GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN TWEEDE DE RUYTER.

I.

EEN ONRUSTIG HEER.

Eenige jaren geleden maakte een heer, die ia ederland woont, een reisje naar Denemarken, en land dat in velerlei op het onze gelijkt. ij bezocht Kopenhagen en andere haventeden, en zag dat er overal groote en kleine schepen lagen.

Nu trof het hem, dat hij meermalen een schip antrof, dat de naam Tordenskiold voerde, Hij egreep daaruit, dat die naam voor de Denen en bijsondere beteekenis moest hebben, en esloot daarnaar eens te vragen.

Al heel spoedig wist hij dan ook, dat Torenskiold de naam is van een beroemden eenschen zeeheld, dien de bijnaam Tordenkiold d. i. Donderschild van den Deenschen oning Frederik IV ontving. Dat gebeurde nu ngeveer twee eeuwen geleden. Ter berinnering an den wakkeren zeeheld dragen nog tal van chepen zijn naam, evCïials men bij ons op die ijs de nagedachtenis van groote vlootvoogden n eere houdt.

De bedoelde heer wilde nu nog wel wat eer van dezen vermaarden Deenschen admiraal eten. En wat hij vernam was zoo merkwaarig dat wij, die in 't land van Tromp en De uyter wonen, er graag van hooren. Met de enen zijn onze voorvaderen altijd goede rienden geweest. Deensche koningen hebben . a. aan Amsterdam telkens voorrechten gefchocken, en nog pas is uit Denemarken een eilgroet gezonden aan onze zeemacht die cu wee en een halve eeuw geleden onder De uyter de Denen wakker hielp, toen Kopenagen, de hoofdstad, werd bedreigd.

Nu moet ge weten, vrienden, tot recht berip van wat hier volgt, dat Denemarken destijds en veel machtiger staat was dan thans, j«, en die een zeer belangrijke rol speelde in de angelegenheden van Europa. Het strekte zich eel verder naar het zuiden uit dan nu, en aarbij was de koning van Denemarken ook oning van Noorwegen. Veel vroeger hadden rouwens de koningen van Denemarken zelfs ver Engeland gebeerscht. Later zijn Deoe. arken en Noorwegen gescheiden, en werd de

koning ran Zweden ook vont van-Noorwegen. Dat heeft coo ongeveer loo jaar geduurd, tot sa niet lang geleden er weer een scheiding plaats vond. Noorwegen is nu weer een afzonderlijk koninkrijk geworden, en heeft tot koning een vorst uit het Deensche rijk.

't Zal u dus nu wel duidelijk zijn, als ge straks leest dat b.v. Denen en Noren saiin strijden tegen de Zweden, of dat de Noren staan onder den Deenschen koning.

In het laatst der 17e eeuw woonde te Drontheim, de oude hoofdstad van Noorwegen op de Westkust, een geiin, dat een naam droeg, dien ge gemakkelijk onthouden kunt, namelijk Wessel.

Op een avond kwam vader Wessel iets later dan gewoonlijk thuis. Hij zag niet vroolijk, zoodat zijn vrouw, zoodra zij alleen waren, met bezorgheid vroeg, of hem iets scheelde.

„Mij niets vrouwlief" was het antwoord, „maar aan onzen Peter scheelt heel veel. De meester heeft mij laten vragen, of ik eens bij hem kwam, en ik begreep al dadelijk, dat er iets aan schortte. Nu ben ik van avond bij den schoolmeester geweest, maar ik heb weinig goeds van onzen jongen gehoord."

Doet bij dan slechte dingen? "

„Dat juist niet, vrouw. Maar hij kan niet stilzitten en wil niet leeren. Telkens als wij denken, dat hij op school is, slentert hij langs de haven, en kijkt naar de schepen. Hij is goede vrienden met het zeevolk en dikwijls laten ze hem aan boord." Wat leert hij op zoo'n macier? "

Dat wist moeder ook niet. Zuchtend haalde zij de schouders op.

„En wat wil de meester dan nu? " vroeg moediir eindelijk.

„Wel", zei haar man, „bij wil — en daar heeft hij gelijk in — dat wij zorgen zullen dat Peter trouw school komt. Maar ik ben 's morgens al lang de deur uit, vóór de school begint. Eu gij hebt bet te druk om Peter weg te brengen, 't Is jammer dat hij 't op school zoo slecht maakt, de jongen is toch anders niet kwaad."

Na veel praten werd besloten Peter eens ernstig over zijn gedrag of liever zijn wangedrag te onderhouden. Dan zou vader den meester verzoeken het nog eens met den jongen te beproeven, en zoo hoopte men, zou het dan nog in orde kotuen.

Zoo gezegd, ZOO gedaan. Peter, die een jaar of elf oud was, werd den volgenden dag door vader en moeder met hen alleen genomen, en nu werd hem duchtig de les gelezen, wat hij trouwens ten volle verdiende.

Peter builde tranen met tuiten toen hij vader zoo ernstig en moeder tot weenens toe bedroefd zag. Hij beloofde zijn l'ven te zullen beteren. En op die belofte werd hij dan ook door den meester vooreerst nog toegelaten.

Een paar weken ging nu alles naar behooren, doch het duurde niet lang ot er kwamen weer berichten, die én vader én moeder zeer ontrustten en bedroefden. De jonge Peter was iemand die in zijn liefde voor al wat de zeevaart betrof evenzeer op onzen Michiel Adtiaanszoon De Ruyter geleek cis in afkeer van de school. Hij kon niet goed süUittenj dat kijken naar het zwarte bord was bem haast onmogelijk, het naschrijven van letters vond hij iets verschrikkelijks, en evenzoo hel leeren van lessen. Peter liep liever langs de kade waar het steeds vol schepen lag of roeide in een jol de haven rond, waar ieder hem kende. Dikwijls mocht hij op de schepen komen, daar elk schik had in de vluggen, vroolijken j-sugen, die van zeilen en tuig al nu reeds bijna evenveel wist als menig matroos. Ook mocht Peter graag alleen of met vrienden langs het rotsige strand wandelen en turen in de wijde blauwe zee, die zijn vaderland bespoelt.

Doch op die manier, gelijk reeds is opgemerkt, vorderde hij weinig in dat, wat men als kind leeren moet om het later te gebruiken. Daarbij kwam nog dat Peter, al had hij niet veel lust zijn handen te gebruikea om letters te schrijven of cijfers, ze des te beter wist te roeren als er wat te vechten viel. En dat wil onder jongens nog wel eens voorkomen, evenals toen. Dat Peter Wesssl zijn kaas niet van zijn brood liet eten was a-gemeen bekend. En menig jaogen die eens met Peters vuisten en knuisten bad kennis gemaïkt, paste wel op voor de tweede maal.

Toen het met onzen vriend op scbool alweer niet vlotte, werd vader opnieuw ontboden, en zei de meester, dat hij Peter niet meer op school houden kon, daar de jongen niet alleen zelf niets leerde, maar ook een heel slecht voorbeeld gaf aan anderen. Wel vroeg vader of de onderwijzer het niet nog een poos wou aanzien, maar toen ook de dominee, die geraadpleegd wetd, zei dat het toch niets zou geven, was de zaak beslist. Peter werd van de school gezonden en mocht niet terugkomen. Gij begrijpt wel, dat er thuis heel wat zwaaide, doch Peter, al vond hij dat ook heel naar — want hij was geen ongevoelige jongen — kon toch niet nalaten eensdeels blij te zijn, dat hij nu voorgoed van die gehate school bevrijd was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's