GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DR. A. KuYPEn, TAFEREELEN UIT DE HEILIGE SCHRIFT in beeld gebracht door beroemde hedendaagsche schilders van alle landen. Amsterdam — Uitgevers-Maatschappij „Elsevier" — 1910.

Van dit plaatwerk met toelichtende bijschriften van DR. A. KUYPER, zond de Uit£e'ers-Maatschappij „Elsevier" ons een Prospectus en proeve.

Gaarne vestig ik er hier de aandacht op, al kan uiteraard een beoordeeling eerst volgen wanneer het in zijn geheel voor ons ligt.

Naar uit den Prospectus blijkt, zal dit werk 72 platen bevatten, die reproducties fn „Mezzogravure" zullen geven van even zooveel tafereelen uit de Heilige Schrift, „looals beroemde schilders van onzen tijd die hebben gezien in hun verbeelding en toen op doek gebracht."

Van deze sobilders uit onzen tijd worden o.a. met name genoemd ALMA TADEMA, WALTER CRANE, ISRAELS, PUVIS DE CHAVANNIS, FRITS VAN UDHEN, ARTHUR KAMPF, VILLEGAS,

De bijschriften van DR. KUYPER zullen dan, door zijn woord, elk tafereel, zooals de Prospectus zegt, doen leven. Tekst en gravures in groot formaat zullen straks een prachtalbum vormen.

Maar, zooals de uitgevers zeggen, de mezzo gravures zullen ook als wandversiering kunnen dienst doen.

„Wanneer men een of meer lijsten doet vervaardigen, waarvan het achterpaneel of achterbord door „wervelijts" wordt vastgehouden, zoodat 't uitert gemakkelijk uit ds lijst gelicht en weer erin gezet kan werden, dan kan men beuiteÜDgs alle platen aan den wand hangen; zonder de collectie als geheel in 't minst te schenden."

Eindelijk zij nog uit dea Prospectus vermeld, dat het werk zal verschijnen ia 34 maandelijksche afleveringen, elk bevattend 3 phoiogravurea (formaat 38 X 51 c.M, ),

Ds. KUYPER schreef voor dit werk een Iis LËIDING, die ons mede is toegezonden.

Deze Inleiding is een lezenswaardig stuk, ook op het gebied van kunst-theorie. Voor alles is daarin onze oud-hoogleeraar in de esthetiek aan het woord.

ik wil hier uit deze IHLEIDING iêta medsdeeleo, ook omdat daardoor de bedoeling van het werk zelf kan worden verduidelijkt.

De geachte schrijver begint met te wijzen op wat ik zou willen noemen de wisselwerking tnsschen de Kunst en het Heilige. „Het Heilige kan desnoods de Kunst ontberen, de Kunst het Heilige niet."

Verder wordt er door DR. KUYPER op ge wezen, dat waar ^jhet Heilige en de Kunst bun eenheid vinden in de behoefte aan inspiratie uit. wat boven het gewone leven uitgaat, de Kunst, wijl zij in het Heilige ook eeneigen stof moet vinden, lich wierp op het Heilige Boek, op ds Schrift". „Hier, in de Schrift, vindt de Kunst heel een historie, die, tot op der dingen oorsprong teruggaande, de eeuwen door liep, Zs vicdt er de diepste tegenstelling tnsschen üod en den verzoeker, tusschen wat rein en onrein is, om bij de donkere schaduw van het satanische, den glans van het Heilige in te hooger luister te doen uitschitteren. Ideaal en reahteit in rusteloose worsteling. Het doen der meuEchen omlaag en het bestel Gods uit den Hooge. Vergezichten tot in den bajert terug, en vooruit tot in het Jerusalem dat van den hemel nederdaalt".

„Omgekeerd", zegt de Schrijver dan verder, „hei: ft dit Heilige Boek de Kunst noodig om zijn schatten te laten zien. De kunst doet zien, wat de Schrift zelfs slechts doet Zworen",

In een keurig kucst-bistorisch overzicht wijst DR. KUYPEK dan aan hoe Kunst, met name de Christelijke Schilderkunst, aan dit aanschouwelijk maken van het Heilige is tegemoet gekomen.

In de protestantsche wereld is door „die lange reeks van Bijbeluitgaven met platen, die vooral in Engeland en niet minder in ons land gretige koopsrs vonden, en, die zelfs nog in de vorige eeuw GUSTAVE DORÉ met zijn eenig schoone collectie Schiiftuurplaten verrijkte" — daarin getracht te voorzien.

Naar aanleiding van deze „Bijbeluitgaven met platen" volgt dan een kort, maar zaakrijk overzicht van de verschillende methoden van

„Bijbelverluchting."

KUYPER leert ons daarin te onderscheiden: ie. Wat hij ïioe.ïa'i, itn geacclimatiseerde meWioA^ van Bijbelverluchting, die de Oostersche tafereelen in een Westersch milieu verplaatst, ae. Da idealiseerende methode, die de tafereelen idealiseert, de hoofdgestalten verheft boven het niveau van ons gewoon menschelijk leven, „Het is de hemelsche binnenzijde van de heilige , Uisloiie, die zij u naar buiten toont." 3e. De methode der phaniasie-kunst, die het Oostersche w«l anders wil uitbeelden dan het onse, maar dat Oostersche zelf niet genoegzaam kent. 4e. De archeologische methode, die haar vormen niet langer phantaseerde, maar door exacte studie van de Oostersche wereld trachtte te vinden. 5 e. De realistische methode, die de dingen zoo wil doen zien, dat het gebeuren ervan niet meer vreemd aandoet; die niet enkel oudheidkundig stipt, maar ook zakelijk wil wezen.

Naar het oordeel van DR, KUYPER staat dan de idealiseerende methode het hoogst, al kent bij ook betrekkelijke waarde toe aan de realis tische, en in het plaatwerk zullen dan ook reproducties uit beide richtingen worden opgenomen.

Na een kort bericht over de drie gr< 5ote Bijbelverluchticgen bij'ons, die van ROMEYNDE HoOGE, van JAN LUYKEN en PIETER DE HONDT, volgt dan in deze Inleiding ten slotte een korte mededeeling over de platen die in het werk zullen worden opgenomen.

Voorop zullen gaan een zestal platen naar schilderijen van JOSÉ VILLEGAS, Ze toonen ons de tegenstelling tusschen Israël en de volkeren. Dan komt een tweede groep, illustreerend wat Israël van zijn hooge roeping deed vallen. De groep die daarna komt, geeft Israël onder David. En zoo gaat hst terug op de Richteren; op de vorming van den volksstaat onder Mozes, en op de R^triarchen, om ten slotte uit te komen bij de T'oledooth, dat is, bij den oorsprong der dingen en den oorsprong der alle historie dooi gaande tegenstelling tusschen het paradijs en den val door de zonde. Het ophtfTen van die breake roept om den Verlosser. Hij verschijnt, de Christus Consolator die èa zonde è a ellende terugdringt. En aldus spoedt bet n«ar het einde."

Bij wijze van proeve zond de uitgever ons een gravure naar de Kain en Abel van Walter Crane.

Ik hoop bij verdere toezending der vetsche nen stukken, de aandacht op dit werk te blij ven vestigen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1910

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 maart 1910

De Heraut | 4 Pagina's