GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

JAARVERGADERING VAN DE Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag,

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

JAARVERGADERING VAN DE Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag,

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

gehouden te Dordrecht op 2 en 3 Juli.

Naar Dordrecht te gaan, als men zulk een verkiezingsstrijd achter den rug heeft als nu, is een verademing, 't Is 'trouwens altijd een feest, de jaarvergaderingen van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gerefoimeerden grondslag bij te wonen; 't is dubbel feest wanneer een stembusGverwinning is behaald; we hebben dat ódk meer dan eens beleefd; doch na een nederlaag is 't een ware verkwikking weer eens saam te zijn met de broeders en znsters uit heel het land, die allen min of meet actief aan den veldtocht hebben deelgenomen, en geslagen zijn maar niet verslagen.

Dat bleek al dadelijk in het oude Dordrecht, de mooie stad, zoo schilderachtig gelegen aan de Merwede; de stad zoo rijk aan historische herinneringen vooral voor ons Calvinistisch volk. Ze waren er van alle kanten heengekomen; uit den aard maar enkelen uit de noordelijkste provinciën; die uit het zuiden en midden des lands waren vanzelf beter vertegenwoordigd; maar toch het was een gezelschap uit nagenoeg heel Nederland, van Friesland af tot Zeeland toe.

En die allen, ze kwamen om weer den strijd voort te zetten. Blijmoedig en opgewekt. Nu niet de worsteling op politiek gebied, doch die op het terrein der wetenschappen.

Daar ook is de worsteling fel, maar daar ook geven we geen kamp. We kunnen het niet en we mogen het niet; ook op dit gebied strijden we niet voor eigen eere en grootheid, maar voor de eere onzes Gods.

Het was om de gedachten tot Hem te leiden, die hemel en aarde gemaakt heeft, dat de schare zich Woensdagavond spoedde naar de fraaie Wilhelminakerk, waar de

URE DES GEBEDS

gehouden werd. De leiding van deze gebedsure was door heeren Directeuren opgedragen aan Dr. G. Chr. Aalders, Dienaar des Woords bij de Gereformeerde Kerk te Ermelo.

Spreker bepaalde, na gebed en Psalmgezang, zijn gehoor bij de woorden uit Openb. 3 : 8b: want gij hebt kleine kracht, en gij hebt mijn woord bewaard, en hebt mijnen naam niet verloochend.”

Deze woorden lezen we in den brief aan Philadelphia, een der zeven Klein-Aziatische gemeenten tot wie de verheerlijkte Heiland door de pen ven den grijzen ziener van Patmos zich richt.

Zonder twijfel gaan deze brieven uit van historische toestanden, maar zij hebben niet minder zeker ook een wijdere strekking. De Koning der Kerke richt zich daarin tot zijne gemeente van alle eeuw, om haar door het voorbeeld van de voortreffelijkheden zoowel als van de gebreken der Klein-Aziatische kerken voor te houden het ideaal dat zij na te streven, het gevaar dat zij te ontwijken heeft.

Wat dus de Heiland tot de gemeente van Philadelphia zegt, heeft beteekenis voor de belijders van den Christus ook nog in onzen tegenwoordigen tijd.

En zóó zien wij daarin een woord dat ons leiding kan geven bij de opheffing onzer smeeking tol God voor onze Vrije Universiteit, onze Gereformeerde Hoogeschool, die belijdenis wenscht te doen van den Christus op het erf der wetenschap.

Als belijdende Hoogeschool komt onzeV. U. met de gemeente van Pailadelphia hierin overeen, dat zij is klein van kracht;

streeft zij er naar deze gemeente van Philadelphia te evenaren als kloek in belijden; en mag ze dan ook evenals deze verzekerd zijn dat ze zal worden gekroond met 's Heeren gunst.

Onze Vrije Universiteit is klein van kracht.

Dit uit te spreken is geen ondankbaarheid voor het vele goede dat we in haar ontvingen; het is niet anders dan de erkenning van de nuchtere werkelijkheid.

Want, al bleek onze V. U. reeds levensvatbaarheid te hebben, al verwierf ze zich reeds een goeden naam, en al bracht ze resds msnigen zegen, tot zelfs buiten de grenzen van ons vaderland, ze is toch klein van kracht tegenover de niet-belijdende wetenschappelijke wereld; en dat, terwijl op baar als de eenige. Gereformeerd-belijdende Universiteit zulk een reuzeataak rust, om het gebouw der geloovige wetenschap te doen verrijzen. Nog is het getal barer faculteiten niet volledig, en deze zijn verre van voldoende bezet.

Dit moet ons niet ontmoedigen, maar juist uitdrijven tot gebed.

Niet ontmoedigen, want dat onze V. U. klein van kracht is, is eigenlijk voor haar als Christelijke Hoogeschool de normale toestand.

„Want gij ziet uwe roeping, broeders! — ioo teekent de Schrift de positie der belijders in deze wereld — dat gij niet vele wijzen zijt naar het vieesch, niet vele machtigen, niet vele edelen." (i Cor. i:26). Oagewoon is het, wanneer de belijders van den Christus op eenig terrein de sterkeren blijken te zijn. Klein van kracht te wezen, dat is voor hen de gewone regel.

En de zegen van onze Hoogeschool hangt ook niet aan bare kracht. „Een koning wordt niet behouden door een groot heir; een held wordt niet gered door groote kracht; het paard feilt ter overwinning en bevrijdt niet door zijne groote sterkte" (Ps. 33:16, 17). Al zou onze V. U. beschikken over een uitgebreid keurcorps van de grootste geleerden en over een overvloed der voortreffelijkste hulpbronnen, ze zou daardoor niets meer kunnen uitwerken dan nu, indien de Heere het niet wrocht.

Daarom moet ons oog voor onze V. U. geslagen zijn op den Heere. Indien dat het geval niet ware, zou ons pogen met onze V, U. een dwaasheid wezen. De kracht van onze V. U. schuilt in het gebed van ons Christenvolk. Zelfs ligt er dan een voordeel in hare kleine kracht, omdat het bewustzijn daarvan tot ernstiger en teederder bidden noopt.

Onze Vrije Universiteit is een belijdende Universiteit. Zij belijdt den naam des Heeren in haren wetenschappelijken arbeid. Eisch is derhalve, dat ze kloek in haar belijden zij.

Zoo onze V. U. in hare belijdenis verslapt, werpt ze hare eere weg en verbeurt ze haar recht van bestaan. Ze staat of valt met hare belijdenis. Daaiom moet ook van haar als van Philadelphia gezegd kunnen worden: „Gij hebt mijn woord bewaard, en hebt mijnen naam niet verloochend“.

Vele en groot zijn de gevaren die de belijdenis van '3 Heilands naam bedreigen. Maar vooral op wetenschappelijk gebied. Door den ingespannen intellectueelen arbeid zou het contact met het leven verbroken en de warmte van hart gedoofd kunnen worden. De argumenten der tegenstanders kunnen het geloof bedreigen van den Christen-geleerde. Het voortdurend smalen op de onwetenschappelijkheid der geloovige onderzoekers kan een verzoeking opleveren om door een te ver gedreven pogen om dit oordeel te wijzigen, af te wijken van den rechten weg.

Waarlijk, er is alle reden voor ons Christentenvolk om in dezen onze mannen der Y. U. in het gebed te dragen, en van God voor hen te begeeren, om Zijn woord te bewaren en zijn naam kloek en standvastig te belijden.

Dit vraagt dan de allereerste plaats in ons gebed. Zeker moeten wij ook om vele andere dingen bidden, om vermeerdering der faculteiten, uitbreiding van 't getal leerstoelen, om het noodige geld en de noodige mannen; maar meer dan dit alles moeten we van God begeeren dat onze hoogleeraren en studenten mogen zijn en blijven mannen van onberispelijk zuiver Gereformeerd belijden en van heilige overtuiging en teedete godsvrucht, waardoor die Gereformeerde belijdenis voor hen een levende belijdenis blijft. Want wij hebben ten slotte meer aan een onvolledige Universiteit met schaarsch bezette leerstoelen in een primitieve localiteit, waar de onkreukbare trouw aan de belijdenis van den Heiland gevonden wordt, dan aan de schitterendste Akademie, waar de belijdenis der waarheid zou worden ontwricht, of waar bij formeele handhaving der belijdenis de waarachtige vreeze Gods zou worden gemist.

Doch behoeft daarop nu wel zoo bijzonder aangedrongen, nu onze V. U. zoo kloek en kernxchtig in haar belijden bleef? Ja, want zal dit bij den voortduur zoo wezen, dan moet het van den Heere worden afgebeden; nu juist, waar onze V. U. zuiver is; want als wij wachten tot ze afwijkt, is het te laat. Ach, had voorheen ons Christenvolk onze Landsuniversiteiten meer in den gebede gedragen, wie weet of niet veel kwaads ware verhoed! Laat ons, geleerd door de historie, niet wachten tot het verderf insloop, maar nu reeds gestadig onze V. U. opdragen voor den troon der genade, opdat zij kloek en trouw moge zijn en blijven in haar belijden van Christus' naam op het erf der wetenschap.

En wanneer onze Vrije Universiteit trouw blijft in ha& r belijden, dan wordt ze ook gekroond met '3 heeren gunst.

Dit wil niet zeggen, dat ze dan in overvloed van geldmiddelen en hulpbronnen, in een wassend getal %'an studenten en een keur kundige hoogleeraren zich zal kunnen beroemen, dat ze triomf op triomf zal inoogsten, de geesten aan het woord des Heeren zal onderwerpen, in het volksleven gestadig aan invloed zal winnen en aan de belijders van den Christus op elk terrein den zegen zal verzekeren — o neen! De aarde is het eifdeel der vromen, maar ze ontvangen het hier nog niet.

Als wij dat eenigszins mochten hebben uit 't oog verloren, dan heeft God het ons door de droeve gebeurtenissen der laatste waken wederom zoo nadrukkelijk in herinnering gebracht. We zijn en blij ven hier op aarde f iryff/^rf, overwinnaars worden we eerst in de toekomende eeuw.

Indien ónze V. U. getrouw blijft in het belijden, dan mag ze zich verzekerd houden van 's Heeren gunst, om het even of haar het pad geëffend wordt, dan wel de tegenheden zich opeenstapelen. Dit laatste is zelfs eer te verwachten dan het eerste. „Zoo iemand achter mij wil komen, heeft de Heiland gezegd, die verloochetie zichzelven en neme zijn kruis op en volge mij." (Mattb. 16 : 24). Wanneer we den wind mee hebben is het iets ongewoons; dat we den wind tegen hebben, is regel.

Daarvan weet ook onze V. U. Maar zij heeft daarom niet versaagd, en dat moet ze ook niet doen. Als zij maar vasthoudt aan 's Heeren wooid, dan weet ze dat zij 's Heeren werk doet, dat haar arbeid Hem welgevallig is. En daar is het toch in de eerste pkats om te doen. Dat is de gunste Gods, die we mogen begeeren en verwachten. Dsaraan hebben we volkomen genoeg. Ea — de uitkomst laten we in's Heeren hand. Zullen we hier reeds wiuste mogen boeken, we zullen ons verblijden, en we zullen allen voor den bloei en groei onzer Hoogeschool het uiterste onzer krachten inspannen; maar zal het getij OBS tegen zijn, we zullen niet ontmoedigd worden, zoo we ons maar bewust zijn dat we des Heeren woord hebben bewaard ea trouw hebben gearbeid.

En wij weten dat in 't eind toch zekerlijk de triomf aan onze zijde zal zijn. Hoe reusachtig de taak onzer V. U moge weïen, hoe klein daarentegen hare krachten, ook hier geldt het dat David in zijn geringheid den snoevenden Goliath zal verslaan. Eens breekt de dag aan, dat God zal zijn alles in allen, ook in het wetenschappelijk denken; dat alle vijanden door den Zoon Hem zuilen onderworpen zijn, ook de rebelsche menschelijke rede.

Daarom gaat ons gabed voor onze Vrije Universiteit met vertrouwen op tot God. Want de taak die haar is gesteld, zal worden volbracht. Da kamp dien ze heeft te strijden zal D worden gewonnen. Gods koninkrijk zal komen, m ook op het erf der wetenschap. En als is het dan, dat de krachten onzer V. U. gering zijn, zoo ze getrouw des Heeren woord bewaart, zal haar arbeid niet vergeefsch wezen, maar door Gods genade zal ze zich dan de, onvergankelijke eere veroveren, tot die komst van Gods Koninkrijk ook het hare te hebben bijgedragen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 juli 1913

De Heraut | 4 Pagina's

JAARVERGADERING VAN DE Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag,

Bekijk de hele uitgave van zondag 6 juli 1913

De Heraut | 4 Pagina's