GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VELERLEI WEGEN.

XL.

EEN KLEIN BEGIN.

Van dien eersten, gedenkwaardigen dag heeft mijnheer Reinier ons vaak verteld, al kon hij ook zelf weinig met de kinderen spreken, daar hij hun taal nog slecht verstond en nog slechter sprak. Maar hij kon wat er verricht wei^ toch volgen, en zoo bleef hem er veel van bij dat tot dank stemde. Als hij er van vertelde besloot hij gewoonlijk met de woorden van den pialmdichter.

Is op het land een handvol koren. Gekoesterd door de zon. 't Zal op 't gebergt gedruis doen hooren Gelijk de Libanon.

Nadat er gebeden was, begonnen de lessen met een vertelling en wel het eerste gedeelte, de geschiedenis van Jozef, 't Was verwonderlijk te zien, zoo goed als de jongens luisterden, vooral als men bedenkt, dat zij nooit een school hadden bezocht. Zij luisterden als vinken en maakten niet het minste gedruis. Waren zij jegens de Europeanen altijd schuw geweest, tegenover den inkndschen onderwijzer was alle beschroomdheid afgelegd. Hoe meer zij hoorden hoe meer hun aandacht scheen geboeid te wordèh. Eindelijk waren de hoorders zelfs zoo vrij van eenige opmerkingen te maken, en wel overluid. Trouwens dat dit niet te pas kwam wisten zij niet.

Toen de onderwijzer verteld had van de droomen van Jozef en wat er volgde, riep een der knapen uif: „Waarom ging hij niet naar den waarzegger of naar den priester? Die zou hem wel gpholpen hebben!"

Een ander gaf als zijn meening te kennen dat het heel verkeerd was dat al die broeders vee gingen weiden. De helft W& s genoeg. De anderen konden wel op het land gaan werken. Het verhaal werd afgebroken en den leerlingen het verdere voor den volgenden dag beloofd. Nu begon eenig onderwijs in de kennis dtr letters. Of dat nu goed gezien was laten we daar, althans zooals de inlandsche meester het deed.

Hij teekende namelijk op een zwarte plank met krijt een groote a en zei aan de kinderen hoe zij die moesten noemen. Dat deden allen samen met groot geschreeuw verscheiden malen achtereen. Maar toed riep plotseling een jongen: »Kijk die a heeft zeker te veel gegeten, want hij heeft een dikken buik.c Allen lachten, ook de meester en mijnheer Reinier.

Na de a kwam de o aan de beurt. Maar nauwelijks was die geteekend, of heel de vergadering barstte uit: „een ei! een ei! Zooieggen de kippen een ei". Het kostte veel ''moeite om de stilte te verkrijgen, die noodig was om den klank van de. o aan te geven. Maar het uitbundigst werd de jeugd toen op de plank het figuur van de letter s verscheen.

»Een slang! een slang!'4 riepen de jongens, en een sprak: »Pas op of hij bijt!" ^ Hoe kort de taalles ook zijn mocht, toch duurde het lang eer zij er behoorlijk in zat. Want de leerlingen waren aan al wat op een school of op onderwijs geleek volkomen vreemd, gewoon als zij waren doelloos rond te loopen, en hoogstens nu en dan een boodschap te doen.

Toen na een paar uur de kinderen huiswaarts keerden, of liever weer in de vrije lucht gingen, zagen Reinier en de schoolmeester hen met bezorgdheid na. Zouden zij morgen terugkomen gelijk hun gevraagd was? Men kon het slechts afwachten en inmiddels den Heere bidden de zaak ten goede te Ipiden.

En de Heere besch^ttade de hoop niet, die op Hem gebouwd was. Want den volgenden morgen kwamen niet alleen de leerlingen van den vorigen dag, maar zij brachten ook nog verscheiden nieuwe mee, zoodat de meester de handen vol kreeg. Doch hij vervulde zijn taak met liefde en opgewektheid, krachtig gesteund door^ Reinier, die zich nu bevlijtigde om zoo snel mogelijk de taal der inlanders te leeren. Na korten tijd was hij in staat den onderwijzer trouw te helpen. Na een maand was de bevolking der school reeds meer dan verdubbeld. De kinderen hadden blijkbaar schik in de zaak en kwamen gaarne, ook al werden de uitdeelingen allengs afgeschaft. De geschiedenis van Jozef had de jongens geboeid en hen er toe gebracht naar meer te verlangen. Gelukkig kon de onderwijzer hen bevredigen uit den rijken schat des Bijbels. Ook voor de kennis, die in dit aardsche leven noodig kon zijn, werd gezorgd en het noodige als spelboeken, leien enz. aangeschaft.

Maar niet alleen de kinderen werden allengs 'voor wat anders en beters gewonnen dan dusver. Ook de ouders, totnogtoe onverschillig, begonnen mettertijd in te zien, dat aan hun kinderen een weldaad werd bewezen en dat om niet. Zoo werd de schoolmeester op een morgen, enkele weken na de opening der school, zeer verrast, doordat een vader zelf zijn zoon kwam brengen en sprak:

Mijnheer, ik vraag u, maak dat mijn zoon een wijs man wordt zooals gij.f sWe zullen ons best doent, sprak de meester „maar het is God van Wien aöe wijsheid en verstand komt.”

Een ander inlander zond kort daarna den meester vier eieren, tot dank voor wat zijn jongen leerde. En al werden zulke geschenken meestal geweigerd om afgunst te voorkomen, zij bewezen toch dat het volk begreep wat er geschiedde. En dat reeds Was veel gewonnen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1918

De Heraut | 2 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 8 september 1918

De Heraut | 2 Pagina's