Naar men ons mededeelt

Amsterdam, 20 Maart 1914.

Naar men ons mededeelt, heeft de Theologische faculteit van de Theological School and Calvin College te Grand Rapids in Npord-Amerika, met het oog op het feit, dat enkele predikanten en studenten harer Kerk zich naar de Vrije Universiteit te Amsterdam hadden begeven om aldaar hun theologische studies voort te zetten en hun doctoralen graad te verwerven, zich bij officieel schrijven tot Directeuren van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden grondslag gewend met het verzoek, aan deze predikanten en studenten vrijstelling te verleenen van het candidaatsexamen, voorzoover dit examen reeds door hen aan genoemde School was afgelegd. Daarbij werd tegelijk aan Directeuren toegezonden het jaarboek der School van 1912—1913, waaruit blijken kan in welke vakken onderwijs wordt gegeven en aan welke eischen men voor de examens heeft te voldoen.

Naar het ons voorkomt, is dit de juiste weg om dit vraagstuk bij de Vrije Universiteit aanhangig te maken. Gelijk men weet, staat het Reglement van de Vrije Universiteit, zooals dit thans luidt, wel vrijstelling van het propaedeutisch, maar niet van het candidaatsexamen toe. Het was daarom geen onvriendelijkheid, dat de Vrije Universiteit tot dusverre van de studenten, die hetzij aan de Theologische School te Kampen, hetzij aan de Theologische Scholen in Zuid-Afrika of Noord-Amerika studeeren, een opnieuw afleggen van het candidaatsexamen eisc]ite. Het Reglement verplichtte haar daartoe, en het feit, dat deze maatregel werd toegepast op alle theologische studenten, onverschillig van welke school ze kwamen, toonde wel, dat "hierbij van eenige mindere waardeering van één dezer scholen geen sprake was.

Toch begrijpen we zeer goed, dat deze bepaling voor de studenten van deze Scholen geen geringe moeilijkheden oplevert, en dat daarom reeds meermalen de wensch is uitgesproken, dat de Vrije Universiteit hierin wijziging aanbrengen zou. Onmogelijk is dit zeker ook niet, want het desbetreffende artikel kan door Directeuren, na den Senaat gehoord te hebben en na goedkeuring van Curatoren, worden gewijzigd. Maar het was evenzeer duidelijk, dat zulk een voorstel tot wijziging eerst dan in ernstige overweging kon worden genomen, wanneer daartoe het verzoek uitging van de Kerken of Scholen, die daarbij belang hadden. De Theologische faculteit van Grand Rapids heeft dit begrepen en iich daarom met een dergelijk voorstel tot Directeuren gewend. Zoo komt de zaak thans op officieele wijze aan de orde en zal de Vrije, Universiteit zich hebben uit te spreken over de vraag, of ze een dergelijke vrijstelling al dan niet verleenen kan en wil.

Op deze door de Universiteit te nemen beslissing loopen we natuurlijk niet vooruit. Er komen tal van belangrijke vraagstukken hierbij aan de orde, die een ernstige overweging van dit voorstel noodig maken. Wanneer we thans reeds op deze aanvrage van de Theologische Faculteit van Grand Rapids wezen, dan was ons doel alleen om te doen zien, dat men in Amerika practisch is, en spijkers met - koppen weet te slaan. Men slaakt geen jammerklachten in de Pers, beschuldigt de Vrije Universiteit niet van allerlei booze dingen, maar gaat ridderlijk en rond naar Directeuren zelf toe en vraagt hun het struikelblok dat hindert, uit den weg te ruimen.

Zouden onze Kerken, wanneer ze voor de studenten van haar Theologische School hetzelfde voorrecht begeeren, niet dit goede voorbeeld kunnen volgen, en op de a.s. Synode het voorstel kunnen doen om met een dergelijk verzoek tot Directeuren te komen ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen