GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

N.-Amerika. Pogingen tot vereeniging van verschillende kerken.

Een der, merkwaardigste verschijnselen op het gebied van het kerkelijk leven is wel da zucht tot vereeniging die zich in de nieuwe wereld openbaart. Spruit deze voort uit de steeds grootere ontwikkeling van de macht der wereld, waartegen de kerken zich zwak gevoelen en daardoor behoefte gevoelen aan aaneensluiting ? Begint men te beseffen, dat nu de Godloochening steeds stouter zich doet hooren, de nadruk niet moet gelegd worden op hetgeen de verschillende kerken scheidt, maar op dat wat zij gemeenschappelijk belijden ? Of heeft in de kerk de gedachte post gevat, dat de geschilpunten onwezenlijk zijn? Wij zouden op deze vragen geen beslist antwoord durven geven.

In elk geval is het opmerkelijk, dat in 't begin van 1903 vertegenwoordigers van de Congregationalistische, Methodistisch Protestantsche kerken en die van de United Brethren vergaderd zijn geweest om te bespreken, hoe eene vereeniging tusschen deze drie lichamen tot stand te brengen.

Naar het plan dat zij ontworpen hebben, zal iedere kerk haar eigen naam behouden met de toevoeging van „in affiliation with the General Council of the United Churches." Deze General Council of Algemeene Raad, gekozen uit de drie bovengenoemde kerken, zal niet anders dan een raadgevende macht hebben. Het rapport van de commissie luidt: „Het werk van den General Council zal zijn : i. Uitdrukking te geven, zoover als ons dat mogelijk is, van die eenheid, welke blijkbaar grootelijks do.jr de Chr. kerken begeerd wordt. 2. Een betere kennis van en een nauwer gemeenschap onder de te vereenigen Kerken. 3. Gemeenschappelijke arbeid in het werk van evangelisatie, opvoeding, onderwijs en zending. 4. Een plan te ontwerpen, waardoor de drie lichamen organisch vereenigd te worden. 5. Het voorkomen van eene onnoodige vermeerdering van Kerken; zwakke Kerken te steunen, en andere Kerken uit te noodigen en aan te moedigen om zich bij den Council aan te sluiten. Het komt ons voor dat een Unie, waarbij de zelfstandigheid en de belijdenis der kerken onaangetast blijft, in een land waar men maar al te zeer lijdt aan sectarisme, geen kwaad kan.

De Presbyterianen hebben ook nadere aaneensluiting gezocht. De vereeniging tusschen de noordellijke en zuidelijke Presbyterianen is een aanmerkelijke schrede gevorderd door de verga dering, welke in October te St. Louis is gehouden. Hier kwamen bijeen de commissies van beide Kerken om een plan van vereeniging te bespreken. Soortgelijke vergadering werd later te New York gehouden, wier rapport tot vereeniging gunstig luidde.

Hiertegen bestaat niet het minste bezwaar, integendeel is het een dringende eisch, dat broeders van hetzelfde huis samenwonen.

Ook in Luthersche kringen heeft men pogingen aangewend, om de los naast elkander levende Luthersche Synoden nauwer aan elkaar te verbinden. Volgens The Interior bestond het plan om de onderscheidene Luthersche Kerken tot éen te maken, doch de uitkomst van eene conventie onlangs te Milwaukee gehouden, waar 700 afgevaardigden tegenwoordig waren, heeft tot weinig meer geleid dan dat men genegen was eenige verschilpunten van gering aanbelang uit den weg te ruimen.

Dat men niet verder kwam, verwondert ons niet. Het is toch bekend dat de onderscheidene Luthersche Synoden omtrent de Luthersche leer in menig punt verschil hebben.

Ook de Episcopaalsche kerk, eene dochter van die van Engeland, deed aan de beweging tot vereeniging mede. De Pan American Conference van de Prot. Epis. bisschoppen werd onlangs te Washington, D. C, gehouden. Het schijnt de wensch van de Prot. Epis. Kerk van Amerika te zijn, om den middenweg tusschen het Roomsch Catholicisme en het Protestantisme te bewaren. Ter eener zijde werden besluiten genomen, die er op aandringen om een meer vriendschappelijke houding jegens de Roomsche Kerk aan te nemen, inzonderheid omdat de bisschoppelijke organisatie beschouwd moet worden als „een waar en levend deel van de Heilige Catholieke Kerk." Ter andere zijde schijnt door de Epis. Kerk een nauwere vereeniging gezocht te worden met andere Prot. Kerken, voornamelijk de Presbyteriaansche. Zooals bekend is, zijn de Episcopalen zeer exclusief. Ixeraren van andere genootschappen worden door hen niet erkend als wettige ambtsdragers, vandaar dat bij hen „verwisseling van kansel" niet wordt gevonden. De Chnrch Standard, hierover sprekende gebruikte uitdrukkingen, die doen vermoeden dat dit blad verandering in .dezen zou toejuichen.

Japan. Het Modernisme in Japan

Toen de geliefde redenaar Spurgeon er toe kwam om te breken met de Unie der Baptisten, omdat daarin de voorstanders der „modern thought" werden geduld en men daardoor de „down grade movement" bevorderde, beweerde hij, dat dit kwaad nog sterker bij de Engelsche Congregationalisten dan bij de Baptisten gevonden werd. Gelijk bekend is, zijn de Engelsche Congregationalisten de voortzetting van die kerken, welke in Cromwell's tijd „Independenten" genoemd werden.

De bewering van Spurgeon, dat de Congregationalisten nog meer dan de Baptisten werden medegesleept door de moderne denkbeelden, waardoor zij de belijdenis der vaderen ten slotte prijsgaven, werd ons dezer dagen bevestigd door hetgeen ons medegedeeld werd uit het godsdienstig leven van Japan.

Op het Internationaal congres verleden jaar te Amsterdam gehouden, deelde de Japannees Toyosaki, van Tokio, de hoofdstad van Japan, het volgende 'mede. xKort na de omwenteling in 1867, waardoor er voor Japan een nieuw tijdperk aanbrak, werd het rechtzinnige Christendom door Europeesche en Amerikaansche zendelingen ingevoerd. Bij de voorliefde voor het vreemden-element, die het volk had bevangen, verspreidde het zich krachtig en snel. Weldra ontstond er een strijd tusschen Christendom en Boedhisme. Beiden achtten elkaar in den weg te staan. De Christenen meenden dat zij het volk tot hun Godsdienst zouden bekeeren en dus het geheele land zouden christianiseeren. De Boedhisten oordeelden, dat zij zoowel hun land als hun religie moesten verdedigen tegen den vreemden Godsdienst."

Wij merken hierbij op, dat de oorspronkelijke religie der Japanneezen het Sintoisme is, waarbij de zonnegodin en andere verpersoonlijkte natuurkrachten worden vereerd. In 1897 waren er nog 15 466 Sintoistische priesters in Japan. Doch de Japanneezen, al worden zij na hunne geboorte aan de bescherming der Sinto-Godheid van hun geboorteplaats toevertrouwd, behooren volgens hunne familie-afstamming tot een der Boedhistische sekten van het land. Het getal Boedhistische priesters bedroeg in 1897 meer dan 104, 000.

Nu vindt men in Japan ongeveer 100, 000 Christenen, waarvan 45, 000 tot de Roorasche kerk, 10, 000 tot de Grieksche, en de overige tot de Presbyterianen, Congregationalisten, Methodisten, Baptisten behooren. Ook hebben de Unitariërs, loochenaars van de leer der Heilige Drieëenheid, er hunne aanhangers.

Nu gaat Toysaki voort mede te deelen: „Onder de Japansche Christenen is de theologie der Congregationalisten altijd de meest vooruitstrevende geweest. Onder hen vinden de vrijzinnige denkbeelden snellen voortgang. In 1889 legde de predikant eener aanzienlijke congregationalistische gemeente in Tokio zijn ambt neder, openlijk te kennen gevend dat hij met de rechtzinnige leer brak. Heel de Christelijke kerk in Japan bracht dit in beroering. Weldra gaf deze afvallige boeken uit, waarin een vrijzinnige theologie werd verkondigd, daaronder eene vertaling van de „wijsbegeerte van den Godsdienst", door Otto Pfleiderer, den Berlijnschen hoogleeraar. Het werd voor een gevaarlijk boek gehouden. Weldra volgde een ander op den voorgrond staande predikant van de Congregationalisten in Tokio. De heer J. J. Yokoi gaf een reeks artikelen over vrijzinnige Theologie in een maandschrift [de „Rikugo Zasshi", dat thans door de Unitarische vereeniging wordt uitgegeven. Vele jongeren van de Congregationalistische predikanten namen zijne denkbeelden over. Eenige jaren lang had de arbeid van de heer Yokoi groeten invloed op de Theologische ontwikkeling in Japan. Men noemt dit de „moderne" Theologie. Maar de gewone orthodoxe Christen schrikte er van terug, dat de Theologie in eenig opzicht „modern", dat is nieuw zou kunnen zijn. In dien tijd trok menig veelbelovend jong predikant naar Amerika om in de Theologie te gaan studeeren in Haward, Yale, Andover en enkele andere plaatsen. Bij hun terugkeer werd het negentiende deel hunner kettersch bevonden. Daarom vonden zoowel zendelingen als gemeenteleden het uiterst gevaarlijk, om jonge predikanten naar het buitenland te zenden.

Kort voor den tijd, waarvan ik daar sprak, was het Unitarisme in Japan binnengeleid. In 1887 kwam de eerste vertegenwoordiger der Amerikaansche Unitarische vereeniging in Tokio, en eenige jaren later voegden zich andere Amerikaansche „werkers" bij hen. Trots de tegenwerking der orthodoxe gemeenten nam de Unitarische beweging voortdurend toe, en op dit oogenblik worden de Zondag-bij eenkomsten in Unity Hall, te Tokio, door een 300 personen bezocht. Feitelijk is de spreektribune van Unity Hall de kweekplaats van „de vrijzinnige Godsdienstige beginselen geworden."

Tot dusver de Japansche berichtgever.

Wanneer men nu weet, dat sedert 1885 ook eenige Duitsche Zendelingen van liberale gevoelens te Tokio werkzaam zijn, dan beseft men welk eene macht de moderne beginselen in Japan uitoefenen.

De Boedhisten hebben het met leede oogen aangezien, dat het Christendom eenige vorderingen maakte. Daarom zijn sommigen hunner er op bedacht, het Boedhisme te reformeeren. Zij vormden eene vereeniging, die in haar programma schreef: vrijheid van gedachte en van onderzoek, het gezag van rede en geweten, het wegdoen van zekere door het Boedhisme voorgeschreven regelen van eeredienst en de aankweeking van broederlijke betrekkingen tusschen de aanhangers van verschillende godsdienstige gezindten. Als men weet, dat het Boedhisme in Japan het branden van mierook, het aftellen van kralen van een rozenkrans, rijke versiering van tempels en altaren, bedevaarten naar beroemde tempels, het verkoopen van amuletten heeft, beseft men dat de „vrijzinnigen" deze dingen willen wegdoen.

Het verwondert ons, dit alles in aanmerking genomen, niet, dat het Christendom in Japan in de laatste jaren niet vooruitging. Wanneer een deel van het zout smakeloos wordt, is dit ook niet anders te verwachten. Het Japansche volk ziet de kerk des Heeren op de jammerlijkste wijze verdeeld, of liever afgebroken, door hen die geroepen waren haar bouwlieden te zijn. Is het dan te verwonderen dat de neo Boedhistische beweging veld wint?

WlNCKBL

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland.

Bekijk de hele uitgave van zondag 3 april 1904

De Heraut | 4 Pagina's