GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OM EEN PENNING.

VII.

KWELLING.

In het verbeterhuis poogde men Bertus aan arbeiden en geregeld leven te wennen. Hij moest op een bepaald uur op of te bed.en des daags veld-en tuinwerk verrichten of ook wel hout kloven, kolen aandragen, enz.

Dit alles nu kon Bertus met wat goeden wil zeer wel doen, doch juist die wil ontbrak. Hij was zoo gewoon aan een ongeregeld leven en het springen van den hak op den tak, aan twaalf ambachten en dertien ongelukken, dat hij zich maar niet voegen kon in een leven van geregelde werkzaamheid in 't een of ander bepaald vak.

Op een middag werkte> Bertus in een bosch, waar hout werd gekapt. Hij had er reeds lang aan gedacht te ontvluchten, en vond nu de kans schoon. Er waren maar twee wachters, en die zouden hem, dacht hij, niet zoo dadelijk missen. Intusschen kon hij zich dan wel uit de voeten maken.

Staande achter een dikken boom stak Bertus zijn spade in den grond, en wierp zich toen plat ter aarde. Hij kroop voort, tot hij een dicht begroeide plek bereikte. Toen stond hij op en klom vlug als een kat in een eikeboom, waar hij zich tusschen het dichte loof gemakkelijk verbergen kon. Denkelijk was zijn plan daar te wachten tot; het gunstig oogenblik zou gekomen zijn om verder te vluchten.

Geen der bewakers had gezien wat Bertus deed. Toch was hij niet onopgemerkt gebleven. Een zijner' medegevangenen had hem gadegeslagen en ook gezien waar hij bleef. Deze man nu haatte Bertus, ' die meermalen den spot met hem had gedreven. Thans kon hij zich •wreken, en hij deed het. Zoodra mogelijk liep hij naar een der bewakers, vertelde hem dat-Bertus gevlucht was en waar hij was verdwenen.

Oogenblikkelijk werd met de trompet een teeken gegeven, en weldra begon de nasporing. Met allen ijver werd ||^t bosch doorzocht. Hei, duurde niet lang of de vluchteling was ontdekt. De .wachters schreeuwden hem toe naar beneden te komen, en toen Bertus weinig lust hiertoe betoonde, dreigden zij op hem te zullen schieten.

Of nu Bertus verschrikte toen hij van schieten hoorde, dan wel uit een andere oorzaak, zeker is, dat plotseUng uit de hoogte een angstige gil werd gehoord, en 't volgend oogenblik iemand uit den boom op den grond plofte. Dat was Bertus. Met een zwaren smak kwam hij terecht op een omgehouwen boom en bleef roerloos liggen. Toen de wachters hem opnamen was het leven reeds geweken. De hooge val had hem gedood.

Zoo bleven mettertijd, daar Frits niet terugkwam, nog slechts twee kinderen over; de beide meisjes. Op kosten van het dorp werden zij bij gegoede en eerlijke' liedep onder dak gebracht, en kregen nu zeker een betere opvoeding dan ze thuis ooit zouden gehad hebben. De burgemeester beroemde zich nog lang daarna er op, dat aan zijn wijsheid en volhouden te danken was, dat zulk een gezin van boeven voor goed onschadelijk was gemaakt.

Acht jaren waren voorbijgegaan. ZacHtjes-aan maar gestadig had Wouter De > Regt zijn welvaart zien toenemen. Hij had zijn akkers vergroot; de opbrengst was toegenomen. Ook van hem kon men zeggen: zijn vee is in menigte uitgebroken in het land. Hij zelf was nog altijd de bestendige, zorgzame man, die met zijn tijd meeging en met alle tijden zijn voordeel wist te doen. Al nam zijn lichaam in omvang toe, toch behield hij zijn gewoonte om zich naar alles te bukken, wat hij onbeheerd op den weg vond liggen, als hij maar meende dat het nog ergens voor te gebruiken was. Krachtiger dan ooit bestreed hij luiheid en lichtzinnigheid, maar vaster ook dan ooit waren eigengerechtigheid, hoogmoed en onverschilligheid jegens Gods Woord in zijn hart geworteld.

Doch kwade tijden waren voor hem komende, dagen welke den bedaarden, zelfgenoegzamen man de rust dreigden te rooven.

Opi een morgen vond onze burgemeester, tóen hij in zijn tuin kwam, waar hij een kleine kweekerij had aangelegd, de jonge boompjes en planten geheel vernield. Dat moest in den nacht gebeurd zijn, want den vorigen avond was alles nog in orde. De knechts gingen vroeg naar huis, en hadden ook geen reden zooiets te doen. Hier moesten vreemde indringers uit louter vernielzucht aan het werk zijn geweest, maar wie «n waarom?

Eer men nog op die vraag antwoord had, gebeurde er iets van gelijken aard. Men vond de ontkiemende zaden van het winterkoren vertrapt, blijkbaar uit louter moedwil. Nu werd het toch wat al te erg. Den veldwachter werd opgedragen streng toe te zien. Bovendien huurde De Regt een paar mannen om des nachts in zijn tuin te waken. Een week lang bleef het nu rustig. Of dit was wegens de wakers of wijl de indringer er genoeg van had, viel mofilijk uit te maken. In elk geval besloot men het nu eens weer zonder bewaking te beproeven. Doch reeds twee dagen later bleek, hoe dit minder voorzichtig was geweest. Immers op een morgen bevond men, hoe een groot deel van-de boomvruchten was weggekaapt, en vele bessenstruiken en aardbeien-planten waren vernield, 't Verlies was groot, maar nog grooter de woede van den bestolene. Hij besloot, het kostte wat het wilde, den roover en vernieler in' handen te krijgen. Maar hoe?

Dat was eer gevraagd, dan gezegd. Men had hier ongetwijfeld te doen met een vermetelen vijand, die nog meer uit wraakzucht dan uit begeerlijkheid scheen te handelen. Kort daarop had er een weer iets plaats. Op een nacht/ hoorde de burgemeester, die in den laatsten tijd zeer onrustig sliep, duidelijk dat er op zolder geloopen werd. Haastig stond hij op, riep zijn oudsten zoon, en ging met dezen de zoldertrap op. Zij kwamen nog juist bij tijds om te bespeuren, hoe iemand die een brandend lantaarntje droegi door een zolderluik verdween. Toen vader en zoon het bereikten, stond het nog open, doch het was onmogelijk in den stikdonkeren , tuin iets te ontdekken. Wel werd zoodra mogelijk heel de orhtrek doorzocht, doch ook nu viel van den inbreker geen spoor te ontdekken.

Gelijk te begrijpen is, verwekten al déze dingen in het huisgezin van den burgemeester niet geringe ontsteltenis; allermeest bij hem-zelf. Niemand gevoelde zich meer veilig, bij nacht zoomin als bij dag. Elk oogenblik kon 'de geheimzinnige, verborgen vijand zich weer vertoonen.

De heer des huizes kon van onrust des nachts niet slapen. Hij gevoelde zich gejaagd en onrustig, zoodat het hem zelfs moeilijk viel zijn gewone dagtaak te verrichten. Zoo kon het toch niet voortgaan.

Ten einde raad begaf hij zich naar de naaste stad om te overleggen met den burgemeester aldaar, die even als .hij zelf hoofd der politie was. Na lange bespreking kwam hij overeen, dat de stadspolitie en die van het dorp zouden saamwerken om een eind te maken aan den ongewenschten toestand. Dit plan werd dadelijk uitgevoerd; want Wouter de Regt was de man niet om" gras over de zaak te laten groeien. Een week lang deed de politie uit stad en dorp haar best, doch alles te vergeefsch. Ook nu viel geen spoor te ontdekken van de bende, die met' zooveel list en vermetelheid den burgemeester alle mogelijke kwaad deed. Want dat hier verscheiden personen aan het werk waren, stond meer en meer bij De Regt vast.

BRIEFWISSELING.

S. te Z. L. Aan u is afzonderlijk geschre^ven. Wij vertrouwen dat hiermee de' zaak in orde komt.

Inzenders van vragen gelieven eenig geduld te oefenen.

HOOGENBIRK.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 augustus 1916

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 13 augustus 1916

De Heraut | 2 Pagina's