GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Richteren 8. — Tegen de Bierkaai. — Gras en hooi.

(Teneinde later het vinden van een gegeven antwoord op een vraag te vergemakkelijken, geven we voortaan de onderwerpen bovenaan kortelijk op.)

B. B. zag gaarne eenige opheldering van het verhaal van Pnuël en Sukkoth uit Richteren 8.

Gideon de Richter had, na de nederlaag der Midianieten dezen vervolgd op hun vlucht Oostwaarts. Zoo kwam hij met zijn 300 mannen aan den Jordaan. En nu vervolgt het verhaal in hst. 8.

»Als nu Gideon gekomen was aan den Jordaan, ging hij over, met de drie honderd mannen, die bij hem waren, zijnde moede, nochtans vervolgende.

En hij zeide tot de lieden van Sukkoth: Geeft toch eenige bollen broods aan het volk, dat mijn voetstappen volgt; want zij zijn moede, en ik jaag Zebah en Tsalmuna, de koningen der Midianieten, achterna.

Maar de oversten, van Succoth zeiden: Is dan de handpalm van Zebah en Tsalmuna aireede in uw hand, dat wij aan uw heir brood zouden geven ?

Toen zeide Gideon: Daarom, als de Heere Zebah, en Tsalmuna in mijn hand geeft, zoo zal ik uw vleesch dorschen, met doornen der woestijn en met distelen.

En hij toog van daar op naar Pnuël, en sprak tot hen desgelijks. En de lieden van Pnuël antwoordden hem, gelijk als de lieden van Sukkoth geantwoord hadden.

Daarom sprak hij ook tot de lieden van Pnuël, zeggende: Als ik met vrede wederkome, zal ik dezen toren afwerpen.»

Gideon ging dus den Jordaan over met zijn vermoeid leger, voor hetwelk hij brood vroeg doch vergeefs. Daarop dreigde hij met wraak als hij wederkwam. Dat hij het niet bij woorden liet blijkt uit het verdere.

»En hij nam de oudsten dier stad, en doornen der woestijn en distelen, en deed het den lieden van Sukkoth door deze verstaan.

En den toren van Pnuël wierp hij af, en doodde de lieden der stad.»

Het klinkt zeker vreemd, dat een zegevierend veldheer zoo minachtelijk ja schandelijk door zijn landgenooten wordt bejegend. Pnuël en Sukkoth toch waren Israelietisch'e steden, gelegen in het Over-Jordaansche, en dus landgenooten van Gideon. Wij hebben echter fiog kort geleden besproken hoe los en slap de band was, die de stammen van Israel verbond. De een was naijverig op den ander. Als de vijanden eenstam aanvielen kwamen de andere lang niet altijd ter hulp, ja somtijds beoorloogde men elkander. Eenige stammen leefden meer op zich zelf en waren onverschillig voor de andere. In hetzelfde achtste hoofdstuk lezen we hoe Gideon nog een twist had met mannen van Efraim (hij zelf was uit Manasse).

Dat hij te Sukkoth bollen brood vroeg, heeft geen bizondere beteekenis. Het brood bij de Israëlieten was bolvormig of had den vorm van onze pannekoeken, gelijk nog bij 't Joodsche paaschbrood.

Door een »jongen« behoeft men volstrekt niet een knaap te verstaan. Een jongen beduidt in onzen Statenbijbel een jeugdig persoon, maar ook we een knecht of ondergeschikte. Zoo wordt b.v Gehazi de jongen van Elia genoemd.

De straf voor de inwoners van Sukkoth was de geeseling met scherpe dorens der woestijn. De straf was natuurlijk zeer pijnlijk.

Dat Gideon den toren van Pnuel vernielde kwam hieruit voort, dat zulk een toren eigenlijk een sterke burg of vesting was, waarin men zich in veiligheid kon stellen, en tegen den vijand verdedigen. Duidelijk wordt dit als men b.v. leest wat in de geschiedenis van Abimelech, Gideons zoon, vermeld staat van den toren te Thebez. Door den toren te verwoesten maakte Gideon dus de stad weerloos tegenover haar vijanden, die juist aan haar zijde woonden. Die straf werd nog verzwaard doordat hij een aantal der burgers doodde.

Door degenen die in tenten wonen moet men verstaan de volken ten Oosten van Palestina zooals de Midianieten. Zij woonden in tenten wijl zij geen vaste woonplaats hadden en leefden veelal van roof.

Hiermede zijn, hoop ik, , de verzen toegelicht.

Van waar, vraagt B. komt de uitdrukking: „vechten tegen de Bierkaai" ?

In verscheiden steden vindt men nog een bierkaai of bierkade, dat is de plaats waar het bier vroeger uit de schepen werd gelost of ingeladen. De Amsterdamsche bierkaai, die hier bedoeld wordt, is een deel van den Oude Zij ds Voorburgwal bij de Oude kerk. In de vele sloppen en enge stegen op of achter deze kade woonde een bevolking, die met bier dragen, laden en lossen den kost verdienden, 't Waren meest ruwe, stoere gasten, die zich niet veel lieten zeggen, en zich wakker wisten te verweeren als vreemd volk hen bedreigde. In de vele twisten op de kade behielden dan ook de bierkaaiers in den regel de overhand. Wie tegen hen vocht verloor het toch. Vandaar het spreekwoord.

P. P. vraagt:

Ik las onlangs van de oude fabel van den boer, die Parijs verliet uit vrees dat hij des winters hooi zou moeten eten. Weet u ook wat daarmee bedoeld wordt

Waarschijnlijk het olijk vertelsel, dat o.a berijmd aldus luidt:

Een Noorder boer was in de Mei getrokken uit, Naar Parijs om de Fransche spraak te leeren. Daar gaf men hem te eten sla en groen kruid, 's Ochtends en 's avonds meer dan zijn begeeren. Zoo dacht hij, ik wil weder huiswaarts keeren. Want daar men des zomers eet gras, par ma foy Daar moet men des winters ook eten hooi.

Dit oude versje heugt minstens 500 jaar, waarom ik 't maar gegeven heb in de hcdéndaagsche spelling.

Par ma foy wil zeggen: op mijn woord.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 10 februari 1918

De Heraut | 4 Pagina's