GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Buitenland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Duitschland.

De invloed van den oorlog.

Toen de oorlog uitbrak, kon men dit opmerkelijk verschijnsel waarnemen, dat als met één slag alle strijd op het terrein van het Godsdienstig en Kerkelijk leven te niet gedaan scheen. Van de actie om de menschen ie bewegen een scheldbrief aan de kerk te geven, was niets meer te bemerken. Het. volk zocht weer de kerk; datgene wat men in Christelijke kringen nauwelijks meer hoopte, had plaats: eene groote menigte begaf zich onder de prediking en verlangde het sacrament des Avondsmaals bediend te hebben. Ook de strijd om de belijdenis had uit. Niet wijl men een soort van Godsvrede gesloten had, maar' omdat de Godsdienstige beweging die door den oorlog veroorzaakt werd, zich openbaarde als een terugkeer tot-het geloof der vaderen. De tot de kerk wederkeerende volksmassa verlangde juist raar hetgeen wat men zoo lang van ongeloovige zijde verachtelijk gewacht had: het profetische woord dat zeer vast is, de gezangen als: seen vaste burg is onze God, « het sacrament des altaars, enz.

Daarmede ging gepaard een ernstige levensopvatting, welke zith positief openbaarde in een heldhaftig altruïsme, en negatief in een veroordeelen van hetgeen boos is, niet alleen bij den vijand tnaar ook bij het eigen volk, zoodat men in den eersten tijd van een werkelijke erkenning van.. zonde kón spreken. De hoop op de eeuwigheid en het verlangen naar een eeuwig leven trad op den voorgrond. Het^ scheen alsof men genezen was van twijfelzucht, en alsof de gedachte dat een mensch van de eeuwige dingen zich geen voorstelling maken kon, gaiisch was uitgebannen. De belijders des Heeren die de eerste oorlogsweken in Duitschland doorleefd hebben, kregen hoop dat er niet alleen een religieuse, maar ook eene Christelijke wedergeboorte van het Duitsche volk zou plaats hebben.

Daarbij kwam aan den dag, dat hetgeen men de hedendaagsche cultuur noemde, kennelijk bankroet was gegaan. Haar laatste vrucht, het pacificisme, bleek ten doode opgeschreven te zijn. Alle poging , om tot overeenstemming te komen, had niet kunnen verhinderen dat een oorlog uitbrak, waarin de ongebroken verdorvenheid der menschelijke natuur te voorschijn kwam op een wijze, waardoor de gedachte dat men het humaniteilsideaal zou kunnen bereiken door middel Van een natuurlijke beschaving, te schande werd. Te, midden van dezen puinhoop trad het eenige wat niet ineengestort was, wonderbaar naar voren. Het was de uitspraak van den Christus, waarbij uitdrukkelijk oorlogen en geruchten van oorlogen als teeken van de dagen die aan de wederkomst van den Heiland voorafgaan, genoemd, worden. Daarbij kwam, dat de prediking van wedergeboorte en bekeering als de eenige v.'eg om in te gaan in het Koninkrijk Gods, en van de Verlossing en verzoening door het bloed des Kruises ingang vond. Hetgeen in den oorlog doorleefd werd, bevestigde het getuigenis van den Bijbel. In Christelijke, kringen meende men, dat hetgeen doorleefd weiu, niet anders kon beoordeeld worden, dan als teeken dat de Kerk des Heeren opnieuw werd gebouwd.

Engeland.

Gemis aan boetvaairdigh ei d.

Bij de ellende die ook in Engeland door den oorlog gevoeld wordt, ontbreekt het niet aan roepstemmen waarbij het Engelsche volk vermaand wordt zijn zonden te belijden en zich deswege te verootmoedigen. Een deel van de pers kan dit echter-niet verdragen. Samenkomsten tot verootmoediging en gebed worden van die zijde huichelachtig, genoemd en voorgesteld als het werk van duisterlingen. Toen de bisschop van Chelmsford dezer dagen in de St. Paul's te Londen predikte, sprak hij uitvoerig over de nationale zonden van Engeland en betoogde de noodzakelijkheid om daarover berouw tetoonen. Hoe indrukwekkend de woorden van den bisschop mogen geweest zijn, dit heeft niet verhinderd, dat er eenê uitbarsting van verontwaardiging door uitgelokt is, waarbij gesproken werd van , , de dwaasheid van te spreken over onze zonden."

Van Christelijke zijde erkent men, dat deze uiting wel niet de publieke opinie van Engeland is, maar toch wel het gevoelen weergeeft van een aanmerkelijk deel van het Etigelsche volk. „Als deze geest niet gebroken wordt, is de natie alleen te helpen door lijden, " zoo wordt het in Christelijke kringen gevoeld.

Jammer maar, dat daarbij nog steeds op Duitschland gezien wordt als de voornaamste schuldige. In Duitschland is de geest van het materialisme diabolisch geworden, zoo oordeelt men, en die geest heeft min of meer Engeland bedorven. Ach, dat men toch ophield op andere volken te zien. God eischt dat alle natiën hunne wegen zullen onderzoeken om met smeeking en geween - tot Hem weder te keeren.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's

Buitenland

Bekijk de hele uitgave van zondag 11 juni 1916

De Heraut | 4 Pagina's