GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Verenigingsleven.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verenigingsleven.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

GESTICHT VOOR ONTOUDEHDE KINDERES.

Het is nu ruim 4 jaar geleden, dat de soste Centrale Conferentie der Gereformeerde Kerken in Nederland te Zwolle de vraag in behandeling nam, of het wenschelijk zijn zou, te geraken tot het oprichten van een gesticht voor kinderen, wier ouders uit de ouderlijke macht ontzet zijn, en tot dat doel een speciale commissie te benoemen.

De diaconie van Leiden had die vraag op de agenda gebracht en bepleitte in aansluiting daaraan warm de oprichting van zulk een gesticht, daar men te Leiden met de gezinsverpleging in finantieel opzicht zulke ongunstige resultaten had bereikt, dat geen meerdere voogdijkinderen door de diaconie aldaar zouden kunnen worden aanvaard; hetgeen mede niet zou kunnen geschieden om de steeds zich voordoende moeilijkheid in het vinden van geschikte gezinnen, tot opname van zulke kinderen bereid.

Intusscben was destijds de ervaring niet overal zóó ongunstig als te Leiden en had men tegen Leiden's opvatting nog al wat in te brengen. De zaak was echter aan de orde gesteld en had haar loop kunnen beginnen. Tot een beslissing kwam het in 1908 nog niet, maar de quaestie van het gesticht voor ontoudetde kinderen bleef aan de orde van den dag.

In zooverre was Leiden's diaconie op deze Centrale Conferentie voorspoediger dan op de het jaar te voren te Gouda gehouden Provinciale Conferentie van Zuid-Holland, dat te Gouda dezelfde quaestie ook wel besproken werd, maar met volkomen negatief rezultaat, daar de Conferentie het voorstel-Leiden om de boven reeds genoemde wenschelijkheid uit te spreken, met groote meerderheid verwierp.

Te Gouda was men vrij algemeen meer voor gezinsverpleging, die, naar men meende, ook ten deze zeer goed kon worden toegepast, zoodat er geen noodzaak was voor het bouwen van een gesticht, al had Leiden dan ook een klein aantal kinderen, die daar in de gezinnen niet geplaatst konden worden. Trouwens werd ook de gedachte geopperd, dat het bouwen vaneen gesticht, en nog wel zonder noodzaak, onzen naam als Gereformeerden geen eer zou aandoen, daar het openlijk zou verkondigen, dat ook in Gereformeerden kring zoodanig kwaad in de gezinnen is ingeslopen, dat eenerzijds ontoudering noodig en anderzijds gejinsvetpleging van ontoüderden niet te verkrijgen is.

Hoe het zij, Gouda stemde de zaak heelemaal af. Leiden werd de raad gegeven, met de gevoerde bespreking genoegen te nemen en de zaak verder te laten rusten; waarbij dan nog de gedachte werd uitgesproken, dat, als de diaconie van Leiden wèl verdere behandeling der zaak wenschte, zij haar beter bij de Centrale kon aanbrengen.

Gelijk wij zagen, deed Leiden het laatste, met het voor die diaconie gunstige gevolg, dat de Centrale te Zwolle de zaak niet van de baan schoof, maar haar aan de orde hield. In 1909 toch liet de Centrale te Gouda, waar Leiden's diaconie eerst schipbreuk had geleden voor de Provinciale — Ds. R. J. W. Rudolph een referaat houden over de verzorging van ontouderde kindeten.

Bedoeld referaat verdedigde de drieledige stelling: dat een goede gezinsverpleging in 't algemeen beter is dan de beste gestichtsi/erpleging; dat een goede gestichtsverpleging vooral voor ontouderde kinderen te verkiezen is boven middelmatige gezinsverpleging; dat, ook waar geschikte gezinsverpleging te verkrijgen is, daarnaast voor ontouderde kinderen steeds een zekere mate van gestichtsverpleging noodzakelijk . zal blijven.

In verband met die drieledige stelling bepleitte Ds, Rudolph de oprichting van een Centraal Gereformeerd gesticht voor ontouderde kinderen, en ter bevordering van dat doel de benoeming van een commissie om de zaak voortebereiden en zoo spoedig mogelijk bij de Conferentie te komen met voorstellen en plannen.

Tot de benoeming eener zoodanige commissie kwam het inderdaad; maar haar plannen en voorstellen lieten zich door allerlei tegenspoed langer wachten dan men aanvankelijk gedacht tiad. In 1910 konden op de Centrale Conferentie te Utrecht slechts zeer voorloopige mededeelingen worden gedaan, zoodat de commissie — op die conferentie in haar samenstelling zóó gewijzigd, dat ze kwam te bestaan uit Mevr. Btummelkamp-Esser, Ds. R. J. W. Rudolph en den HeerJ. Wilbrink—, met haar voorbereidenden arbeid moest doorgaan.

Zoo was het eerst in 1911 te Kampen, dat het althans in één opsicht tot een beslissing kon komen. Dat wil niet zeggen, dat men het te Kampen algemeen eens was over de zaak, want eer kwam integendeel eenige gedeeldheid van inzicht aan het licht De'conferentie zelf kon natuurlijk geen stichting scheppen, maar dj kon wel, zeer soberlijk de wenschelijkheid van de totstandkoming van zoodanig geslicht uitspreken. Maar ook dat wilde men nog niet algemeen. Opgemerkt werd o.a., dat de kinderen die de grootste moeilijkheid opleveren, meest uit de groote steden komen, waar men, blijkens de praktijk, vaak wel in voldoende mate gezinnen vindt, die tot opname bereid zijn.

Inmiddels werd na vrij langdurige discussie door de Conferentie z. h. s. deie conclusie goedgekeurd: „De Conferentie, vooropstellende dat gedasverpleging voor ontouderde kinderen, indien mogelijk, het meest wenschelijk is, spreekt nochtans de wenschelijkheid uit van de totstand koming van een Gereformeerd gesticht voor ontouderde kinderen; acht het niet ongeoorloofd, taarin z.g. regeeringskinderea op te nemen; spreekt den wensch uit, dat de bestaande commissie het initiatief neme tot het oprichten van een vereenigicg op Gereformeerden grondslag, welke de oprichting van een gesticht als boven bedoeld ter hand neme; voegt daarbij den wensch, dat de commissie overleg plege met t het moderamen der Conferentie en dat de diaconieën finantieel zoo krachtig en zoo spoedig mogelijk de eventueel op te richten veteeniging met bijdragen steunen".

Nadat in deze conclusie het standpunt der Conferentie klaar en duidelijk was uiteengezet, kon de commissie, wetende wat haar te doen stond, haar arbeid met kracht voortzetten. Zij had zich ten vorigen jare reeds geassumeerd den heer Knoltenbeh, burgemeester van Hengelo, en voegde zich nu alsnog toe Mevr. C. Gravin van Limburg Stitum en Douir. Mr. J. P, A. Gravin van Limburg Stirum. Men ging over tot stichting eener vereeniging, welke 15 Maart j.l. de Koninklijke goedkeuring op haar statuten verkreeg. 14 Maart werden benoemd tot predikant-directeur Ds. R.J.W.Rudolph en tot landbouw-directeur de heer J. Wilbrink.

De inrichting zal verrijzen op een terrein op de Veluwe, tusschea Barneveld en Amersfoort welk terrein door een der dames Van Limburg Stbum is aangekocht om het tegen matigen prijs aan de vereeniging te verhuren. Meo hoopt, dat in Nov. 3 paviljoens benevens de eerst noodige centrale inrichtingen zullen kunnen worden aanbesteed, zoodat op 1 Mei 1913 de opening van het gesticht met a paviljoens (i voor jongens en i voor meisjes) kan plaats vinden.

De bedoeling is, dat allereerst zullen worden opgenomen kinderen van 14—18 jaar, voor welke het regeeringssubsidie het hoogst is, maar voor zooveel noodig ea mogelijk zullen ook jongere kinderen geplaatst en oudere jongelieden behouden worden. Regeetingskinderen zullen event, ook worden opgenomen.

Zoo staat dan weldra het plan verwezenlijkt te worden, waarvoor Ds. Rudolph zoo ijverig gestredea heeft. Moge de stichting, die hem haar aanzijn zal danken, nuttig werk doen, maar moge het daarbij blijken, dat in Gereformeerde kringen de behoefte aan zulk een opvoedingsgesticht geringer is dan sommigen zich voorstelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's

Verenigingsleven.

Bekijk de hele uitgave van zondag 27 oktober 1912

De Heraut | 4 Pagina's