INGEZONDEN STUKKEN.
{Buiten veraniwsorddifkheid van de Redactie)
Mijnheer de Redacteur.
Met belangstelling en ingenomenheid zullen velen het stukje gelezen hebben, dat Be Heraut van 31 Jan. j.l. bracht, onder den titel „Indische ambtenaren. Het geval te Karangajan, dat een Christenpolitieoppasser tamelijk willekeurig uit den dienst ontslagen werd, stuit tegen de borst, en terecht schreef u, dat het voor Indië een zegen zou zijn, indien het Christelijk element bij leger en staatsdienst versterkt werd.
Ook voor wat het le^er betreft, heeft de ondervinding deze uitspraak bewezen. De Duitsche zendeling te Padang had toch zoo'n uitnemenden steun aan een Christelijk kapitein als De Gaay Fortman, en kapitein Fanoy werkt met de toewijding der liefde onderde inlandsche militairen te Soerakarta.
En hoe daarentegen het loszinnig gedrag van ongeloovige ofHcieren het werk van onze zendelingen bemoeilijkt, blijkt noj eens weer uit het schrijven van Ds. E. Th. Ploos v. Amstel, in het tijdschrift Timotheus.
Daarom is het zoo'n verblijdend feit, M. d. R. dat u de aandacht eens gevestigd hebt op de mannen, die uit het Moederland naar Indië ge zonden worden, en u neemt het voor de regeering op, dat zij niet meer Christelijke ambtenaren aanstelde, wijl zoo weinig jonge mannen van beslist Christelijke beginselen zich aanbieden.
Wanneer wij nu letten op de oorzaak hiervan, dan hebben wij hier, dunkt me, ook weer te worstelen met de vruchten van het liberale stelsel, tenminste ten opzichte van het leger. Een groot deel der militairen, die naar Indië gaan, zijn toch opgeleid bij het Instructie-Bataljon te Kampen. Kampen heeft in een halve eeuw 18000 jongelieden opgeleid, waarvan 15000 geplaatst werden als korporaal of onderofficier, en 2569 werden officier en klommen op tot de hoogste rangen bij het leger hier te lande of bij dat in Indië.
Als men nu bedenkt dat het onderwijs te Kampen „neutraal" is, dan weet men ook, dat de leerlingen der staatsschool daar juist op hun plaats zijn, maar dat onze kringen hun jongens niet dan bij uitzondering afstaan aan het Instructiebataljon, en 't gebeurt dan ook zelden, dat een jongen van de Christelijke school naar Kampen gaat.
Toen het Instructie bataljon werd opgericht, voor ruim een halve eeuw, hinderde dat „neutraal" nog zoo niet, maar tegenwoordig hebben de scholen met den Bijbel reeds over de looooo leerlingen.
En als u, M. d. R. er nu op aandringt, dat er meerdere Christelijke militairen naar Indië mochten gezonden worden, zou het dan niet goed zijn, dat ook de jongens van de Christelijke school eene hun passende opvoeding en opleiding te Kampen konden krijjen, en verdient het dan ook overweging, wat het bestuur van het Militair Tehuis te Harscamp schreef in het Januari noramer van den „Nederlandschen krijgsman", dat er ook moet komen Christelijk Militair Onderwijs.
Ook met het oog op Indië, ja Indië vooral!
Rinsumageest.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 21 februari 1904
De Heraut | 4 Pagina's