Nog altoos houdt het schriklijk pleit

Amsterdam, 31 December 1915.

Nog altoos houdt het schriklijk pleit, niet gelijk Tollens-zong, van dwang en vrijheid, maar om, de wereldheerschappij op de slagvelden van Europa. aan, en gaan we weder uit het Oude in het Nieuwe jaar over, zonder dat de Kerstklokken het oude Engelenlied van , , vrede op aarde" ons hebben geboodschapt.

Hoe dankbaar we ook zijn mogen, dat ook dit jaar ons vaderland opnieuw gespaard bleef voor de ramp van in dezen wereldoorlog betrokken te worden, toch bloedt het hart, wanneer we zien, hoe de Moloch van dezen oorlog steeds meer slachtoffers vergt, terwijl nog niemand voorspellen kan, wanneer aan dit menschenmoorden een einde komen zal. Hier en daar moge een enkele stem zijn opgegaan, die om staking van dit noodeloos geldverspillen en dit onverantwoordelijk bloedvergieten roepen kwam, maar die stem bleef dusver een stem des roependen in de woestijn en vond geen weerklank noch bij de machthebbers, die dezen oorlog ontketend hebben, noch bij de volkeren, die door dezen oorlogswaanzin bevangen zijn. Nog altoos staat de oorlogspoort wijd open en is geen vredesengel in zicht, die haar sluiten zal. Eer schijnt het, alsof de eens ontstoken brand steeds feller om zich heen grijpen gaat en, na Europa in vuur en vlam gezet te hebben, ook Azië en Afrika overheeren gaat. En.'wie vol bange zorg met Israels profeet vraagt: Wachter, wat is er van den nacht ? ontvangt geen ander antwoord, dan dat zelfs 't eerste morgengloren van een beteren dag nog niet te bespeuren valt en het nog nacht is, stikdonkere nacht om ons heen.

Alleen, waar die droeve klacht bij den ingang van het Nieuwe Jaar als vanzelf ons op de lippen komt, en we verstaan, dat dit aangrijpende woord van den profeet zelfs op het pas gehouden socialisten-congres te Amsterdam door den voorzitter tot thema gekozen werd, toch heeft Gods kind een andere hoop voor de toekomst, dan daar geprofeteerd werd, dat uit dezen volkerenkrijg het socialisme met verjongde kracht te voorschijn zal komen en den eeuwigen vrede aan de volkeren brengen zal. Indien op de harde klip der werkelijkheid ooit schoone droom ' in stukken sloeg, dan was het wél de waan, dat het socialisme de vredestichter in Europa worden kan. Gods kind, dat met den Psalmdichter iets verstaat van 't „wafchten van de wa? : hters op den morgen", voegt er in stil geloofsvertrouwen aan toe: J/z^W ziele wacht op den Heere en ik hoop op Zijn Woord.

Geen utopie van een wereldvrede, die nooit komen zal, zoolang zondige hartstocht mensch tegen mensch en volk tegen volk in bitteren haat ontsteken doet, maar het 'Woord van onzen God alleen en het geloof in Zijn trouw kan ons moed geven om de toekomst met vertrouwen tegen te gaan. schijnt het, alsof het trotsche gebouw, dat menschelijke cultuur en humaniteit gesticht had, waggelt en ineenstort, nu de fundamenten der aarde bewogen worden ; wel is na den schoonen droom van een altoos heerlijker en rijker zich ontplooien van menschelijke kunst, van menschelijke wetenschap en menschelijken zielenadel de bitterste ontgoocheling gevolgd; wel schijnt het alsof de menschheid is teruggekeerd op haar langen ontwikkelinggang tot de dagen vóór den zondvloed, toen »heel de aarde met wrevel vervuld was en alle vleesch zijn weg op aarde verdorven had"; maar wat ons ook ontzonk en wegviel, hierin ligt onze sterkte, dat we weten, dat God de Heere het regiment in handen houdt, ; dat Hij alle ding zal doen uitloopen op de verheerlijking van zijn naam, en dat "zijn Woord profeteert van een nieuwen hemel en een nieuwe aarde, waarop gerechtigheid wonen zal.

God regeert en Hij alleen kan de oorlogen doen ophouden tot aan het einde der aarde, den boog verbreken en de spies aan stukken slaan, en den vrede doen wederkeeren onder de volkeren. Ga er daarom ook in dit jaar veel gebed op tot Hem, den alleen Machtige, dat Hij het doe, opdat aan dezen schrikkelijken oorlog een einde kome.

God regeert en Hij alleen kan voor ons land en volk ook dit jaar den vrede bestendigen, den troon onzer geliefde Koningin bevestigen, haar raadslieden wijsheid en voorzichtigheid geven en ons volk te midden van den wereldoorlog veilig bewaren. Worde daarom met te dieper ernst Zijn aangezicht gezocht, wiege geen valsche gerustheid ons volk in slaap, en worde nog veel minder door roekeloos spel der lichtzinnigheid de rijke weldaad Gods verbeurd en ons land in al de jammeren van den oorlog gestort.

God regeert en — waartoe verzwegen, wat in het hart van ons Christenvolk tot zoo bange ongerustheid aanleiding geeft, — waar een donkere wolk van broedertwist zich aan den htorizont vertoonde en met zoo ernstig gevaar heel onze Christelijke actie bedreigt, daar kan Hij alleen die wolk weer doen verdwijnen door het licht van Zijn genade. Zij er daarom een smeeken tot den Heere onzen God, dat Hij in deze zoo ernstige tijden voor ons volk, de harten meer saambinde, alle misverstand verdrijve en het onderling vertrouwen doe wederkeeren.

God regeert, daarin ligt onze hoop en onze sterkte en ons vertrouwen voor de toekomst. En waar velen twijfelmoedig vragen, ook voor het jaar dat komen gaat: wie zal het goede ons doen zien, — laat daar de bede van ons aller hart zijn ; Verhef Gij over ons het licht uws aanschijns, o Heere.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen