Zendindshaat.

In het Handelsblad stond onlangs de volgende mededeeling:

Het Duitsche Koloniale Zeitschrift zending met den innigsten haat. haat de

„Wilt gij precies weten hoe ons standpunt ten opsichte der zending is, — zoo schreef het onlangs — dan antwoorden wij met deze woorden, gericht tot de „Rijnsche Zending": Malaria, zwarte koortsen, sprinkhanen, zendelingen.... Zoo onuitroeibaar de eerste, zoo zijn het helaas ook de laatsten. Maar dit zal ons niet weerhouden, naar een serum te blijven zoeken om hen te bestrijden. Wij gelooven op den rechten weg te ziin, wanneer wij trachten den geldstroom, die nu jaar iu, jaar uit door het onwetende Duitschland naar de zending vloeit, in andere richtingen te leiden."

De Rijnsche Zending teekent hier volkomen terecht bij aan:

Wat ons, bij het lezen van dergelijke aanvallen, treftj is wel het gemis aan kennis van de zaak waarover toch gesproken wordt.

In vroegere jaren, een halve eeuw geleden, werd er ten onzent door menigeen op dezelfde wijze geredeneerd. Ia 1851 b.v. schreef een gepensioneerd overste van de marine, suikerfabrikant op Java, dat de residenten de pogingen om het christendom te verspreiden niet in de hand moesten werken, vooral niet als de zendeUngen zich toelegden „op het verspreiden van ellendige tractaatjes"; maar het beter ware dat het Indische Bestuur van hooger hand den last kreeg om eiken zendeling die op Java kwam „onmiddellijk op het wachtschip te zetten, en hem met het eerste terugkeerende schip naar Europa te zenden, in het belang van Java, van Nederland, en voornamelijk van den Javaan zelven, "

Ter verontschuldiging kan worden gezegd: men wist niet beter. Men had nog niet bij ondervinding gezien, hoe heilzaam de zenaiug onder heidenen en ook onder Mohammedanen werkte, — men wantrouwde „het nieuwe", een gewoon verschijnsel bij conservatieve naturen.

Maar thans ... nu men weet, welk nut de zending in menig deel van onze Oost heeft gesticht ; hoe o. a. in de Minahassa, in de Bataklanden, ook in sommige streken van Java veel, soms alles ten goede is veranderd onder den invloed dier zending, nu is, gelooven wij, ieder die eenigszins tot oordeelen in staat is, wel overtuigd ! Nu kan er nog verschil van meening bestaan, welke methode de beste is, maar niemand kan meer de heilzame werking van de zending ontkennen.

En wat de Rijnsche zending betreft, die door het „Koloniale Zeitschrift" zoo onhebbelijk wordt aangevallen; kan die, in onze Oost, niet met trots wijzen op wat zjj in Bataklanden heeft gedaan ? Is het niet dfc Rijnsche zending geweest, die daar een einde heeft gemaakt aan het kanibalisme, aan de eeuwige onderlinge oorlogen; die daar den menschen gebracht heeft wai zij zoo dringend noodig hadden: vrede onder elHfmdef ? .

Zoo is het.

De zending heeft in Indië ook voorpolitiek en beschaving den rijksten zegen af­geworpen.

En zendingshaat als vófti het Duitsche Koloniale Zeitschrift behoort tot een verouderd liberaal geslacht, dat gelukkig aan het uitsterven is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen