GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kindesren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kindesren.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MARTHA'S BEPROEVING.

IV.

PETER PETERSEN EN EEN ONTMOETING.

't Sprak van zelf, dat „de jongen uit de beekt bij zijn nicht een visite moest maken en tot Martha's verbazing scheen Peter eerst een beetje bleu, maar die beschroomdheid duurde niet lang. Tóén mevrouw hem vroeg, hoe oud hij was, luidde zijn antwoord: »Heel nauwkeurig weet ik het niet, maar ik ben er zeker van, dat ik nog geen twintig wordt.

»Herinner je je Martha nog ?

»0, ja, mevrouw, ik wou u spreken, en zij gooide het poortje voor mijn neus dicht en duwde mij tegen den tninmuur.*

Martha kreeg een kleur van boosheid, doch zweeg op een teeken van haar moeder, en.... voelde zich zeer verlicht toen het vreemdsoortig bezoek afgeloopen was.

> Mama ik dacht niet dat jongens zoo heel anders waren dan meisjes, moeten zij zoo onbeleefd en ondeugend wezen als Peter Petersen is ? «

»Ik kan nog niet zeggen, dat Peter ondeugend is Martha, maar jongens vooral van een jaar of veertien, meenen weleens, dat ze aardig zijn, als ze praatjes maken of zich onbeleefd voordoen.»

»'k Vind het geducht jammer dat mijn eenige bloedverwant, die ik leerde kennen, een veertienjarige, onbeleefde knaap is, Mama«. ^

De vriendinnetjes deden allerlei onaangename ondervindingen op door de plagerijen va; n Peter. Een der ergste was wel op een rij toertje 'naar het nabijgelegen bosch.

Een klein meisje bood lelietjes-vaa-dalen aan de pastorie te koop aan en vertelde dat ze op plekken in het bosch voorbij den dikken gespleten eik ontelbaar in aantal waren. De meisjes wilden ze graag zelven eens gaan zoeken.

Er werd bepaald dat EUie zou mennen, want de hit van dominee kende haar bet best, omdat zij tweemaal per week er meê naar de stad reed voor de lessen, en dat niet alleen Martha, raaar ook Peter meê zouden gaan naar 't bosch.

Nu spraken de meisjes, (die hem liefst thuis hadden gelaten) af, dat zij net zouden doen of Peter er niet bij was. Zij zaten naast eikaar op de voorste bank en Peter alleen achterin. Weldra redeneerden zij druk over de teekenleerares en toen Martha zei: »Pftpa zegt, dat zij veel talent heeft om ons te onderwijzen, raaar geen artist en nog^ minder een genie is; antwoordde Ellie haar met een: »Daaj: redeneer je weer als een mensch, en gedurig praat je als een klein kind, wat bedoel je nu ? »

Martha werd niet boos, maar gaf EUie uitleg wat haar papa daarmede wilde zeggen. Eenmaal over de lessen en de leeraars aan het praten, kwam er geen eind aan; tot Peter eensklaps riep: »Hei, daar Ellie en Martha, ik ben er ook nog*. —-Martha noch Ellie antwoordde hem.

Wat, geen antwoord, willen ze mij dood ver klaren r dat zal ze opbreken, maar ik zal ze eerst nog eens toeroepen. »Martlia, luister, ik zal wilde aardbeien voor je mama in het boech zoeken, die zijn zoo geurig». Geen antwoord. •Dames, heel goed», en hij ging achterover liggen en floot of zong een deuntje.

> Daar is de dikke eik, jammer dat hij gespleten is, 't is de mooiste uit den omtrek, hoe vindt je hem ? «

»0 Ellie, wat een kroon, wat een fraaie vertakking, o, als die eens geschilderd werd door een echten landschapsschilder», riep Martha uit in vervoering.

Ellie schoot in een lach, sprong uit bet wagentje, bond den. hit aan een jongeia boom en zei-: > Kom, zoeken naar de open plekken met de lelietjes.»

»En ik ga dieper het woud in om de aardbeien», sprak Peter en verdween achter den dikken stam. De meisjes vonden na een poos vele leliën en keerden een uur later naar den gespleten eik terug.

»De hit zal wel uitgerust wezen van onzen tocht, hè EUie ? »

»Waar is de hity waar is het wagentje? » riepen beide tegelijk, toen ze den eik bereikten. Peter, zoodra de meisjes uit het gezicht waren, legde de zweep over het dier en reed naar den grooten weg terug, van plan daar achter eenig struikgewas de meisjes af te wachten. Hij zag pas heel in de verte een geschikte plaats, vreesde dat de meisjes hem nog te vroeg zouden zien, en striemde de zijden van het paardje.

De hit, aan een zachte, vriendelijke behandeling gewoon, terwijl de zweep alleen voor hem gebruikt werd, als de vliegen hem kwelden, overlegde in zijn paarde-hersens, dat hij wijs zou doen het bestuur in eigen handen, hier in eigen pooten te nemen, en zette het op een loopen, dat veel op hollen leek. Peter trok aan de leidsels, schreeuwde, ja, gilde; 't hielp alles niets! 't Dier rende door tot voor df pastorie, waar dominee Howard voor het raam zijner kamer staande, net zag hoe de hit met een geduchten ruk het wagentje half op zij en Peter in een hoop modder wierp en daarna stokstijf stil stond.

Een haastig onderzoek stelde den heer Howard omtrent twee zaken gerust: Dat Peter morsigj maar ongedeerd was, en dat de meisjes bij d' leliën achtergebleven waren. '-

»Ga dadelijk vragen aan mevrouw een voor je te laten klaar maken en na i zonder avondeten naar je bed; is dat - afbeulen!»' een paar oorvijgen zetten ki^ aa, n het gestreken vonnis. De leeraar wilde., het bosch terugkeeren om, vóór de avond vie», de meisjes thuis te brengen. De hit kon niet niet meer voort en moest op stal gezet worden, er schoot niet anders voor den heer Howard op over, dan den weg op en de meisjes tegemoet te gaan, terwijl zijn knechtje voor het afgejaagde dier en 't morsige wagentje zorgde.

»Hoe kwam jullie zoo dwaas om Peter dood te verklaren, terwijl je met hem alleen waart ? Meisje» zijn toch echt onnadenkend», zeidc EUie's papa, toen zij hem op den weg tegenkwamen. »Ik bemerk dat ik geen kinderen alleen moet laten uitgaan, al hebben ze nog zulke gezellige plannetjes».

Ellie had kou gevat en kreeg koorts, zoodat ze twee dagen na, dien rit niet aaar de stad voor de lessen mocht. De hie Bad gezwollen pooten en moest rust hebbén. i. Martha mocKt" niet alleen gaan en Jaantje kon niet gemist worden om Martha weg^ te brengen en te halen. Dé dommee schafte raad. Een achtenswaardige boer moest naar stad en zou Martha op zijn

wagen meenemen, , op den thuisweg moest hij evenwel bijzijden af, doch tot een zeker punt kon Jaantje dan Martha tegemoet loopen; want de heef Gumming hafl elk uur noodig voor zijn schrijfwrerk en, hoe ongaarne hij Martha de lessen zou laten verzuimen, hij kon haar niet afhalen.

Martha vond den rit op den boerenvvagen overheerlijk en rekende dien als haar tweede avontuur, de ondeugende streek van Peter was het eerste geweest, zooals ze tot haar rooederzeide : »Niet waar? twee meisjes in een bosch alleen gelaten, waar ze niets bij zich. hadden en den weg niet wisten, was een echt, avontuur*.

De plaats waar Jaantje zou komen was een kwartier buiten het stadje. Martha liep welgemoed r.a haar heerlijke teekenles op den fraaien weg, die aan beide zijden niet lommerrijke boomen beplant, langs vele villa's voerde, toen zij een zeer eenvoudig, hoogst ouderwetsch gekleede juffrouw voor zich uit zag gaan, zij leunde op een stokje en droeg een platte hengselmand aan haar linkerarm.

- »Zeker allemaal boodschappen op de markt , gèkocht«, cfacht Martha, „wel voor een heele week, wat een pakjes*. Zoover met haar overdenking gevorderd, ziet zij een dikken stek die van onderen een duw geeft aan de volle mand en ze omkeert; het oude juffrouwtje laat haar stok van schrik uit Kaar hand vallen, en de-jongen, oorzaak van al dat kwaad ismeteen onder een luid : »ha, ha!" verdwenen.

Martha grijpt den arm der oude juffrouw en behoedt haar zoo voor vallen. Daarna zegt zij : „Als u even heel sti! kunt staan, hier is uw stokje, dan zal ik al de pakjes opzoeken en in de mand doen."

Al de pakjes opgenomen, de stof "er afgeveegd, die open waren, weer dicht gemaakt en alle in de mand gelegd, zegt zij: „Ik geloof niet dat er meer zijn geweest, juffrouw, laat ? mj nu de mand dragen, en geeft u mij een ^rm, want u is een beetje geschrokken, dan heeft u een steuntje. Moet u heel ver gaan ? 'k Hoop het niet, een eindje kan ik nog meeloopen tot bij den tol."

„Wie was die jongen.'" vraagt het oudje en ziet Martha doordringend aan, zonder zelfs dank je te zeggen voor haar hulp, zij bewijst alleen dat zij haar A'l'ienflelijkheid aanneemt door op den rechterarm van Martha te leunen.

„'k Geloof niet dat ik genoodzaakt ben u zijn naam te zeggen", antwoordt Martha, en neemt het gelaat der oude juffrouw daarbij goed oj). .,

„Dus jij kent hem, zeg zijn naam."

„Klikken staat leelijk, vindt u dat ook niet f"

„Jij denkt meer om dien ondeugenden jongen, dan om - mij, die hij kwaad heeft, gedaan."

„Meent u 't heusch.'" en Martha wijst naar de mand aan haar arm ; dat denk ik toch ; niet van u, Mama zegt dat^ aanbrengen altijd leelijk staat; maar als er bedrog of diefstal bij in het spel is, dan moet men het aanbrengen, anders is men even schuldig als de kwaaddoener."

, „ZQQ leert je moeder je dat ? Nu da!n maakt ze een behoorlijk juffertje van je, als je haar altijd-gehoorzaamt; ik dank je voor je hulp".

Martha zag dat de oogen der oude juffrouw zachter uitdrukking kregen.

„Wox)n je bij den tol.'"

„Neen, juffrouw, wij wonen in Cheriton, doch mogen minstens een jaar blijven op „Schoonoord" bij het begin van het dorp, weet u dat misschien ?

„Zeker* ik ben daarheen op weg, ik moet bij den predikant wezen, ken je dien.'"

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kindesren.

Bekijk de hele uitgave van zondag 5 maart 1916

De Heraut | 4 Pagina's