GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

INGEZONDEN STUKKEN.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

{Buiten verantwoordtlijkheia van de SedactieS

DE HEERE REGEERT.

In de Wachter van 26 Juli 1.1. schrijft de redacteur Ds. Bos een hoofdartikel: „de Heere regeert." In betrekking tot de benoeming van Dr. Aalders en Dr. de Moor tot hoogleeraren aan de Theol. School. Zij is voor hem een teleurstelling, deze benoeming. Niet om 't wetenschappelijk karakter dezer mannen. Maar wijl zij eigenlijk leerlingen zijn van de V. U. De redacteur had verwacht dat echte „Schoolmannen" zouden benoemd worden. - In zoover, zegt bij, is het voor ons een teleurstelling. Doch, hoort dan wat hij verder zegt: „Wij gelooven en belijden, dat de Heere regeert." Hoewel voor hem dus een teleurstelling, betuigt hij in de regeering des Heeren te berusten, wat deze benoeming betreft. Hij vraagt dan: „Zullen de nieuwbenoemden wel weikelijk voor den bloei der school zorgen? Hebben zij wel een hart voor de school en zijn zij van harte het beginsel der kerkelijke opleiding toegedaan? " Hoe zij ««daarover denken, weet de redacteur niet. Als zij de benoeming aannemen, dan beteekent dit, zegt hij, dat zij geen bezwaar hebben om zulk een inrichting te dienen. En eenmaal op die lijn, zouden zij met die idéé (met dit beginsel) langzamerhand wel verzoend en wellicht straks vurige voorstanders worden.

Met deze benoemden kon wel eens het tegenovergestelde geschieden van wat vroeger gebeurd is. Éa na komt wat vroeger geschied is: „Hebben wij niet ondervonden dat sij, voor wie wij eerst God ootmoedig dankten Hoogleeraren geworden lu zijn aan onze kerkelijke Hoogeschool, later die School den rug toekeerden? " Keonelijk doelt dit weer op het heengaan van de Prof, Bavinck en Biesterveld. Is het nu niet meer dan tijd geworden, om op te houden met deaelfde aanhoudende toespelingen? Bijna in elk hoofdartikel een of andere linspeling, gedurig weer, op dit heengaan. Zoo ook in 't blad van 26 Juli. Telkens spreekt d*aruit iets van nauw verholen bitterheid, uit dit telkens weer ophalen van en wroeten in oude wonden, uit dit — jwen aanéén — iemand hetzelfde verwijten. Stel toch, al hadden die Ptof. fout begaan, gaat 't dan aan om telkens en telkens weer in bijna elk hoofdartikel daarop teïug te komen en te doen gevoelen als een verwijt: „dat hebbea sij ons gedaan!? " Stuit dit niet te meer tegen de borst, waar ééa dier Prof. reeds gestorven is? Is dat Christelijk handelen? Neen, op zulke wijze iemand jaren aaneen als op de publieke pijnbank leggen, ons hart moet er tegen opkomen, het past geen Christen, het is in strijd met wat I Cor. 13 «egt: „de liefde wordt niet verbitterd!" Liat de redacteur toch wel gevoelen, dat hij door zóo te doen de broederlijke liefde moedwillig krenkt en den vijanden oorzaak geeft dat de naam des Heeren niet geprezen, maar gelasterd wordt en de wereld in bitteren spot gaat zeggen: „ziet hoe lief zij elkander hebben." — Bovendien, is wat de redacteur doet, niet in lijnrechten strijd met wat hij zelf zegt te gelooven: de Heere regeert? Welnu, als hij dit van het eene gelooft, dan moet hij 't ook van het andere gelooven. Als hij gelooft dat in de benoeming van Dr. Aalders en Dr de Moor — voor hem een teleurstelling — de Heere regeert, dan zal hij in het heengaan van de Prof. Bavinck en Biesterveld — voor hem ook een teleuistellicg — ook toch zeker gelooven: de Heere regeert. En als hij dan dit gelooft: „de Heere regeert" ook in het heengaan dier Prof. — en dat zal hij zeker wel — welnu, laat hij dan ophouden met lacger deze zaak, dit feit op zoo pijnlijke en verwijtende wijze telkens weer op te halen, die velen tegen de borst stuit. Dan zal de broederlijke liefde eer blijven dan met zóó te doen, als hij nu doet. Met dank raor de plaatsing,

Hoogachtend

Uw dw. Ds. A. THIELEN.

Vijfhuizetij (Haarlmeer.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's

INGEZONDEN STUKKEN.

Bekijk de hele uitgave van zondag 15 september 1912

De Heraut | 4 Pagina's