Buitenland

Duitschland De Algemeene Synode der Pruisische Landskerk.

Men zou kunnen verwachten, dat op deze kerkelijke vergadering de quaestie der belijdenis zou behandeld zijn; doch niettegenstaande al de moeilijkheden die in vele gemeecttn gerezen zijn; niettegenstaande het „Gemeinschaftswesen", mede als f protest tegen het veld winnen van moderne denkbeelden bij de predikanten, in bloei toeneemt, heeft deze vergadering de zaak der belijdenis geen aandacht waardig gekeurd. De Allgem. iii/. Z«//; . iST^/^. zegt dienaangaande:

„Over het gevaar der moderne leer heeft de Synode zich niet uitgesproken. Moge de predikanten stand, voor wiens verheffing deze buitengev/one vergadering saamkwam, thans geloof, leer, herderlijke zorg en wandel, in getrouw vasthouden aan Woord en belijdenis openbaren"!

Werkelijk is de positie der predikanten van de Pruisische landskerk wel wat verbeterd; zij krijgen nu een aanvangstractement van /1440, en na 24 jaar klimt dit tot /3600. Ook het emeritaatstractement is verhoogd en bedraagt nu na een diensttijd van veertig jaar /3060 en in sommige gevallen nog hooger.

Een pogiag om aan de gemeenten het gedeeltelijk recht tot beroeping van hun predikante^ te ontnemen, is niet gelukt In Pruisen wordt sedert 1875 om den anderen keer een predikant voor een gemeente door het kerk bestuur aangewezen; en door de gemeente beroepen. Een poging om het recht der gemeente hierin te beperken, is niet doorgegaan. Althans wanneer een gemeente meer dan de helft voor het predikantstractement bijdraagt, of bij het instellen van een nieuwe predikantsplaats drievierden van het tra-itement opbrengt, behoudt zij haar recht om op haar beurt haar predikaot te beroepen.

Op voorstel van het lid der Synode Graaf von Hohenthal werd ook aangenomen, dat wanneer induslrieele ondernemingen zich zoo uitbreiden, dat daardoor een vermeerdering van gemeenteleden plaats heeft en de kosten voor den eeredienst daardoor aanzienlijk vermeerderen, en deze ondernemingen niet vrijwillig de kerk ondersteuning geven, — het op den grondslag van de Staatswet mogelijk wordt gemaakt, om deze daartoe te noodzaken.

Wanneer men weet dat in Pruissen de leden der gemeente door middel van de Overheid kerkelijke belasting betalen, dan kan men verstaan hoe zulk een voorstel kon gedaan worden.

Zwitserland. Een monument voor C a 1V ij n.

Al zijn wij niet ingenomen met de gedachte dat voor Calvijn een standbeeld zal opgericht worden, toch kunnen we niet nalaten het een en ander daaromtrent mede te deelen. Het schijnt, dat het monument dat men stichten wil en waarvoor ƒ 250, 000 beschikbaar is, het „Lutherdenkmal" te Worms zal overtreffen. Het moet een historisch, populair (voor allen begrijpelijk) en een internationaal monument worden, waarop niet alleen de reformatoren, maar ook de groote staatslieden en krijgslieden vereenigd worden, die als pioniers der reformatie hebben dienst gedaan; het behoort ook uitdrukking te geven aan de politieke en sociale ontwikkeling van de volken, die onder den invloed der Calvinistische reformatie stonden. Het monument zal, even als dat te Worms, uit een groep standbeelden bestaan. De eerste plaats zal daarbij ingenomen worden door de standbeelden van Calvijn, Farel, Knox en Beza. De kunstenaar, die volgens het plan van het comité heeft te arbeiden, zal ook op gepaste wijze uitdrukking moeten geven aan de nagedachtenis van Luther, Zwingli en Viret. Voorts mogen de historische figuren van de Ooligny, Willem van Oranje, Cromwell en den grooten Keurvorst van Brandenburg bij het monument niet ontbreken. Geneve en de volken, die bij het werk der reformatie een eerste plaats innamen, zullen symbolisch voorgesteld worden door volkstypen in het kostuum van den toenmaligen tijd, namelijk een Genèver en een Berner uit de i6de eeuw, een Hugenoot, een Watergeus, een Puritein, en een Pelgrim-vader van de Vereenigde Staten van N.-Amerika. De nagedachtenis van groote mannen, welke leiders waren bij politieke, door het Calvinisme te voorschijn geroepen, bewegingen, zal door inschriften of op andere manier geëerd worden. Het staat hem, die een ontwerp voor dit monument leveren zal, vrij, het te versieren met basreliefs; doch deze moeten uitsluitend ontleexd zijn aan de geschiedenis der i6de of 17de eenw.

Men ziet het, de kunstenaar die aan dit ontwerp zijn kracht beproeft, ziet zich voor een zware taak geplaatst.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen