GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland. De leiders der „Genjeinschaften" over de gees t drijvende beweging in Hesser. (Slot.)

2. Hiermede staat de tweespalt in verband, die deze geest veroorzaakt. Overal waar hij optreedt, ontstaat krijg, niet tusschen het rijk Gods en het rijk des Satans, maar er komt strijd in het rijk Gods zelf. Deze geest maakt tweespalt in het lichaam Christi. En ontstaat broederoorlog. Satan is onder de heiligen.

3. Deze geest wil heerschen. Hij vindt eene bevrediging daarin, wanneer zich alles aan hem onderwerpt. Men zou haast kunnen zeggen, hij heeft lust tot kwellen. De geest van Jezus Christus is echter niet een heerschende, maar een dienende geest.

4. Deze geest liegt. Hij die in den eersten persoon spreekt, moest altijd de waarheid spreken. Dit is in onze beweging niet geschied, hetzij de drijvende geest in tongen of in profetie spr.ik of voorspelde of droomen en gezichten mededeelde. Daarom hebben wij in de beweging niet met den geest der waarheid, dien Christus beloofde, te doen.

5. Deze geest heeft er een afkeer van, beproefd te worden. Ik heb, terwijl ik met hem te doen had, menigwerf getwijfeld. Deze geest was echter schier alwetend. Wanneer ik in deze richttng slechts het geringste wantrouwen koesterde, werd mij door dezen of genen spreker in tongen weldra toegevoegd: Bij u kwam zoo juist de gedachte op, of dat werk wel uit God was". Zoo werd men altijd weer tot onbepaald gehoorzamen en tot onvoorwaardelijk gelooven veroordeeld. Dit was alleen slechts mogelijk, wijl mij op dit gebied alle ervaring ontbrak, en ik den kandelaar des Woords vergat. Want volgens Gods Woord laat de Heilige Geest zich niet alleen beproeven, maar eischt van ons dat wij de geesten zullen beproeven of zij uit . God zijn", i Joh. 4:1.

6. Deze geest benevelt de helderheid van blik. De Heilige Geest schept klaarheid ea scherpt het everstand. Ik vraag mij nu menigmaal af: „hoe kondt gij zoo blind zijn? " Ik kan God niet genoeg danken, dat Hij mij uit deze ver zoeking verlost heeft.

7. Deze geest trekt van het Woord Gods af. is wel niet te loochenen, dat eenige sprekers | ün tongen ijverige bijbellczers zijn. Toch houd ik mijne bewering vol. Door de genade Gods werd ik reeds door het catechetisch onderwijs (Konfitmandenunterricht) tot Christus geleid. Ik was sedert dien tijd een vlijtig onderzoeker van den Bijbel. Ik heb in deze 23 jaar meer dan een Bijbel versleten. Toch bracht deze geest het zoover, dat ik van het Bijbellezen werd afgetrokken. Vele aanhangers der beweging zullen mij dit niet toestemmen. Maar deze zijn dan niet consequent. Waaneer de Heilige Geest in den eersten persoon door den spreker in tongen het woord voert, dan heeft men het woord altijd frisch uit de bron; dan moet de Schrift ten slotte worden, wat zij eeu leider der Neotheosophen, dien ik onlangs sprak, werd. Hij noemde den Bijbel den „papieren paus". Dit is voor mij een ontzettende taal. Ik wil slechts het Woord, niets als het Woord en ik ben den Heere oneindig dankbaar, dat ik uit deze verzoeking met den Bijbel in de hand te voorschijn kom. Hij was mij 23 jaar lang het liefste boek, maar tegenwoordig is hij mij liever dan ooit.

Deze geest zoekt de knechten Gods te verderven. Hij zoekt hen aan den schandpaal te zetten en ieder die bruikbaar uit zijn handen komt, heeft reden God te danken.

Na het gezegde zult gij het verstaan, dat ik met dezen geest gebroken heb. Mijne verkeerdheden zijn in deze van tweeërlei aard: Ik had den geest der spreeksters in tongen niet zonder iets meer als den geest van Christus moeten erkennen, en ten andere had ik er op behooren te letten wat er in het hoofdstuk dat over het spreken in tongen handelt, geschreven staat. „Het staat leelijk voor de vrouwen dat zij in de gemeente spreken", en de apostel zegt uitdrukkelijk: „laat de vrouwen zwijgen in de gemeente." „Erkent dat hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn." Daaronder heb ik mij te buigen. Overigens geloof ik, dat de geheele beweging onder de toelating Gods gekomen is. Het ligt heimelijk in Gods bedoeling, dat ïulke beproevingen over de gemeente Gods komen.

Gelijk elk Christen verzocht moet worden, om versterkt te worden, moet ook de gemeente Gods in verzoeking komen om bevestigd te worden. Als dit door allen erkend wordt, dan blijven sommigen voor moedeloos worden bewaard, terwijl anderen het oordeelen afleeren. Een van de eerste mannen Gods schreef nog in deze dagen: „God zal ons veel meer geven dan de duivel ons ontnomen heeft! Ik heb goed toevoorzicht op God, dat deze beproeving voor de gemeente des Heeren en voor de zielen een vreedzame vrucht der gerechtigheid zal afwerpen".

Het verheugt ons zeer, dat in de kringen der „Gemeinschaftcn" zoo over dat het spreken in tongen of in vreemde talen geoordeeld wordt. Wanneer de „Gemeinschaftcn" zich onder goede leiding blijven ontwikkelen, wie weet of zij dan mettertijd niet als doleerende kerken kunnen beschouwd worden.

Engeland. Voorstel tot oplossing der schoolquaestie.

In Engeland is nog altijd de schoolquaestie aan de orde. Vele Dissenters vooral in het Vorstendom Wales, waar zij de meerderheid vormen, hebben tegen de bestaande regeling van het lager onderwijs het bezwaar, dat zij schoolbelasting moeten betalen voor een onderwijs dat niet strookt met hunne gevoelens.

In Wales volgden daarom velen een stelsel van lijdelijk verzet. Zij weigerden toch de ver schuldigde belasting te betalen en dwongen daardoor de overheid, om hunne goederen ge rechtelijk te verkoopen. Voor de regeering was dan ook de revival in ^ales een uitkomst; daar door hielden het lijdelijk verzet ea de stuitende tooneelen van gedwongen verkoopen op. Het scheen evenwel, alsof in Engeland tegenover het bestaande stelsel, wat in het voordeel was van de Engelsche staatskerk, het beginsel van neutraal godsdienstloos onderwijs zou gaan triumfeeren.

Nu heeft echter de Episcopaalsche bisschop van Manchester en het parlementslid F. E. Smith een voorstel gedaan, dat een stap tot den vrede heeten mag. Volgens dat voorstel moet het Godsdienstonderwijs in elke school gegeven worden in overeenstemming met de belijdenis van de ouders der schoolgaande kinderen. Men merkt wel daartegen op, dat vele ouders hoegenaamd geen belijdenis in zake de religie hebben en dat zij daarom niet kunnen bepalen in welk een geest zij hunne kinderen in de religie willen onderwezen hebben, doch dit kan geen bezwaar opleveren, daar toch ouders de vrijheid moeten hebben om hunne kinderen geen godsdienstonderwijs te laten geven. Maar in elk geval is de concessie die de bisschop van Manchester aan de Dissenters doen wil, een stap tot den vrede. Het verwondert ons echter, dat er in de kringen der Vrije kerken geen stemmen opgaan voor vrije Christelijke scholen.

Zwitserland. Waarom bezoeken zoo weinig werklieden de Kerk?

Te Neuchitel heeft zich een „Hen national" gevormd tot verheffing van het Godsdienstig leven. In een vergadering van dien bond trad dezer dagen de heer Kurt op, die uit den arbeidersstand voortgekomen, een enquête onder de werklieden instelde om te weten te komen waarom dezen hoe langer hoe meer den weg naar het bedehuis vergeten. Het resultaat van dit onderzoek deelde deze heer mede in een lezing, met het opschrift: „Waarom neemt de arbeider geen deel in de Godsdienstoefeningen ? "

Wij ontleenen aan het Kirchenblatt f. d. ref. Schweiz daarover het volgende:

Zonder voorbehoud gaf de spreker gedeeltelijk de schuld aan de werklieden. Behalve gedachtelooze nalatigheid, die echter ook in andere standen voorkomt, heeft hieraan schuld de materialistische gezindheid der menschen, die alleen gericht is op het aardsche en geen zin heeft voor hoogere idealen. Daarbij komt dat velen bang zijn om bespot te worden. Men mocht eens voor een Mómier (fijns) gehouden worden, en daarom gaat men lie, ver met dein arbeiderskringen heerschende mode mede, dan dat men deze mode trotseert. En ten slotte is het de vrees voor de Waarheid, die vele van de Godsdienstoefeningen afhoudt, wijl hun geweten kon getrcffen worden. Een goed deel van de schuld ligt ook aan de maatschappij. Hoe kan het kerkbezoek goed zijn, wanneer op eiken Zondag feesten op elkiar gestapeld worden en de vereenigingen hunne leden in beslag nemen. Er zijn te veel feesten, vereenigingen en samenkomsten, die de arbeiders van de Godsdienstoefeningen verwijderd houden. Ea ten slotte heeft de arbeider gedurende de week te weinig tijd voor ontspanning, en moet daarom den Zondag gebruiken om uit te gaan, van de natuur te genieten en zich in de frissche lucht te versterken.

Maar ook de kerk heeft mede schuld; heeft vele gebreken die den arbeider er toe drijft om de kerk te ontwijken. Zij vermaant alleen tot geduld, vertroost de arbeiders met te wijzen op het hiernamaals en vergeet, hoezeer zij dikwijls met den nood des levens hebben te worstelen. De schuld der predikanten ligt hierin dat zij te dogmatisch (leerstellig) preeken en dat zij te veel de partij van de rijken kiezen. Ook bij hunne bezoeken veiwaarloozen zij de armen voor de rijken. Dit ondervonden de armen, en daarom blijven zij van de Godsdienstoefeningen weg. En ten slotte zijn de „geloovige Christenen" mede schuldig aan dezen verkeerden stand van: zaken, omdat hun leven te weinig overeenstemt met hetgeen in de kerken gepredikt wordt, en de arbeiders zien, dat het ter kerke gaan niet beterimaakt.

Da zijn dan de aanklachten tegen de werklieden, de maatschappij, de kerk, de predikanten en de Christenen, die de heer Kurt uitsprak, waardoor hij het niet-bezoeken der kerk verklaarde en waarbij hij zich beriep, , op zijne „enquête" onder de werklieden.

Uit zijn woorden kan men dus opmaken, hoe men in arbeiderskringen over de kerk denkt.

Gelijk vooruit te berekenen was, protesteerden de aanwezige predikanten tegen de beschuldigingen welke tegen hen werden ingebracht, en volgens ons niet ten onrechte, want juist in den tegenwoordigen tijd houden zich vele predikanten bezig met de sociale quaestie, terwijl het ons voorkomt, dat veel meer de rijken bij de bearbeiding der kerk verwaarloosd worden, dan wel de armen. Behalve deze betwistbare punten werd er op die vergadering veel gesproken dat behartigenswaard was.

Het is zeker te wenschen, dat misstanden als die in Neuchatel en die bijna in alle groote steden gevonden worden, door ambtdragers en de leden der gecseente onder de oogen gezien worden.

Eén ding verwondert ons, namelijk, dat er op genoemde vergadering niet geprotesteerd is tegen de bewering, dat de preeken der leeraars te zeer een leerstellig karakter dragen. Als wij de prediking van den tegenwoordigen tijd vergelijken met die van vervlogen tijden toen de religie in eere was en de Kerk des Heeren bloeide, was de prediking veel meer dogmatisch dan tegenwoordig. De gezonde leer is zonder eenigen twijfel de grond van een godzalig leven, en daarom mag de prediking dier leer niet nagelaten of verzwakt worden. Als dat geschiedt raakt men nog verder van huis.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 december 1907

De Heraut | 4 Pagina's