GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In de week, die komt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de week, die komt

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 20 December 1918.

In de week, die komt, breekt weer ons heerlijk Kerstfeest aan om heel de Christelijke Kerk te wijzen op het Kindeke in Bethlehem geboren, welks komst naar luid der Engelenboodschap. al den volke tot groote blijdschap wezen zal.

Want dat Kindeke was meer dan een Ziener of Profeet, die nieuwe Gods-openbaringen ons brengen kwam; . meer dan een genie, die met de schatten van kunst of wetenschap ons kwam verrijken; meer dan een wereld-veroveraar, die met geweld zijn heerschappij op aarde kwam vestigen. De naam reeds vóór zijn geboorte aan dat Kindeke gegeven, was Jezus, d. i. Zaligmaker. En om zalig te maken, wat verloren was, dèt was het doel. van zijn komst op aarde.

Daarom behoort dat Kindeke, al is het uit Israel geboren, , niet aan éen volk, is het niet de nationale held van Israel, maar is het de redder en verlosser der wereld, behoort het aan heel de menschheid. Alzoo lief heeft God de weteld gehad, dat Hij zijn eenig-geboren Zoon heeft _gegeven, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe.

Bij de kribbe vati Bethlehem valt daarom alle verschil in nationaliteit weg. Herders uit Efrata's velden en Wijzen uit het verre Oosten knielen in aanbidding bij dat Kindeke neer. Als Simeon in den Tempel het in de armen houdt, jubelt en looft hij God : > Nu laat gij, Heere, uwen dienstknecht gaan in vrede naar uw woord, want mijne oogen hebben uwe zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor al de volken, een licht tot verlichting der Heidenen en tot heerlijkheid van uw volk Israel".

En al is dat Kindeke, toen het tot man opwies, eerst tot Israel gegaan, om de verlorene schapen van het huis Israels te redden, toen het zijn taak op aarde volbracht had en naar zijn Vader in de hemelen weerkeerde, was het laatste woord, dat Hij tot zijne discipelen sprak: gaat heen, predikt mijn Evangelie aan alle volkeren, hen onderwijzende en doopende in mijnen naam. ^

Zoo hebben de Apostelen de blijde bood^ schap, het Evangelie van de geboorte van het Kindeke, dat alleen de Zaligmaker is, tot alle volkeren gebracht. En de Apostel Paulus roemt het als de grootste openbaring der verborgenheid, dat in Christus de vijandschap tusschen de volkeren is te niet gedaan; dat de middelmuur des afscheidsels is verbroken ; dat in Hem noch Jood noch Heiden, noch Griek noch Barbaar is.

Zoo heeft het Kerstfeest, dat weer aanbreekt, ook voor onze tijden ons zooveel te zeggen.

Vooreerst, dat de bittere haat en vijand" schap, die tusschen de Christen-volkeren van Europa is ontvlamd, die tot zoo schrikkelijken oorlog heeft geleid eii die, zelfs nu de strijd op de slagvelden beslist is, nog voortgaat den geest der volkeren te vergiftigen, lijnrecht ingaat tegen den geest van het Kindeke van Bethlehem, dat kwam om alle volkeren te zegenen, met elkander te verzoenen en de vijandschap te niet te doen. Er is geen schrijnender tegenstelling denkbaar dan tusschen hetgeen dat Kindeke van Bethlehem ons geleerd heeft en wat in onze dagen van volkeren, die zich naar dat Kindeke noemen, in woorden wordt beluisterd en in daden wordt gezien. In heidensche volkeren zou dat nog te verontschuldigen wezen, in Christen-volkeren niet. Het Kindeke van Bethlehem kwam niet om te heerschen, maar om te dienen; het kwam om zijn ziel tot een rantsoen te geven voor velen; het kwam om door zijn eigen voorbeeld te leeren, dat hij cjie een voorganger wilde zijn, aller dienaait moest worden. En wat men thans ziet heerschen, is niet anders dan de zucht naar macht en geweld. Het Kindeke van Bethlehem kwam om als hoogste gebod ons te prediken : hebt malkanderen lief, en in plaats van deze broederliefde wordt de bitterste haat onder de volkeren gevonden. Het kwam om ons te leeren, dat onder de Christenen geen wraakzucht heerschen mocht, dat men veeleer het kwade door het goede moest overwinnen, en de leuze van de staatkunde onzer dagen is steeds meer geworden het: oog om oog en tand om tand. En al heet het, dat men door strenge straf en boetedoenin'g den oorlog voor goed uitbannen wil, de uitkomst zal toonen, dat wie den geest van Beelzebub door Beelzebub uitwerpen wil inplaats van door den geest van Christus, nog honderd-maal ergere geesten wakker roept. Daarom stijgt de bede op uit het hart, dat het Kerstfeest, dat door al deze volkeren) weer gevierd zal worden, een beteren geest moge in het leven roepen. Er is bij de onderhandelingen over den nieuwen wapenstilstand zelfs door de socialistische leiders van Duitschland een zoo ontroerend beroep gedaan op het naderende Kerstfeerst om aan te dringen op een spoedigen vrede, die weer aan de ellende der volken een einde zou maken. En wie stemt niet van harte met die bede in? Maar elke hoop om tot zulk een waarachtigen vrede, een vrede, die de volkeren weer verzoenen zal, te komen, is ijdel, wanneer-de geest van Christus niet weer de overhand krijgt ën naar zijn Woord niet geluisterd wordt. Indien alleen een staatkunde, die op wereldheerschappij voor zich zelf en op verlaging, knechting in slaafsche boeien en vernietiging van den tegenstander uit is, den vrede dicteeren zal, dan komt van den „vrede op aarde", waarvan de engelen in Efrata's velden zongen, niets terecht maar wacht ons veeleer een nog banger en bitterder worsteling.

En niet minder komt ons Kerstfeest in de tweede, plaats om'ons te prediken, dat genezing van de krankheden, waaraan het leven dei> ? volkeren lijdt, alleen te vinden is in den terugkeer naar het Kindeke van Bethlehem, dat de Zonne der gerechtigheid is, onder wier vleugelen alleen genezing mogelijk is.

De oorlog, die achter ons ligt, heeft scherper en feller dan ooit in het licht gesteld, hoe innerlijk verrot het huis was, waarin we-woonden. Niet alleen de staatkunde der machthebbers, heel het leven der volkeren was door het bederf aangetast. In dat opzicht lijkt de tijd, waarin we leven, maar al te zeer op den tijd waarin Christus werd geboren. Ook toen was er er een heerschappij, die heel de aarde aan zich onderwerpen wilde en de volkeren in banden gebonden hield. Ook toen bij uitwendigen schijn van welvaart en rijkdom steeds mokkender ontevredenheid bij de armen en ellendigen. Ook toen bij schitterenden bloei van w.etehschap en kunst steeds meer ontaarding van het geestelijke en zedelijke leven. Een brandende dorst naar vernieuwing van heel het staatkundige en sociale leven had zich daarom van de volkeren meestergemaakt. Als met opgestoken hoofde zag de wereld, die aan de ijdelheid onderworpen was, naar den Verlosser uit. En aller blik was naar het Oosten gewend, vanwaar die Verlosser komen moest. Zoo is het ook in onze dagen. Het oude is veranderd en men wil op elk gebied nieuwe banen inslaan. De stem der historie roept ons machtig toe, dat een der beslissende oogen blikken g in het leven der menschheid is aangebroken. Als in barensweeën wentelen zich heele volkeren om een nieuw leven voort te brengen. Machtige staten, die eeuwen getrotseerd hadden, storten in éen dag ineen. De geest van omwenteling heeft zich van de natiën meester gemaakt. Het streeft en worstelt alles om het oude van zich af te werpen en nieuwe vormen te zoeken, waarin een gelukkiger en beter leven mogelijk is.

Alleen, de blik wordt niet meer gewend naar het Oosten, vanwaar de Verlosser gekomen is. Het is niet meer de ster van Bethlehem, die de wijzen onzer dagen leidt naar de kribbe van Bethlem, om daar den Verlosser te zoeken. Het is de revolutiegeest, het is het socialisme, het is de anarchie, die de verlossing voor de volkeren brengen zal. In blinden waan volgen de volkeren dit dwaallicht na, en men ziet in Rusland, in Oostenrijk en in Duitschland waartoe dit de verdwaasde menschheid voert: een geheele ontbinding van de maatschappij ; een vernieling ' van al wat het leven dragelijk maakt; hongersnood en ellende" voor het volk; een uitmoorden van elkander; een verdierlijking van den mensch.

Moge daarom van de Kerk van Christus weer klaar eri krachtig de roepstem uitgaan om de verblinde volkeren terug te roepen naar het Kindeke van Bethlehem, welks naam Vredevorst is en dat alleen vrede ook in den socialen strijd ons schenken kan. Men heeft het Kindeke van Bethlehem den grootsten revolutionnair en den grootsten socialist genoemd. In zekeren zin terecht. Dat Kindeke heeft de machtigste omwenteling op aarde tot stand gebracht, alleen niet door geweld, maar door den Geest, die van Hem uitging. En dat Kindeke heeft een gemeenschap gesticht van broeders en zusters, de broederschap der geloovigen, waarvan het socialisme slechts het spotbeeld en de carricatuur is.

Voor de volkeren, die in schaduwen des doods verzonken liggen, is er geen licht, geen waarachtig licht te vinden, dan bij het Kindeke van Bethlehem, den Opgang uit de Hoogte, waarmede God ons bezocht heeft, en dat alleen op het pad des vredes onze voeten richten kan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1918

De Heraut | 4 Pagina's

In de week, die komt

Bekijk de hele uitgave van zondag 22 december 1918

De Heraut | 4 Pagina's