GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. Dr. J. R, SLOTEMAKER DE BRUINE. Op den Berg. G. J_. A. Ruijs, Utrecht, 1909.

De schrijver, die verleden jaar zijn instructief boek: Christelijk Sociale Studiën bood, geeft thans onder den titel Op Ben Berg een verkwikkend boekje van innig christendom.

De „Berg" is TABOR.

TABOR hier als het verkeeren op de hoogte van de contemplatie, van de beschouwing van en de genieting in het geestelijk-eeuwige. De „Berg", in tegenstelling met de , , Vlakte" als het werken in en aan het zinnelijk-tijdelijke.

Dan, laat mij in de eigen woorden van den schrijver vertellen wat dit werkje bedoelt.

„Wij hebben het druk, zoo druk, dat wij heenleven over ons-zelf. Want er is zooveel te doen in de vlakten van het alledaagsche leven. Maar wij gevoelen telkens met veel weemoed, hoe wij geestelijk interen bij al het werken, hoe ons zielehuis leeg wordt, hoe daardoor het gedane werk hol wordt, zonder innerlijke waarde".

Deze klacht van vele christenen in onzen tijd, die staan midden in het „werkende leven", neemt de schrijver over.

Eu deze klacht is allesbehalve aanstellerij; allerminst lamentatie van 'n ingebeelden kranke. Vele van deze christenen zijn krank. Ziek van eenzijdigheid. De historie kent maar éen wet en dat is de wet van de schommeling.

De vroegere eenzijdigheid van het „in een hoekje met een boekje" is thans vervangen door die van het werken op „alle terreinen des levens".

Straks schommelt het weer naar de andere zijde, of, om in de tale Kanaans van het weer oplevend Hegelianisme te spreken: „slaat het weer om in zijn tegendeel." En dan is het weer mis.

En toch, het is volkomen waar wat DR. SLO TEMAKER DE BRUINE van dat geestelijke interen bij al dat werken dan verder zegt: „Dat behoefde niet; het is een zegen te mogen werken. En niet het vele werk is van de dotheid schuld. Maar de schuld ligt hier, dat wij altijd in de vlakte blijven. Wij moeten van tijd tot tijd naar den berg omhoog. Om dan eens niet te werken. Om dan te komen tot zelfonderzoek, tot nieuwe aansluiting met den hemel, tot bezieling voor de taak, tot bemoediging in de worsteling. Wie hun werk hebben in de vlakte, moeten hun verpoozing hebben op den berg."

Alzoo verpoozing op den Berg te geven bedoelt dit boekje.

Het bevat een achttal meditatiën over evenzoovele Schriftwoorden.

I. Op den Berg blijven? 2, De realiteit der goddelijke dingen. 3 De uitgaande lampen. 4. In leven en sterven. 5. De wandel met God. 6. Altijd bij den Heer zijn. 7. Bidden in Jezus naam, 8. Het uitzicht van den Berg.

Hoewel zij in diepte van Schriftverstand, en in hoog opvoeren tot de mystieke genieting niet halen kunnen bij wat DR. KUYPER nu sedert jaren ons in zijn meditatiën meestal biedt, wil het mij toch voorkomen, dat de Utrechtsche prediker met dit zijn boekje het zich gestelde doel wel bereikt.

Ik althans heb bij de lezing er van meermalen op den Berg verkeerd; dikwijls genoten van innig Christendom; verstaan de wel niet altijd nieuwe, maar toch rake dingen, zooals b.v. op p. 108: „Men is niet op weg naar het heil, omdat men kerksch en vroom en geloovig meedoet met die op weg zijn naar het heil" — waaraan het zoo rijk is.

Alleen één bedenking moet mij van het hart. En wel deze.

Dat in de 6e meditatie, die over Ps. 27 : 4 „Eén ding heb ik van den Heere begeerd, dat zal ik zoeken: at ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heeren" — de geachte schrijver, tengevolge van een ietwat zonderlinge exegese, met zichzelf in tegenspraak komt. Wanneer ik toch op p. 81 lees, „dat dh — er is hier sprake van Ps, 27 : 4 — zóó is bedoeld": Dat niet in het groote leven een klein stukskeii tempel wordt afgescheiden; maar dat de tempel wordt uitgebouwd, uitgebouwd, totdat hij het gansche leven omvat", — dan dunkt mij, dat, naar goede exegese van psalm 27, dit hier volstrekt zóó niet is bedoeld, — en dat de Utrechtsche doctor hier inlegt in stee van uitlegt.

En nu zie ik voor mij oprijzen met hèm dreigenden vinger de schim van den mij on vergetelijken PROF. DOEDES. En daar heb je het nu al.

De bandeloos-willekeurige exegese waarin SLOTEMAKER hier, zij het ook alleen hier, vervalt heeft hem parten gespeeld. Aan het citaat van zooeven toch, gaat p. 81 vooraf:

„Dus moeten wij weer uit den tempel gaan ? Neen; want iets anders is mogelijk. Dit: dat ge niet vlucht uit het leven in den tempel; noch dat ge zuchtend gaat uit den tempel in het leven; maar dat die tegenstelling verdwijnt".

Of dit laatste mogelijk is, reeds mogelijk in déze eeuw, of dit jjiet is een willen anticipeeren op de toekomende, laat ik hier rusten; maar hoe dat zij, zijn zonderlinge exegese brengt den geleerden schrijver hier metterdaad in tegenspraak met zichzelf; met zijn ie meditatie, die over Matth. 17:4: Laat ons hier drie tabernakelen maken"; en ook met heel zijn opzet van het boek,

In die re medidatie: Op den berg blijven 1 toch lees ik op blz. 10: „Wij moeten op den berg zijn.

Ook al mogen wij daar niet blijven" — en in het begin van op den Berg heette het toch op p. VI: „Wie hun werk hebben in de vlakte, moeten hun verpoozing hebben op den berg". Maar, afgezien van deze bedenking, ben ik den schrijver dankbaar voor dit zijn boetje; mooi-natuurlijk van stijl, vrij van den preektoon, in taal van onzen tijd en bij dat alles zoo innig „Wij moeten van tijd tot tijd naar den berg omhoog".

Ook d6 prediking op den Zondag, na een week van werk in de vlakte, kan er ons, lóet Gods hulp, brengen.

Maar, niet aan eiken prediker lukt dat. Hoe hij het dan aan moet leggen, kan hij o. a. ook leeren uit Op den Berg. En wat hij daarbij te vermijden heeft, uit de 6Ï Meditatie.

2. MR.'T. DE VRIES, Z> e Geloofsstrijd van den Christen-Werkman: Eene lezing gehouden voor „Patrimonium", afdeeling 's Gravenhage, op Donderdag 8 April 1909. Typ. Electr. Drukkerij, Assendelftstraat 42, 's Gravenhage.

„Wat lang voorzien, wat jaren geleden voor speld is, het is thans werkelijkheid geworden; nagenoeg de geheele linkerzijde heeft zich vereenigd op het socialistisch program van Staatspensioen en algemeen stemrecht voor mannen en vrouwen; de opschuiving van de partijen van het ongeloof naar het Radikalisme heeft voor de praktische politiek haar eindpunt bereikt."

Aldus teekent MR. DE VRIES in deze l«zenswaardige brochure den tegenwoordigen politieken toestand.

En tegenover de propaganda der Sociaal-Democratie, die den christen werkman „vragen stelt en voorstellingen bijbrengt, ten deele waar, ten deele geheel scheef gesteld"; „vragen en voorstellingen, die den christen werkman noodzaken tot een strijd in zijn binnenste", heeft hij nu dit zijn woord doen uitgaan.

Juist omdat in de propaganda der Sociaal-Democratie waarheid en leugen gemengd zijn, maar de elementen van waarheid „slechts dienen om de eigenlijke lading te dekken", wordt dan de daardoor in het gemoed van den christenwerkman gewekte strijd, voor Atztn een geloofsstrijd. En omdat alleen „het geloof in den Christus Gods en in de Goddelijke Openbaring, hem waarheid van leugen leert onderscheiden; hem de oogen zal openen \ oor de Socialistische dwaling; en hem ten strijde aan zal gorden voor het herstel van de van God gewilde ordinantiën, ook voor het maatschappelijk leven" — wil MR. DE VRIES den christen werkman sterken in dit zijn geloof.

Deze van veel zaakkennis getuigende en steeds in rustigen toon blijvende rede, die zich zoowel tegen het socialisme als tegen het conservatisme keert, beschrijft dan den geloofsstrijd van den christen-werkman in betrekking tot zijn persoonlijk, zijn huiselijk, zijn maatschappelijk en zijn staatkundig leven.

Zij is een woord ter duidelijke weerlegging van de dwaling der tegenstanders, maar ook ter mach tige sterking van de overtuiging der voorstanders van de christelijke beginselen in de arbeiderswereld.

MR. DK VRIES heeft goed gedaan met deze lezing te publiceeren, want ook buiten den kring van „Patrimonium" afdeeling 's Gravenhage kan zij nut stichten.

3, Paedagogisch Tijdschrift voor het Christelijk ' Onderwijs. Onder redactie van K. VAN DEN BERG, A. JONKMAN, J. TH. R. SCHREUDER, H. J. VAN WIJLEN en J. C. WIRTZ CZN. Eerste jaargang. Aflevering 10. G. M. Klemkerk — 1909 — Hilversum.

Deze loe Aflevering opent met een goedgeschreven stuk van F. KALSBEEK ovex Nationaal bewustzijn, waarin een antwoord wordt gegeven op de vragen: wat nationaliteitsgevoel is; hoe het ontstaat; waardoor het verzwakt wordt; of het recht van bestaan heeft; of het verdient aangekweekt te worden.

Van S. een, met den, bij een spineus onderwerp als dir, zoo noodigen tact geschreven en van ervaring en studie getui|; end, artikel over Sexueele Paedagogiek.

Volgt een korte biographie van den op 26 Januari 1.1. overleden physioloog en psycholoog PROF. DR, EBBINGHAUS; Ata Boekaankondiging, en eindelijk Slotwoord van de Redactie, aan het einde van den Eersten Jaargang.

Van harte wensch ik der redactie bij voortduring het weislagen toe in baar pogen „het Christelijk Onderwijs zich paedagogisch te doen verdiepen."

Op den eersten Jaargang mag zij met voldoening terug zien.

In de woorden uit het Slotwoord'. „Zullen onze scholen duurzaam een eigen beeld vertoo nen, dan dient ons paedagogisch denken en handelen, in wortel, stam en takken doortrokken te zijn van ons eigen levensbeginsel" - teekent de Redactie nog eens haar program.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 25 april 1909

De Heraut | 4 Pagina's