GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Een onzer lezeressen Mevr. H, G. v. d. H. schrijft ons dit:

„Met belangstelling las ik in De Heraut uw antwoord op de vraag van W., of men aan sport en dergelijke vermaken mag meedoen.

Mijns inziens was de vraag niet volledig gesteld, en daarom wil ik er nog een kleine vraag bijvoegen:

Wanneer men bezwaren heeft zijn jongens des Zondags deel te laten nemen aan wedstrijden, mag men ze dan toch naar die wedstrijden (b, v, voetbal, cricket enz.) des Zondagsmiddags laten gaan kijken?

Met het antwoord op deze vraag in een der volgende Herauten, zult u mij zeer verplichten."

Zoo als onze geachte lezeres weet, hebben we het bepaald afgekeurd, dat vaak door de beoefenaren van sport des Heeren dag wordt ontheiligd, gelijk feitelijk geschiedt.

Wanneer men nu kinderen naar op Zondag gehouden wedstrijden enz. laat gaan kijken, dan moet een kind hieruit wel de gevolgtrekking maken, dat er geen kwaad in ligt. Dien ten gevolge zal zulk een kind er heel licht toe komen, om buiten weten der ouders, of als het ouder wordt, ook aan de ontheiliging van den Rustdag deel te nemen.

Dit klemt te meer, wijl, gelijk we zeiden, sport niet, gelijk b.v. jenever drinken, in zich zelf kwaad is — overdrijving nu daargelaten. Maar het kind aioet leeren, dat, schoon de dag des Heeren ons ook wel degelijk tot ontspanning van den dagelijkschen arbeid is gegeven, we hem misbruiken, zoo het hoofddoel, dat b.v, de Heidelbergsche Catechismus aangeeft, op den achtergrond raakt of wegvalt. En dat, geschiedt door ie wedstrijden op Zondag waarbij dan de ziel geheel vervuld is met

aaidsche gedachten en allerlei pret en genot mede nagejaagd wordt. Daarmee kinderen, al is .t ook alleen door toekijken, in aanraking te brengen, is een hoogst gewaagd ding. Want het is ijdelheid, en de Schrift leert ons daar de oogen van af te wenden.

Trouwens, kinderen kunnen op Zondagmiddag wel wat beters doen, dan toeschouwers zijn bij vermaken, die meer en meer ook door hen die geen hooger beginsel hebben, toch om het nuttelooze, het schadelijke voor het lichaam; worden afgekeurd.

K. te S. vraagt ons een uitlegging die het best is te geven, als we een stukje nemen uit • het bedoelde vers (van Huyghens) getiteld: „Een Koningh, " Daarin staat o. a.:

De vriendschap kent hij niet; dat's wedergaden vreugd; Dier heeft hij binnen geen; en buiten is 't geen deughd. Maar eigenbaets bejach; de vorsten zijn geen' vrinden. Dan om vcrsekertheit in veel verbonds te vinden; Soo is de-vreese meest de Kopp'ler van syn' trouw. En, schrickt hij voor den Oom, hy maeckt de Nicht syn vrouw.

In andere woorden wil dit zeggen:

De koning kent eigenlijk geen vriendschap Want die kan alleen bestaan tusschen gelijken, en die heeft hij in zijn rijk niet, wijl hij boven allen staat. Zoekt hij hen buiten zijn rijk, dus bij andere vorsten, dan ervaart hij dat vriendschap daar zeggen wil: zijn eigen voordeel zoeken. Als vorsten vrienden zijn, is het alleen om door een verbond te veiliger te zijn tegen gevaar; uit vrees voor anderen blijft men elkander trouw. Ja, 't kan gebeuren dat een koning uit vrees voor een anderen vorst, diens nicht tot zijn vrouw neemt, om zoo met den vorst voor welken hij vreest, op goeden voet te raken of te blijven.

Hiermee zal 't hoop ik duidelijk zijn.

Een andere vraag van denzelfden is:

Hoe moet men de jaren rekenen, die de Israëlieten in Egypte hebben doorgebracht. In Exodus 12 wordt dit gesteld op vierhonderd dertig jaar. Maar als men rekent van Jakob tot Mozes komt dit niet uit, en is het veel korter.

In Exodus 12 : 40 en 41 lezen wij:

De tijd nu der woning, die de kinderen Israels in Egypte gewoond hebben, is vierhonderd jaar, en dertig jaar.

En het geschiedde ten einde van de vierhonderd en dertig jaren, zoo is het even op denzelven dag geschied, dat alle de heiren des Heeren uit Egypteland gegaan zijn.

En evenzjo wordt van de vierhonderd dertig jaar of orgeveer zooveel, gesproken in Gen. 15 : Ï3, Hand. 7 : 6 en Gal. 3 : 17. Ook is waar wat de vrager zegt, dat van Jakob tot Mozes geen 430 jaar is. Jakob toch leefde ongeveer 1750 voor Chr. Mozes in 1500.

Dat scheelt 250 jaar.

Het is dus duidelijk, dat de 430 jaar vroeger zijn begonnen, en wel met de komst van Abraham, Israel's stamvader in Egypte. Daarna verliepen 215 tot Jakob er kwam, die zelf daar bleef gelijk zijn geslacht. In Galaten 3:17 lezen we:

En dit zeg ik: het verbond, dat te voren van God bavestigd is op Christus, wordt door de wet, die na vierhonderd en dertig jaren gekomen is, niet krachteloos gemaakt, om de beloftenis te niele te doen.

Daaruit blijkt dat de apostel Paulus rekent van het verbond met Abraham tot de wetgeving op Sinaï, dus als boven gezegd. Abraham geldt als stamvader van heel het volk, dat ook tijdens Jakob nog slechts uit 70 zielen bestond.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 november 1907

De Heraut | 4 Pagina's