Buiteuland.

Engeland. Eene vermaning van den bisschop van Liverpool.

Dr. Chavasse, bisschop van Liverpool, heeft dezer dagen een woord gericht tot de geestelijken of predikanten zijner diocese. Hij liet zich daarbij zeer pestimistisch uit over den geestelijken toestand van de groote massa's volk in dat volkrijke district. Hij deelde o. a. mede, dat de Zondagsscholen minder bezocht werden, zoodat in het laatste jaar er 154 onderwijzers en 3 267 leerlingen minder aan verbonden waren. Ook neemt het kerkbezoek onrustbarend af. Het bleek dat het strand, de rivier, het tennisveld enz. veel meer aantrekkingskracht uitoefende, dan de kerk.

Dr. Chavasse noemt het terecht een bovenmenschelijke taak om tegen dien stroom van verachtering en afval van God op te roeien en dien te doen ophouden. Hij wil echter, dat de predikanten met zich zelve zullen beginnen om te onderzoeken, of het zout ook bij hen smakeloos is geworden. Ook waarschuwt hij er hen voor dat zij onder den druk van dagelijks wederkeerende, eentonige werkzaamheden niet,

zonder het te weten, der wereld gelijkvormig zullen worden. Hij vermaant hen, om onder hun volk te leven, in de huizen te gaan, wijl herderlijk bezoek vertrouwen wekt en bewerkt dat men elkander wederkeerig leert kennen. De meetings moeten opgegeven worden, want men verspilt zijn tijd in tallooze meetings en toespraken. Het volk moet bewerkt worden door een prediking, die tot het hart, het hoofd en de conscientie spreekt van mannen en vrouwen, die er behoefte aan hebben dat hunne zonden vergeven, dat hunne hartstochten bedwongen, dat hunne verzoekingen bestreden worden, en die eenmaal den dood onder de oogen hebben te zien.

Nu moge het waar zijn dat de Episcopaalsche predikanten, waarvan velen zulke hooge traktementen genieten, en die zulk een groot deel van de godsdienstoefeningen voor telkens weder keerende liturgische handelingen hebben te gebruiken, meer gevaar loopen om wereldsge zind te worden, of in sleurdienst op te gaan, dan andere herders en leeraars. Maar het komt ons toch voor, dat de vermaning van den bisschop van Liverpool ook door predikanten die niet tot de Episcopaalsche kerk behooren, wel mag overwogen worden. Wij hebben ten onzent dezelfde misstanden, die openbaar worden door verminderd kerkbezoek en doordat wij bij het opkomend geslacht opjierken hoe de neigingen onevenredig veel meer uitgaan naar allerlei vermaak, om niet te spreken van uitspatting. Om dien stroom te stuiten, hebben de voorgangers in de eerste plaats zich zelven te herzien.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen