GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. Uit de nalatenschap van Ds. C. Oranje, met een woord vooraf fan DR. J. C. DE MOOR. Baarn, HoUandia—Drukkerij 1908.

Wie als ik, 'met ORANJE, toen hij studentwas aan de Vrije Universiteit, meer intiem hebben verkeerd en hem ook later, toen hij predikant was geworden, in zijn arbeid, zij het ook op een afstand, hebben gadegeslagen, zijn door de tragiek van zijn leven meer dan gewoon getroffen, 'n Mensch, nog niet eens op de middaghoogte van het leven, te zien aangegrepen door een kwaadaardige kwaal, die hem, li& ar hooge waarschijnlijkheid, niet meer zal loslaten vóór zij hem in den dood heeft gestooten; 'n mensch met al de energie van het jonge leven, geholpen door die van de medische kuLst, daartegen te zien ioworstelen ; hem zich zien willen losrukken uit de schrikkelijke omarmingen vaa het monster éi-i zich op hem geworpen heeft; op hem geworpen zoo bruut, zoo zonder dat hij het ook maar in het minst heeft getart, zóó als een nijdige wolf zich werpt op een hem heel niet uitdagend schaap, - — kijk, dat alles te zien wekt uw medegevoel, uw oclustgevoel Maar dit uw medegevoel met den lijder, dit uw onlustgevoel dat zich verbindt aan uw gewaarwording van het tragische, wordt meer dan het gewone, wanneer zulk 'n mensch voor u minder gewoon, meer mensch, en daardoor voor u meer waarde heeft. EQ dat was en had ORANJE voor mij en Voor vele anderen.

Voor mij is hij allereerst en is hij tóg de student.

De student met wien ik verkeerde ook buiten de colleges, en van wien ik al spoedig merkte, dat hij meer dan gewcon was.

Hij vertelde mij van de piëtistisch getinte vroomheid van den kring waarin hij was geboren en opgevoed; van boe hij ia GOES, zonder recht te weten wat een Hoogere Burgerschool was en waarvoor zij diende, op een goeden deg aan de H. B. S. „voor de aardigheid" admissieeximen had gedaan en hoe hij er toen, niettegenstaande zij a vader het vrij bedenkelijk vond, op gekomen was om, na den vijfjarigen cursus te hebben afgeloopen, eind-examen te doen. Hij vertelde mij van zijn toen komen naar AMSTERDAM, van zijn „struggle for life", van zijn tijd toen hij als corrector en vertaler den kost moest zien te verdienen; van hoe DR.

KUYPER hem ontdekte; van zijn in twee jaren uich, onder het andere werken door, klaar werken voor de eischen van het admissie-examen aan onze Universiteit.

Maar hij ontsloot ook zijn ziel voor mij.

Ik had zijn vertrouwen.

Toen heb ik leeren kennen de krachtigheid zijner persoonlijkheid, in den strijd om het bestaan gestaald, maar gewijd door de teeder-heid van zijn zoo innige godsvrucht. Toen heb ik hem gadegeslagen en ook meer dan dit alleen, in dat aan zich assimileeren van de calvinistische wereld-en levensbeschouwing voor onzen tijd; want hij wilde, als hij straks de Universiteit zou hebben verlaten, met naar niet het droeve figuur maken van.David in de wapenrusting van Saul, hij wilde ze haar zich niet maar laten opplakken als een etiquette, haar meenemen van de Universiteit, ingepakt in een koffertj s, zoo als doet een acteur met zijn requisieten. Hij, KEES OKANJE, rustte niet vóór hij haar had opgenomen in zijn sap en zijn bloed, vóór zij bevredigde èn zijn verstand èn zijn gemoed.

En dat is hem gelukt.

Gelukt niet het minst door de krachtigheid van zijn persoonlijkheid, waardoor hij, van aanleg meer neigend tot intellectualisme dan tot mysticisme, bij het streven naar een eigen overtuiging zich zelf heett opgevoed tot die harmonie van hoofd en hart, welke u later zoo weldadig bij hem aandeed.

Toen ORANJE ons verliet, was hij een man.

Hij wilde wat hij wist en hij wist wat hij wilde.

Wat hij wilde ook voor zijn volk, zijn kerk, zijn land.

Daarin zat de charme, die van hem uitging,

Hij behoorde niet tot de „velen"; men zag het hem aan en men merkte het al meer, dat hij niet tot de „fabriekswaren" onder de menschen behoorde, maar iets „eigens", iets bijzonders was en had.

En dat bijzondere wekte in onze kringen vertrouwen, want hoe eigenaardig ook naarden vorm, men tastte en voelde, dat hij was van dege, calvinistische stof.

Toen ORANJE ons verliet spelde hel al een zomer met rijke, rijpe vrucht.

En zoo kwam het eerst uit ook.

Wat heeft hij gewerkt, vruchtbaar gewerkt.

Hoe heeft bij veelmaal en op velerlei wijze ge bruikt om te winnen voor, te sterken in wat zijn overtuiging was, de gave zijner machtige eloquenlie. BEHKEL had het voorrecht hem als predikant te bezitten, na een jaar riep ROTTER­ DAM hem reeds. Hij bleef nog één jaar. Toen riep hem DEN HAAG en hij ging.

En toen midden in zijn drukke praxis is het gekomen.

De kwaal klauwde hem aan.

Tering, keeltering heette het monster dat zich hem ten prooi koos.

Kort voor zijn sterven heb ik hem nog gezien.

Te Amsterdam, in de Senaatskamer der Vrije Universiteit, 't Was zoo navrant, zoo hartverscheurend.

Zijn stem was al bijkans weg, nog alleen aiaar een fluisteren. Hij zelf een gebroken man, die wist, dat hij sterven ging.

Den zósten October 1907 is hij op Sana Vita, het Sanatorium bij NIJMEGEN, overleden.

Hij was toen 37 jaar.

DR. J. C. DE MOOR, predikant te 'sHage, heeft ORANJE een bescheiden monument gesticht in de uitgave van enkele stukken uit zijn literaire nalatenschap.

Het zijn enkele lezingen, enkele preeken, enkele meditatiën uit de Kerkbode.

Een werk van piëteit en vriendschap.

Metterdaad een monument, een gedenkteeken van de rijke gaven waarmee God dezen mensch sierde. Lees ze die acht stukken: uit de nalatenschap van Ds. C. Oranje: van Eeuwige Jeugd; van den Barmhartigen Samaritaan; van ZioDS Schoonheid; van Eén ding; van Vrede bij God; van de Tente van Lamech; en dan die twee preeken, zijn intree-reden te Berk-len te 's-Gravenhage — en ORANJE spreekt nog tot u, nadat hij gestorven is. Spreekt nog.tot u zooals hij dat kon, in fijne woordkeus, als een man, die wat te zeggen heeft, en daarom boeiend, bovenal als een man met „een eigen kijk op onzen ouden Bijbel", als een Schriftgeleerde, die uit zijnen schat nieuwe en oude dingen voortbrengt.

Wat DE MOOR ons hier uit de nalatenschap van Ds. Oranje biedt, worde dankbaar aanvaard en genoten.

2. H. S. S, KUYPER. Gulden Yensteren, naar het Amerikaansch. La Rivière en Voorhoeve, Zwolle.

MEJ. KUYPER geeft ons hier een vertaling van een werkje van MRS. LAURA E. RICHARDS een Amerikaansche schrijfster, type van dat Amerika hetwelk de vertaalster op haar reis als het „idealistisch Amerika" heeft leeren kennen, Het zijn korte schetsen, zinnebeelden voor Oud en Jong. Het leven bezien door „Gulden Venstereii", dat is vroolijk, vriendelijk, vreedzaam en niet door een zwarten bril. Soms, al was het dan ook maar zelden, heeft MEJ. KUYPEU, om goede redenen gemeend „vrij" te moeten

vertalen en zoo is Gulden Vcmtcrcn. geworden t een ook voor ons gereformeerden leesbaar hoek sen boek vol vriendelijke levenswijsheid.

3. Het Evangelie vati Johannes verklaard door rLnnes Calvijn. Opnieuw uit het Latijn ver t aid door G. L. GORIS predikant teOyerschie. Met een voorwoord van DR. A. G. HONIG Hooglesraar in de Theologie te Kampen. Kampen J' ph. Zalsman — 1907.

Met de verschijning van het derde stuk is deze" arbeid thans voltooid. Ds. GORIS, die en vertaling gaf naar de standaard-editie van BAUM CUNITZ en REUSS, verdient lof voor de wijje 'waarop hij zich van zijn taak heeft ge kweten.

Als Bijbel uitlegger was CALVIJN eensg en het verdient aanbeveling en aanmoediging zijn uitleokundige werkeo, door vertaling, ook toegankelijk te maken voor wie het oorspronkelijke jiiet verstaan. Inzonderheid vestig ik de aandacht van onze Jongelingsvereenigingen op dit „erk als een voortreffelijk hulpmiddel bij hun Schriftonderzoek.”

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 mei 1908

De Heraut | 4 Pagina's