GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

AAN VRAGERS.

Telling — De Braal — Bijbelboeken — Klappers — Gen. 20 vs. 16.

P. P. vraagt:

Onlangs hoorde ik in een vergadering zeggen : Als de volkstelling zoo kostbaar is, moest men het maar eens beproeven met tellen door meting, gelijk wijlen koning Xerxes van Perziö.

Waar kan dat op zien."

Het groote Perzische rijk voerde van 500 tot 450 vóór Christus herhaaldelijk oorlog tegen het kleine Griekenland om dat te veroveren, (door Griekenland verstond men destijds ook wat thans Turkije heet.) Het was het begin van den strijd tusschen den Perzischen ram en dên Griekschen bok waarvan het boek Daniël spreekt, die eindigde met de volkomen nederlaag van den ram.

De Perzische koning Xerxes trok met een groot leger door Klein-Azië naar de zeestraat die toen de Hellespont heette, en thans meestal de straat, der Dardanellsn. Eer hij nu den strijdmet de Grieken aanbond wilde hij niet> recht nauwkeurig weten, hoe groot zijn leger was, dat op een half millioen menschen werd geschat.

Doch die een voor een te tellen eischte te veel tijd en kwam misschien ook te duur uit. Maar de koning wist raad. Hij liet een vierkante schutting zetten om een tamelijk groot stuk land.

Dit perk werd nu gevuld door soldaten zooveel er in konden. Deze werden nu nauwkeurig geteld, zoodat men wist hoeveel soldaten de omheining, bevatte. Toen werd het geheele leger bij groepjes binnen gelaten, en zoo kon men zonder veel tellen weten hoeveel volk er was.

Gebaat heeft het niet veel. Want ondanks zijn overmacht werd de koning geheel verslagen en kwam met de kous op het hoofd weer t'huis.

Niet lang geleden maakte ik met een enkel woord melding van de Geschiedenis des Vaderlands door De Braal., welk leesboek mij in mijn jeugd veel genoegen had gegeven. Ik voegde er bij dat het wel niet meer te krijgen zou zijn.

Het doet-mij genoegen, dat dit laatste niet zoo is. Immers bij Buurman en De Kier uitgevers te Leiden is thans reeds de zesde druk van het boek verschenen in twee deeltjes, die er zeer net uitzien. Het is de geschiedenis in den vorm van gesprekken behandeld, gelijk vroeger zooveel schoolboeken.

Wel is die vorm thans door velen, , geminacht als uit de mode, maai deze zesde druk bewijst dan toch, dat velen zich niet door de mode laten beheerschen. Dit is te meer goed 'Wijl voor dien vragenden vorm veel te zeggen is. In elk geval doet het mij genoegen de aandacht op dit boek e hebben kunnen vestigen. De schrijver Ds. De Braal was in zijn laatste jaren predikant te Kralingen.

Een onzer lezers vraagt wat we denken van de berijmde lijsten der Bijbelboeken, gelijk men die wel hoort en leest.

Zulke lijsten op rijm bedoelen het onthouden der namen en van hun volgorde gemakkelijk te maken. Daar de namen der boeken, gelijk bekend is, niet op elkaar rijmen, heeft men getracht ze in dichtmaat zoo te plaatsen dat het awleereu gemakkelijk wordt.

Of dit nu gewenscht is ? ' Kwaad kan het op zich zelf niet, maar heel nuftig en noodig is het evenmin. Immers ieder die goed bij zinnen is, kan zonder veel moeite zich de lijsten in het hoofd prenten, gelijk vele duizenden kinderen bewijzen die ze op de rij af kennen, In het Christelijk gezin, waar de Bijbel eiken dag meermalen gelezen wordt, leest men die namen als vanzelf. Ook de dagschool, de Zondagschool enz. dragen daartoe bij. En zal ooit iemand om een boek te vinden, eerst het vers gaan opzeggen ?

Maar helgrootste bezwaar tegen dfe berijmingen

ligt daarin, dat ze zulk ellendig prulwerk zijn. Men begrijpt niet hoe het mogelijk is, dat zulke rijmelarij nog soms wordt voorgedragen. En toch geschiedt het vrij algemeen b.v. op Jaarfeesten van Jongelingsvereenigingen vooral in het Oosten van ons vaderland, waar dan nog bijkomt dat bijna alle hoorders vooraf reeds weten wat ze zullen te hooren krijgen!

En dat is niet veel bizonders Zoo b.v. de volgende aanhef:

God heeft in 't Bijbelwoord geschonken Vijf boeken Mozes vastgeklonken, 't Boek Jozua, der Richteren stand, 't Geval van Ruth in 't Heilig land.

Al even onsierlijk en dwaas is 't slot, waarin gezegd wordt dat de Openbaring van Johannes

Vermeldt de kerk van 't Nieuw Verbond Hier op dit aardsche wisselrond.

Gelukkig zijn die dit bewaren; De Geest en Bruid zal 't ons verklaren. Zijn naam blijft zalig, ongestoord, Johannes sluit het Bijbelwoord.

Een andere berijming zegt:

Mattheus, Marcus, Lukas, Jan, Of wel Johannes, melden van De daden onzes Heeren.

Hetzelfde vers spreekt van:

Hosea, Joel, Amos frisch Obadja, Jona in den visch, enz.

Maar genoeg om te doen zien, dat zulke lijsten tamelijk onnoodig zijn en als pruldichten dienen afgekeurd.

B. heeft in een mooi boek van Gerdes gelezen va 1 eeu jongen, aan wien een paar nieuwe klappers beloofd werden. Hij vraagt of dit speelgoed was.

Onze lezers hebben allen uit de Heilige Schrift wel eens vernomen van de ernstige ziekte, die melaatschheid heet, en die in het Oosten meermalen voorkwam, gelijk ook thans in Noord Europa en West Indië

De melaatschen werden ook leprozen genoemd naar den naam hunner ziekte Lepra. Ze heette ook wel Lazarusziekte. Men meende namelijk dat Lazarus, uit de bekende gelijkenis, aan die ziekte had geleden, wat natuurlijk onzeker is.

Daar de melaatschheid besmettelijk is werden de zieken afgezonderd in zoogenaamde leprozenhuizen, gelijk men er o.a. te Kleef nog een zien kan. Te Amsterdam vindt men nog een Leprozen gracht en een Lazarussteeg. Als de Leprozen uitgingen kondigden zij hun nadering aan met de zoogenaamde klappers of Lazaruskleppen. Dit diende om de ge^nden te waarschuwen en tevens veelal om een gift te vragen.

De kleppen bestonden uit houtjes, die eenigszins geleken op een schop of een suikerschep, maar natuurlijk klein. Men nam de steel tusschen de vingers en klepperde de ondergedeelteu tegen elkaar, waardoor een geluid ontstond eenigszins geUjkeud op dat van een ratel. De jongens in vroeger tijd vonden het wel aardig ook eens zoo te klepperen, al waren ze ook niet ziek. Dit verklaart wat. in het bedoelde boek staat. Nog in mijn jeugd werden die klappers veel gebruikt, thans maar weinig.

Eens in ’t jaa: hielden de leprozen te Amsterdam een optocht, waarbij zij op wagens en op sleden werden rondgereden en een inzameling hielden voor hun onderhoud. Wie het Rijksmuseum in de hoofdstad bezoekt, vind daar een schilderij waarop zulk een optocht is afgebeeld.

Ten slotte vraagt P. B. wat bedoeld wordt met > een deksel der oogen" in Gen. 20 vs. 16.

Wij lezen daar; En tot Sara zeide hij: »Zie, ik heb uwen broeder duizend zilverlingen gegeven, zie, hij zij u een deksel der oogen, allen, die met u zijn, ja bij allen, en wees geleerd."

In verband met het voorafgande in hetzelfde hoofdstuk zegt Abimelech, koning van Gerar, tot Abraham o. a. de bovengenoemde woorden. In 't Oosten liepen de gehuwde vrouwen steeds gesluierd, 't Wil dus zeggen dat als men wist dat Sara gehuwd was, geen herhaling zou volgen van hetgeen in Genesis 20 wordt vermeld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1918

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 maart 1918

De Heraut | 4 Pagina's