GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het Diaconaal Correspondentieblad schreef Mr. R. van Maare een artikel over Armenzorg en Politiek, dat we hier gaarne een plaats verleenen:

Ons blad is geen politiek blad.

Daar er evenwel in de laatste jaren heel wat over een herziening van de Armenwet gesproken, geschreven en gewreven is, en deze herziening ook voor onze diaconieën van zeer groot belang is, zou het ons niet verwonderen, indien ook onze diakenen hunne ooren te luisteren leggen, als erove«politiek gesproken wordt, om op te letten of zij ook iets kunnen opvangen omtrent die herziening.

Het duurt wel lang. Reeds het Ministerie-Borgesius kwam met een ontwerp en sedert hangt het nog altijd in de lucht. Dat is nu wel al acht iaar geleden, maar in Nederland zijn we er aan gewoon, dat het heel lang duurt eer een ontwerp wet wordt, in het Staatsblad komt, en ook wordt ingevoerd.

Maar dat het er eenmaal toe komen moet en toe komen zal, is wel zoo goed als zeker. En dan moeten we weten, wat we willen. Weten we dat echter ook? Dat er eenige personen, misschien enkele personen onder ons zijn, die dit weten, die er over denken en over studeeren, willen we wel gelooven. Maar er is ook een zekere overeenstemming omtrent hetgeen voor onze Diaconieën gewenscht is?

Wij vreezen?

Wij hebben echter in dezen wel te onderscheiden. De herziening der Armenwet is een politieke kwestie; een kwestie van Staatsrecht.

Zeker, het is eene kwestie, waarbij de diaconieën betrokken zijn, omdat er ook zulk eene herziening denkbaar is, waarbij de vrijheid der Diaconieën aan banden gelegd wordt, of waarbij hun het werken bijna onmogelijk gemaakt wordt.

Maar toch, de herziening der Armenwet geldt onze Diaconieën niet alleen. Zij betreft ook de ambesturen van andere kerkelijke gezindten en de bijzondere liefdadige instellingen, en ook de burgerlijke armbesturen.

Men moge over deze laatsten denken zoo men wil, zij hebbeu toch ook belang bij de Armenwet. Trouwens, het zou ook niet aangaan ze met een pennestreek te vernietigen. In elk geval, de Overheid heeft de Armenwet te herzien, en kan daarbij onmogelijk alleen rekenen met de wenschen van onze Diaconieën.

Het is ook niet alleen een kwestie, die de belangen van liefdadige instelligen en Diaconieën raakt, ook niet louter aangaat de beginselen, waarvan deze instellingen bij hare armenzorg hebben uit te gaan; het is, zooals wij reeds zeiden, eene kwestie van Staatsrecht.

De Overheid heeft zich daarbij af te vragen, of zij zich heeft te bemoeien met de verzorging der armen, hoever - hare bemoeiingen zich moeten uitstrekken, en indien zij zich er mee bemoeit, welke beginselen van staatsrecht zij aan die wettelijke regelmg heeft ten grondslag te leggen. Zij kan van meening zijn, dat zij zich geheel heeft te onthouden en alles aan de kerken en bijzondere vereenigingen overlaten. Zij kan ook meenen Ceen meening, zooals o. a. van Thorbecke, welke wij ganschelijk verwerpen), dat de armenzorg geheel een tak van staatsdienst is, en de kerken of bijzondere instellingen, voor zoover de Staat haar vrijlaat om in dezen werkzaam te zijn, dit slechts doen mogen onder strenge controle van den oppermachtigen Staat.

Zij kan zich ook op het standpunt stellen, dat in de vigeerende wet is neergelegd, dat het een taak van kerken en bijzondere instellingen is, behoudens eenig toezicht van en eenige regeling door den Staat, en met dien verstande, dat de Staat te hulp komt voor zoover de kerken of liefdadige instellingen niet bij machte zijn hare taak te volbrengen.

En voor zoover zij meent de voorziening voor eenige speciale nooden aan zich te moeten trekken, heeft zij natuurlijk daaromtrent wettelijke bepalingen vast te stellen.

Dat alles is eene vraag van goed staatsbeleid.

Nu heeft daarbij de Overheid van goede beginselen uit te gaan, en naar onze meening te rekenen met de ordinantiën Gods op dit terrein des levens. Diensvolgens zal zij dus, waar dit alles in nauw verband staat met het leven der Kerk, en met de ordeningen Gods aan Zijne Kerk, haar oor te luisteren moeten leggen naar wat de Kerk ten deze van haar vraagt en als den wil Gods verkondigt; maar als Overheid in een land, waarin de Gereformeerde Kerk maar een klein deel der bevolking nitmaakt, is het te verstaan dat het voor de Overheid zeer moeilijk, zoo niet practisch onmogelijk is, hierbij alleen maar aan de Gereformeerde Kerken te vragen hoe deze het wenschen, en dienovereenkomstig te handelen.

Wat hebben nu de Gereformeerde Diaconieën te doen?

In de eerste plaats te zorgen, dat deze zeer gewichtige zaak niet alleen maar in de Diaconie, maar ook in den Kerkeraad en in de meerdere vergaderingen besproken wordt, opdat de Gereformeerde Kerken als zoodanig hare meening in deze aan de Overheid kunnen bekend maken.

Voor wat het negatieve betreft, sprak de laatste Generale Synode zich reeds uit. Omtrent wat de Kerken wenschen, dat wèl in de Armenwet worde opgenomen, windt men wel iets in de gedane voorstellen, doch niet het besluit der Synode.

Eventueel is natuurlijk ook de mogelijkheid niet uitgesloten, (gelijk zulks ook in 1854 bij de behandeling der Armenwet geschiedde) dat de kerkeraden, indien een ontwerp-Armenwet met de wenschen der Synode geen rekening hield, petitie's tot de Regeering richten, en daarin hunne wenschen betreffende de kerkelijke armenzorg nederleggen.

Maar voorts?

Wel, er zijn meer zaken, die ook het leven der Kerk raken, maar verder gedeeltelijk op ander terrein des levens liggen. Denk aan het onderwijs bijvoorbeeld.

Groen van Prinsterer heeft het bejammerd, dat in den strijd om de school de predikanten zoo weinig aan dien strijd deelnamen. Niet in hunne qualiteit natuurlijk, maar als medeburgers van den Staat, doch die, om hunne qualiteit van predikant, in de eerste plaats geroepen waren als burgers over deze zaak hun woord door het land te doen uitgaan.

De diakenen kunnen als diakenen bij de stembus niets uitrichten, en geen politiek program opmaken, of een manifest tot de kiezers richten. Zelfs niet aan een der politieke partijen verzoeken eenige bepaalde punten, de Diaconie betreffende, op haar program van actie te plaatsen.

Maar wél kunnen zij hun plicht doen als staatsburgers, en wel in dit geval als staatsburgers, die met de armenwetgeving in aanraking komen en daarom daarvoor kennis en ervaring opdoen.

Als staatsburgers, die ter wille van de Kerk, en van hun kerkelijk ambt, en van de 3rmen, die aan hunne zorgen zijn toevertrouwd, belang hebben bij eene goede wettelijke regeling.

Een handelsman, een industrieel zal allicht in de partij meespreken als de kwestie van vrijhandel of bescherming ter sprake komt. Een werkman zal niet zwijgen, als over de arbeidersbelangen wordt gehandeld Zoo spreke de diaken dan over de armenwetgeving in de kiesvereeniging, waartoe hij behoort. Opdat de Christelijke partijen, (en het zal niet vreemd zijn, indien wij daarbij het eerst en het meest aan de antirevolutionaire partij denken) eindelijk ook eens eene besliste meening openbaren, niet alleen over wat er niet, maar ook over wat er wél in eene nieuwe Armenwet moet komen te staan.

Anders ontbreekt straks in de Tweede Kamer de noodige eenheid, wanneer er een wetsontwerp mocht in behandeling komen.

In zooverre hebbe de diaken ook een open oog voor de politiek.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 oktober 1909

De Heraut | 4 Pagina's