GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er wordt wel eens de indruk gegeven, alsof onze Gereformeerde Kerken een zeer ernstig© crisis doorleven.

Dr. Smit waarschuwt terecht in het Stichtsche Zondagsblad om de feiten niet te overdrijven.

Men doet net alsof er tegenwoordig zulk een crisis kookt en gist in de Geref. Kerken, gelijk als nog nooit daar geweest is. En vele toeschouwers schudden al reeds bedenkelijk het hoofd, het erg=te vreezende, een doodeKjken schok verwachtende en wat al niet meer. En vele toeschouwers letten op de stormseinen en wachten op onweer en noodgetij en wat al niet vreeselijks nog in der tijden nacht verborgen zij.

Wij gtlooven echter, dat men schromelijk, overdrijft. De stormstinen zijn geen stormseinen, der tijden nacht is voor ons niets doodelijker dan voor eenige andere kerk in de wereld, neen, integendeel, de zoogenaamde crisis-verschijnselen zijn absoluut geen crisis-verschijnselen, neen, lijken daar zelfs in 't geheel niet op.

Zien we de „opgenoemde" geTallen even onder de oogen. De brochure-Veltenaar over Bijbelscritiek bijv. Nu, ja, is dat nu eea crisis-verschij. sel ? Och kom. Ware het zoo, dat een lang opgekropt verzet tegen de belijdenis zich eindelijk in een hartstochtelijk geschrift had lucht gegeven, dat neerviel en insloeg als een donderslag bij helderen hemel, en ware het zóó dat zulk een symptoom ware van wat der jongeren borst alom vervult, ja, dan — dan ware het een crisis-verschijnsel. Maar 't lijkt er niet op. De boezem van Dr. Velcenaar gloeit niet van opgepropt verzet, neen integendeel, hij heeft slechts enkele zwerf-gedachten op vrij ongelukkige wijze te boek gesteld en zou op dit moment vermoedelijk die zwerf-gedachten weer wat graag aan den ketting leggen der goed-bezonken en klaar gefundeerde Gereformeerde opvatting. Hij heeft geen crisis en maakt geen crisis. Hoogstens werpt hij alleen wat stof op tegen zichzelf. Laat men aan deze brochure toch niet éénig, éénig gewicht toekennen om het leven der Geref. kerken te leeren kennen. Daar zou men zich met de hierop azende liberale bladen allerschromelijkst vergissen.

En verder, Dr. H. Jansen van Eindhoven, Geref predikant. Ja, deze heeft de bediening neergelegd en neer moeten leggen, omdat hij allengs en hoe langer hoe meer geheel op ethisch standpunt was gekomen en misschien wel doorglijdt tot het modernisme toe. Ha, een crisis, roepen er sommigen! Het komt in de beste families voor, dat iemand /an overtuiging verandert. Hoe vaak komt het voor in de Herv. Kerk. Toch zeker wel legio malen?

Alleen maar, in de Herv. Kerk merkt ge dat niet zoo scherp. Wie daar verandert, nu ja, die krijgt eens kwestie met zijn kerkeraad, maar die gaat toch rustig door, behoeft zijn ambt niet neer te leggen, geniet van de Hervormde leer-vrijheid en ^^ordt, als hij daar zin in heeft, desnoods Boeddhist, desnoods heidensch dominee.

Wie zal het hem voor de dit en de dat beletten ? De wateren vloeien daar rustig door, voor zoover ze althans nog vloeien. En springt er al eens een uit den band a la Ds. Keek of Ds. Paauwe of Dr. van Baarsel, nu ja, dan roept iedereen : „Wat zonderling! Hij had rustig thuis kunnen blijven en rustig door kunnen zieken" Maar crisis, o neen, crisis is het niet.

Is het dan in de Geref. kerken wèl een crisis als iemand zijn geweten en zijn ambt neerlegt en.... neerleggen moet! Absoluut niet! Dit verschijnsel is 'n teeken dat de leer, dat de belijdenis der vaderen gehandhaafd wordt, dat er tucht bestaat naar luid der Dordtsche Kerkorde en dat men ook niet schroomt die tucht zonder aanzien des persoons te handhaven, 't Is geen crisis, doch teeken van gezondheid, zooals het ziclï in elk kerkelijk leven voor zal doen, als er werkelijk leven is. Wij meenen dat „doorzieken" een crisisverschijnsel is, doch dat Dr. Jansen's geval een gezond heidsteeken genaamd moet worden. Eere den man, die zijn overtuiging eerlijk belijdt, hoe droevig wij die overtuiging ook achten moeten. Eere der Kerk, die de belijdenis handhaaft.

Overigens zij dit nog opgemerkt, dat Dr. H. Jansen niet vandaag of gisteren zijn afwijkende meeningen heeft opgedaan, doch dat hij reeds vanaf de studentenjaren bekend staat als inwendig worstelende tusschen Gereformeerd en modern in. Dit heeft dan nu beslag gekregen, een crisis in 't leven van dezen jongen predikant, doch absoluut geen crisis in 't kerkeriijk leven der Geref. kerken.

Ten derde, Oosterlands uittrede. De Geref kerk van Oosterland bij Zierikzee verbreekt 't verbond met de andere Geref. kerken en gaat een nieuw verbond aan met de Geref. gemeenten, die in Zeeland vrij talrijk zijn.

Ja, ziet u, dat kan bij ons. 't Is een vrij verbond van vrije kerken, 't Leven wordt niet ineengeperst in een kerkelijk dwangbuis, een corsetmatige organisatie, doch het leven is alleen gebonden aan eigen plaatselijke belijdenis, 't Is niet de Geref. Kerk van Nederland, maar 't zijn de Geref. Kerken van Nederland, een federatief verbond ingevolge de Dordtsche Kerkorde onzer Geref vaderen. Zoo kan iedere kerk 't verbond verbreken en op zichzelf gaan staan of een ander verbond met andere kerken sluiten. En zoo kan ook 't verbond der Kerken 't verbond met de een of andere plaatselijke Kerk zijnerzijds opzeggen en verbreken, zonder dat daartoe de plaatselijk kerk haar goederen verliest. Die vrijheid bestaat en moet blijven bestaan.

Nu heeft Oosterlands kerk hiervan gebruik gemaakt. Wij betreuren dit, doch kunnen het zeer wel verstaan. In de piëtistische landstreek dreigde zoo iets al lang. Ze zijn daar eigenlijk van harte oud-Gereformqerd, door en door conservatief, levende bij voorkeur uit de oudste boeken der oudste vaderen, doodelijk bang voor de nieuwe bondjes der nieuwe mannen van dezen tijd. Dat zit er wel meer in Zeeland. De zee schijnt mystiek te maken en zelfs droomerig en slaperig mystiek. Er zijn plaatsen, waar het althans op Zondag nooit zwaar genoeg kan en nooit bekommerd genoeg. Dikwerf gaat caarmee samen een schromelijk te licht in de ethiek. Menschen, die in de week de kat niet alleen in het donker knijpen, maar ook op klaarlichten dag, in het leven geen besef van Christendom vertoonen erger dan de heidenen. En nochtans op Zondag diep bekommerd, zwaarder dan zwaar, de mug uitzijgend. Den kemel echter doorzwelgend in de week. Zulke menschen zijn er nog al veel, en een gemeente waar dit «piëtisme» van eigenaardige stempel overheerscht, is zeker moeilijk te bearbeiden. Velen onzer predikanten voelen geen roeping aldaar te gaan werken. Eenerzijds geen wonder! Anderzijds toch jammer; immers, de zendeling gaat uit naar de gevaarlijkste posten uit roeping, laat de dominee iets van den zendeling mogen hebben, ook in roeping neigende tot de gevaarlijke posten en desnoods zichzelf er aan wagen om der wille van den grooten Zender..

Dat echter in een dergelijke gemeen e op een zekeren dag het besluit genomen wordt oud-Gereformeerd te worden, nu, dit verwondert ons geenszins, ije oud-Gereformeerden dulden dat soort verkeerd en onethisch piëtisme makkelijker dan wij, ja, werken het op menige plaats in de hand. De oud-Gereformeerden toonen zich op menige plaats tegenstanders van de Christel, school, voorstanders van de kermis, laksch in de tucht op het leven, schromelijk laksch en nochtans allerergst bekommerd op Zondag. Wie zich daarin beter thuis voelt dan in de Geref. Kerken, welnu, die blijve niet, doch gal 't Zal voor onze Kerken geen crisis ten doode, doch een crisis ten leven zijn. En we hopen en bidden, dat er onder die oud-Gereformeerden dan mannen mogen opstaan (zooals er ook wel bij zijn, Gode zij dank), welke de aloude belijdenis der vaderen weer in leer en leven hoog mogen houden, zóó hoog, dat hereeniging op den duur van al wat Gereformeerd is, vanzelf noodzakelijk wordt.

Indien deze jaren naar de brochure-Aalders, enz. frisch leven mogen wekken, waarbij er, nu ja — eenigen die niet van ons zijn zichzelf leeren kennen en weggaan, doch de anderen, de Kerken als zoodanig frisch en jong de schouders zetten onder de nieuwe taak der nieuwe eeuw, en moedig voorwaarts zich spannen, dan zal de «reuke des levens ten leven» vanzelf alle alarmeerders over crisisverschijnselen logenstraffen en zullen onder Gods zegen onze kerken den loop mogen voortzetten en het geloof behouden. En als dan al e crisis niet anders zij dan het medegekruisigd worden met Christus, dan zal alle afloop'zijn het medeopstaan met Christus ten eeuwigen leven.

Onze klacht, dat op ons tweede Sociale Congres de Kerk niet genoegzaam tot haar recht kwam, wordt ook door andere bladen gedeeld. Zoo schrijft B. in het Sti hi'sche Zondagsblad:

In de Heraut betreurt Dr. H. H. Kuyper het, dat op het overigens zoo uinemend geslaagde Christelijk Sociaal Congres, over de toch ook voor de sociale kwestie zoo belangrijke vraag, welke taak de Kerk heeft, met geen enkel woord gesproken werd. Het scheen alsof zij, die het agendum van dit Congres saamstelden, aan de Kerk en haar roeping zelfs niet gedacht hadden.

In het algemeen kan het misschien betreurd worden, dat dit tweede Congres hoofdzakelijk met de practijk, weinig met de beginselen te doen had.

Leg naast de Referatenbunden van dit tweede, maar eens het proces-verbaal van het eerste Congres, en gij zult bemerken, dat op het eerste meer vraagstukken van algemeen-godsdienstigen en ethischen aard besproken werden, op het tweede meer afgeleide vraagstukken. De veranderde tijdsomstandigheden mogen zeker als oorzaak genoemd worden, maar toch beluisteren wij in het woord van Dr. Kuyper een klacht over het te weinig van algemeen religieuzen aard.

Ds. Sikkel schreef in 1903 : „we moeten op de christelijk-BOciale beginselen ingaan, indien we tot christelijk-sociale praktijk willen komen." Prof, Rutgers sprak op het eerste Congres, dat wie alleen met de praktijk rekent, er zoo licht toe komt, om de teugels te laten schieten, de lijn te vieren, hier en daar wat in te schikken en z'^o van Gods weg af te raken.

Nu is er geen sprake van, dat dit het geval is met ons tweede Congres, maar toch is het woord van Dr. Kuyper de overdenking waard. „De arbeiders kunnen de Kerk niet missen", schreef Talma in 1914, En reeds is de vervreemding van de Kerk bij de arbeiders groot. De Kerk heeft hier zeker f chuld ; te meer reden, om deze uiterst belangrijke kwestie te behandelen op het Congres.

de beginselen moeten be­ In het algemeen: studeerd..

Is men het eens over den grondslag der Christ.-Soc. beweging ? Nog steeds wachten wij op de vervulling van de belofte door den heer Smeenk gedaan na de polemiek KoffybeVg-Smit”,

Heeft het Mozaïsche recht nog beteekenis voor het tegenwoordige sociale leven ? Toen Ds. Koffyberg over dit punt een opmerking maakte op het Congres, antwoordde de heer Diemer «maar niet op Theologische kwesties te zullen ingaan”.

Wij doen geen uitspraak; alleen vragen wij : is de opmerking van Dr. Kuyper niet juist en nam de behandeling der algt-meene beginselen niet een te geringe plaats in op het Congres ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1919

De Heraut | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van zondag 20 april 1919

De Heraut | 4 Pagina's