23I/3. Uitgaven voor de eerste jaren geraamd op / 26.000 per jaar. Raming van inkomsten als volgt per jaar: /io inkomsten zendende Kerken. . / 4.550 Inkomsten uit andere Kerken . . . „ 2.500 Opbrengst orgaan „ i.ooo Ned. Ger. Zendingsver „ 2.200 Giften en Legaten „ 5.250 / 15-500 Per jaar is dus naar raming ongeveer/10.000 meer uit te geven dan te ontvangen.

De commissie hoopt, dat extra collecten de algemeene kas in staat zullen stellen deze uitgaven te bestrijden.

Het rapport eindigt in de volgende conclusies. 1. De Synode betuige haren dank aan de quaestores en de revisores van de rekening en verantwoording; benoeme de quaestores opnieuw en dechargeere de Deputaten ad hoc met goedkeuring hunner rekening;

2. Keure goed de rekening en verantwoording van de huishoudelijke uitgaven van de Deputaten tot de zending;

3. Keure goed de overeenkomst aangegaan met de classe's Gravenhage, Leiden en Woerden;

4. Keure goed de handelingen der Deputaten betreffende de uitgaven der zendingsorganen:

5. Machtige de Deputaten om / 2000 aan de kerk van Amsterdam te vergoeden voor het repatrieeren van Dr. Scheurer en bij zijnen eventueelen terugkeer, alsmede voor de uitzending van Dr. Esser aan die kerk subsidie te geven.

6. Besluite uit te keeren ƒ 1000 aan Rotterdam ter afrekening van de kosten der uitzending van Ds. Ruysenaars;

7. Keure goed de handeling der Deputaten betreffende Ds. D. Huysing;

betuige hem haren dank voor zijnen arbeid in Indië en berichte aan de Kerken, dat Ds. Huijsing in zoo verre hersteld is, dat hij de Kerken weer kan dienen; besluite hem toe te leggen een wachtgeld van / 1000, welk bedrag bij beroeping slechts tot een maximum van ƒ 600 kan worden uitgekeerd met dien verstande, dat het gezamelijk bedrag van tractement èn wachtgeld de / 1200 niet te boven ga.

Dr. V. Goor stelt een amendement hierop voor om bijaldien Ds. Huijsing een beroep ontvangt en daarvoor bedankt om redenen, die de classis, waaronder hij ressorteert, niet wettig oordeelt, het wachtgeld te brengen op / 750. De stemmen staken en zoo is het amendement verworpen.

8. De Synode keure goed de overeenkomst met Hallum, betreffende de leening van Ds. Pera, voor Soerabaya.

9. De Synode sta toe / 200 voor de zendingsbibliotheek.

10. De Synode machtige de Deputaten een kort overzicht der rekening jaarlijks ter kennis der kerken te brengen, door het zendingsorgaan.

11. De Synode bepale de bijdrage der kerken, die zelf zending drijven, ten behoeve der Alg. Kas op 1/10 der inkomsten; drage Deputaten op het desvereischt uitschrijven van eene extra collecte en machtige hen in geval van nood tot een minimum bedrag van / 10.000 voorschot te nemen.

12. De Synode drage de Deputaten op de regeling der zaken, die mochten blijken niet geregeld te zijn of welker regeling niet tot de eerstvolgende Synode kan wachten.

Al deze conclusiën worden zonder stemming aangenomen, met uitzondering der conclusies 7 en II, die resp. met 28 tegen 10 en met 22 tegen 15 stemmen werden goedgekeurd.

Voor Soerabaya wordt aangenomen eene subsidie ten bedrage van ƒ 80 per maand uit te keeren tot 31 Dec. 1902 en zoo noodig die subsidie tot ten hoogste datzelfde bedrag te continueeren.

Renteloos voorschot ad / 6000 is aan Soerabaya indertijd verstrekt; de kerk wenscht dit nu als schenking te ontvangen; de Commissie stelt voor dit verzoek niet in te willigen. Evenzeer om niet in te gaan op een verzoek van Soerabaya, dat de Alg. Kas borg zou blijven voor rente en aflossing van eene leening, die Soerabaya ten bedrage van / 11.000 wenscht aan te gaan om de hypothecarie schuld van ƒ 10.000 op het kerkgebouw af te lossen.

Overeenkomstig de adviezen der commissie wordt door de Synode zonder hoofdelijke stemming besloten.

De commissie stelt ten slotte voor de zorg voor de plaatsing, bewaring en het beheer van de zendingsbibliotheek, het zendingsarchief en het zendingsmuseum te brengen bij de Gener. Deputaten tot de zending.

Eerst wordt gestemd over het archief; met algemeene stemmen wordt besloten het zendings archief te plaatsen in Amsterdam bij de archiefbewarende kerk.

De bibliotheek en het museum blijven te Kampen. De Deputaten der Gen. Synode tol de Zending hebben ook daarover het beheer.

Donderdag 4 September, des voormiddags. \ \ Dertigste zitting.

De praeses opent de vergadering, laat zingen Ps. 99 : 2, leest Psalm 100 en gaat voor in gebed.

De notulen der vergaderingen van den voorgaanden dag worden gelezen en goedgekeurd.

In de volgende zaken betreffende tucht en geschillen neemt de Synode conclusiën, die aan de betrokkenen zullen worden medegedeeld.

a. Bezwaarschrift van br. J. Huitsing, te Zandeweer;

b. Bezwaarschrift van zuster wed. G. Muller te Rotterdam A;

c. Bezwaarschrift van br. K. Wielemaker, te O. en. W. Souburg;

d. Missive van den kerkeraad te Voorschoten;

e. Bezwaarschrift van den kerkeraad te Beverwijk, over de grensregeling met Velsen;

f. Bezwaarschrift van den kerkeraad van H. I. Ambacht, in zake de grensregeling met Zwijn drecht;

g. Bezwaarschrift van br. Stegeman, over grensregeling tusschen Hardenberg en Lutten;

h. Bezwaarschrift van br. J. Swagerman, te 's Gravenhage;

i. Brief uit Kornhorn, Groningen, van W. Witteveen en vier en veertig anderen.

Namiddag 4 September 1902. Een en dertigste zitting.

De praeses laat zingen Ps. 127 : i.

De bespreking over i. voorg. zitting, wordt voortgezet.

De Synode besluit te benoemen drie Deputaten, .ie de kerkelijke vergaderingen, indien gewenscht, kunnen dienen van advies.

De Deputaten zullen nader benoemd worden.

Hierop komt opnieuw in behandeling het punt genoemd onder d van dit verslag.

De nieuwe conclusie der commissie wordt aangenomen.

j. Bezwaarschrift van br. J. Kes op Marken (N. Holl.)

k. Bezwaarschrift van br. J. Hermans Jr. te Amsterdam.

l. Vraag van de Prov. Zeeland: hoe te handelen met eene zuster der gemeente, die in het huwelijk getreden is met den broeder van haren overleden man?

m. Vraag van de Prov. Groningen: hoe men handelen zal met doopleden, die onder kerkelijke vermaning staan en zelve den band met de kerk niet verbreken ?

n. Bezwaarschrift van br. Mare. de Winter te Sliedrecht;

o. Bezwaarschrift van br. Huisman te Sneek;

p. Bezwaarschrift G. ten Brink c s. te Enschede tegen het bssluit der Gen. Synode van Groningen, acta, art. 148, en schrijven Gerh. Bosch over dezelfde zaak.

q. Bezwaarschrift van de bb. A. Winters en J. H. van der Bent te Ommen.

r. Bezwaarschrift van br. D. J. de Witte te Heeg en schrijven van den kerkeraad der Geref. Kerk te Heeg over deze zaak en vraag van de Prov. Synode van Friesland.

De vergadering gaat nu uiteen tot hedenavond 7I/2 uur

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1902

De Heraut | 4 Pagina's

GENEEALE SYNODE VAN DE Gereformeerde Kerken in Nederland

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 september 1902

De Heraut | 4 Pagina's