GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET GOEDE DEEL.

XIX,

VER VAN HUIS,

Dat Koning Frederik in elk geval niet onge* voelig was voor het natuurschoon, dat de omstreken van Rhenen toen reeds boden, bewijst wel de herinnering, die daar nog van hem is overgebleven, in de zoogenaamde „Koningstafel".

Aan den rand van den Grebbeberg namelijk, dicht bij de Greb, vindt men een hoogte, waarop een groot steenblok, de tafel, ligt. Er is een bank bij. Wie daarop zit heeft een prachtig uitzicht, en men kan bij goed weer heel de Betuwa overzien. De Koning ging dikwijls naar die mooie plek, en zat er lang te staren. Hier kon hij den Rijn zien die ook door zijn Staten stroomde, en zich inbeelden, dat hij van de Paltsische bergen nederblikte op de vlakte in de laagte. Hij heeft er echter niet lang genot van gehad.

Getrouw aan den wensch zijns vaders, en aan zijn eigen gevoel van plicht, was Otto zijn meester gevolgd op de lange, in dat jaargetijde ver van aangename reis. Hij had op het Hof huisvesting gekregen, en had het vooreerst niet druk, wat voor heel de hothouding gold, die trouwens nu vrij wat kleiner was dan te Praag.

Wat er volgen, wat het einde van alles wezen zou, dat wist Otto niet, en velen ging het er even zoo.

Men had gedaan wat de nood gebood, was gevlucht voor de overmacht, moest kleiner kwaad lijden om grooter te mijden. Maar er moest, dat voelde elk, meer volgen.

De ballingen hadden voorzeker alle reden, ook koning Frederik, al was hij nu juist niet zwaartillend, om de toekomst ver van helder te vinden of liever even donker als de winterdagen, waarop zij in hun tijdelijk verblijf gekomen waren. Wel hoopte men veel van de DoitBche v(»tten, maar in elk geval zou tijd

verloopes eer die hnlp konden bieden, waaibi] den nog de vtug was, of zij tegen de verlenigde legers van Beieren en Oostenrijk xouden bestand tip. IConing Jakobns van Engeland die zich, gelijk we zagen, al gold het xijn dochter, toch liefst bniten alles hield, was wel geneigd bet koninklijk paar bij zich te ontvangen, maar niet om voor hun belangen op te treden. Wat prins Maurits betreft, deze sion weldra de handen vol hebben, om, als de oorlog straks weer begon, de Spanjaarden buiten het land te honden. Kottom, voorloopig bleef niet over dan af te wachten en te doen wat de hand te doen vond.

Zoodra Otto er gelegenheid toe had, zette hij er zich toe drie brieven te schrijven. De eerste was gericht aan oom Koenraad te Neurenburg, de tweede aan den predikant Becker, de derde aan zijn nieuwen vriend te Praag. In eiken brief deelde hij mee aan wien hij nog meer had geschreven, dan aan den ontvanger zeü, en verzocht vooral zoo medelijk om eenig bericht omtrent zijn ouders.

Op den derden brief is nooit antwoord gekomen. Waarschijnlijk heefl die nooit zijn bestemming bereikt, wat in die woelige dagen geen wonder was. En de tijd was nog ver, da men onbestelbare brieven bijna zeker weer kon terug krijgen. Op de andere brieven kwam eerst na zeer langen tijd antwoord, op den eersten het spoedigst, d.w. z. in de lente van 't volgend jaar.

Heer Koenraad dan betichtte aan zijn neef, dat diens moeder zich nog altijd te Neurenberg bevond. Naar baar kasteel terug te keeren zou trouwens zoo goed als onmogelijk geweest zijn, want de oorlog zou blijkbaar ook tot de Palts doordringen, en elk oogenblik kon het slot Rothenfels dooi de vijanden worden bezet.

Wat uw vader betreft, zoo ging de briefschrijver voort, het is mij met veel moeite ge lukt, iets zekers omtrent hem te weten te komen. In den ongelukkigen slag van den Witten Berg werd hij licht gewond en verloor bijna al wat hij bij zich had. Met vele anderen moest hij ten slotte vluchten, en er bleef hem geen uitweg over dan naar het Noorden, wilde bij niet door den vijand gevangen gemaakt. Van zijn strijdmakkers vernam hij niets, en daar ook zijn beide bedienden niet meer te vinden waren, moest hij alleen den tocht doen. Gelukkig vond bij een onderkomen bij boerenlieden, geloofsgecooten, die hem gaarne opnamen en liefderijk verzorgden, ook al kon hij er weinig voor vergoeden.

Na een paar weken was hij van zijn wonden hersteld, en gevoelde zich sterk genoeg om verder te gaan. Doch nu kwam er een beletsel waarop hij niet gerekend had. De winter is in deze streken dit jaar al vroeg begonnen. Na wilde uw vader naar Saksen gaan, waar hij in elk geval veilig zou zijn en dan van daaruit verder zien wat hij voor zijn vorst doen kon. Maar ge weet, tusschen Bohemen en Saksen liggen hooge en ruwe gebergten waar het des winters ontzaggelijk koud kan zijn en de wegen bijna onbegaanbaar wegens de sneeuw. Uw vader wilde echter toch de reis ondernemen, maar moest er ten slotte van afsien, wijl hij geen paard had. Zijn eigen had hij in den slag bij Praag verloren, en voor een ander werd meer geld gevraagd dan hij missen kon. Want gelijk meestal ia oorlogstijd had men eer paarden te weinig dan te veel.

Hij besloot dus in vredesnaam den winter maar door te brengen bij de lieden, die hem huisvesting hadden verleend. Maar ongelukkig moest bij ook hiervan afiien. De keizerlijke macht was namelijk nu in geheel Bohème hersteld en het gerucht gaat dat er een streng strafgericht zal gehouden worden over alle plaatsen, waar men de partij van koning Frederïk had gekozen. Natuurlijk zouden dan ook zijn vrienden niet vrij loopen. Uw vader althsns achtte het geraden, zoo^a mogelijk het land te ruimen, en het bleek later dat hij daaraan zeer wijs gedaan heeft. Hij verschafte zich de kleeding van een boer, en heeft toen de dooi inviel den langen weg gedeeltelijk to voet en verder in een wagen afgelegd.

Dit is zeker dat hij ongedeerd over de grenzen is gekomen, en zich thans veilig in Saksen bevindt. Hij httti daar vrienden gevonden die hem gaarne willen herbergen, tot er een betere tijd aanbreekt. Dit echter kan mijns inziens nog lang duceo. Zelfs voorzie ik dat wy nog erger tijden te gemoet gaan. Uw moeder hoopt ook weldra naar Saksen te vertrekken en daar uw vader op te zoeken. Doch wij wachten eerst het bericht af waar hij zich bevindt. In zijn brief meldt hij, dat bij binnenkort van woonplaats denkt te veranderen. Hij vraagt mij ook dringend iets omtrent U te melden, wat ik uu gelukkig doen kan. Jammer genoeg is bet in deze dagen van beroering en oorlog dikwijls zeer moeilijk iemand ook maar met een brief te bereiken. Zendt vooral niets meer naar Rothenfels. Want het kon zeer licht in verkeerde handen komen, en dan zon het ons meer kwaad dan goed doen,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 7 juli 1912

De Heraut | 4 Pagina's