GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Voor Kinderen.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Kinderen.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIJAND EN VRIEND.

XVII.

IN GEZELSCHAP.

Zooals wij reeds zagen, had Kees onder de bewoners van het nieuwe huis een kennis, en wel een der kleerenmakersknechts. Deze ontving hem vriendelijk in zijn nieuwe woning, en vertelde hem allerlei dat hij weten moest. In 't kort die twee werden weldra, zooals men het noemt, dikke vrienden.

Nu kan het iemand zeer nuttig zijn, vooral wanneer hij in een vreemde haven is, daar een goeden vriend te hebben met wieh hij raad kan plegen, en die hem zoo noodig hulp verschaft. Maar ook kan vriendschap oorzaak worden van iemaiids ongeluk, te weten als de vriend slechts zijn eigen belang zoekt, of iemand is die buiten God leeft, en slechts in de wereld zijn heil in vermaak zoekt. Alles komt er op aan, of met de vriendschap ook de eer des Heeren wordt bedoeld.

Gelukkig de mensch die zeggen kan met den Psalmist.

Ik ben een vriend, ik ben een metgezel Van allen, die {Jvt naam ootmoedig vreezen.

En leven naar Uw Goddelijk bevel.

O Heer, hoe wordt Uw goedheid ooit volprezen!

Gij doet op aard' aan alle scheps'len wel; Och, wierd ik in Uw wetten onderwezen!

De nieuwe vriend was er zeker niet een als de Psalmist bedoelt. Want, gelijk hij tot Kees zeide, de hoofdzaak was voor hem een goed en makkeüjk leven, met weinig werken en veel vreugd. Over God en Zijn dienst sprak hij nooitjj^en Kees was reeds zoover afgedwaald, dat hij den ander ook daarin trouw volgde.

Maar ook wat de aardsche dingen betreft, was die nieuwe vriendschap niet geheel in Kees, voordeel. Zijn vriend bezorgde hem afleiding, kwam dikwijls praten en samen ledigden zij menig glaasje. Kees had niet veel vrijen tijd en dien hij had werd nu door zijn huisgenoot in beslag genomen. Zoo kwam het, dat hij slordiger werd in zijn werk, boodschappen vergat, vaak te laat op de fabriek kwam, wat vroeger maar weinig gebeurd was, en geen lust gevoelde om zich verder in zijn vak te bekwamen.

Velen merkten dat, maar ongelukkig Kees zelf niet. Zijn vrienden bespeurden het ook wel, maar waren onoprecht genoeg om er over te zwijgen, en niet te waarschuwen. Ware vrienschap doet anders, naar het woord van den dichter van Alphen.

Een vriend, die mij mijn feilen toont. Gestreng bestraft en nooit verschoont, Heeft op mijn hart een groot vermogen;

En dan laat hij volgen:

Maar 't laag gemoed dat altoos vleit, Verdenk ik van baatzuchtigheid; Ik kan zijn bijzijn niet gsdoogen.

En dan besluit hij met de schoone regels:

Wie zelden prijst spreekt vriendentaai Wie altoos vleit liegt menigmaal.

Of Kees dit vers kende weet ik niet. Zeker is, dat hij alle gelegenheid had de waarheid er van te ondervinden.

Op zekeren dag stond Kees voor een raam in de fabriek metalen knoppen te poetsen, toen hij eensklaps beneden op den weg baas Peter zag aankomen. Hij inerkte op, dat deze het hek van de fabriek binnen ging, en op het kantoortoestapte. Nu wist Kees zeer goed dat de vroegere patroon meermalen zaken deed met de fabriek. Maar het vreemde was, dat de "baas zelf kwam en niet een boodschap zond zooals anders. Er moest dan, dacht Kees, iets gewichtigs zijn, een groote bestelling of zoo. Wat kon het wezen ? Maar hij kreeg er geen antwoord op. Ja toch, twee dagen later, althans gelijk hij meende.

Twee dagen na het bezoek namelijk van baas Peter bevond Kees zich op een middag alleen in de smederij der fabriek. De andere werklieden waren uit.

Daar ging de deur open, en de opzichter der afdeeling trad binnen.

«Kees”, zoo begon hij vriendelijk, «wij moeten eens even praten".

Eenigszins verbaasd zag de jonge werkman den opzichter aan, die vervolgde:

«Je weet hoe ik altijd vroeger tevreden was over je werk, en hoe ik dat ook aan de heeren heb duidelijk gemaakt, zul je wel gemerkt hebben aan je loon”.

Kees knikte.

»Maar”, ging de opzichter voort, «in den laatsten tijd gaat het niet zoo goed als eerst. Er komen klachten van klanten, die niet tevreden zijn over werk dat door jou is verricht".

»Ze kunneii wel zooveel zeggenc zéi Kees. «Wat voor verstand hebben zulke menschen van smeedwerk? <

»Zeker, maar ik heb het zelf eens nagezien, en moet zeggen niet al de klachten zijn maar praatjes. Soms. werk je niet zoo goed als je wel kunt.c

»Hebt u ook te klagen? c knorrig. vroeg Kees wat

»Over je werk heel weinig tot nog toe, € zei de opzichter, «maar wel over je verdere doen en laten. Je komt tegenwoordig dikwijls te laat, en al gun ik een werkman zijn borrel, jij kijkt al te dikwijls en te diep in het glaasje. Dat loopt ten slotte altijd mis. Ook schijn je vrienden te hebben, die je geen goed doen. Wat dunkt je zelf? «

«Och, c zei Kees onverschillig «geen mensch is volmaakt. Op ieder valt wel eens wat aan te merken. Ik doe mijn werk zoo goed als ik kan. Maar u zijt zeker tegen mij opgestookt.»

«Opgestookt», was het kalme antwoord, «wie zou mij opstoken f Bovendien ik zou het niet dulden. Ik heb zoozeer over u geen klagen."

Kees was in den laatsten tijd veel veranderd, juist niet verbeterd. Thans kwam de oude goedwilligheid weer voor een oogenblik bij hem boven en hij zei:

«Ik ben blij, dat u nog goed over mij denkt. Ik zal mijn best doen om mijn leven te beteren.»

«FÜQk zoo! Pas op je zaken, neem het er van in het redelijke, wees braaf en alles zal goed gaan. Je kunt op mij rekenen.»

Maar dat Kees, om waarlijk braaf te worden, met God moest beginnen, diens hulp en leiding vragen, daarvan zweeg de opzichter.

Trouwens het valt moeilijk te spreken over dingen, waarvan men zelf geen kennis heeft.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 maart 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Voor Kinderen.

Bekijk de hele uitgave van zondag 23 maart 1919

De Heraut | 4 Pagina's